Artikel 247, WIB 92

Art. 247, 2°, treedt in werking op 01.01.2027 (art. 9, 2°, en 12, 7de lid, W 25.11.2021 - B.S. 03.12.2021; Numac: 2021033910)


In gevallen vermeld in artikel 234 wordt de belasting berekend:

1° tegen het tarief van 20 % van de inkomsten vermeld in artikel 234, 1° en 2°;

2° tegen het tarief vermeld in artikel 215, eerste lid, wat betreft de in artikel 234, eerste lid, 3°, bedoelde bijdragen, pensioenen, renten en toelagen, de in artikel 234, eerste lid, 5°, bedoelde financiële voordelen of voordelen van alle aard, de in artikel 234, eerste lid, 6° en 7°, bedoelde bedragen en de in artikel 234, eerste lid, 10°, bedoelde commissies, makelaarslonen, handels- of andere restorno's, toevallige of niet-toevallig vacatiegelden of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard, de in artikel 234, eerste lid, 6°, 7° en 9°, bedoelde bedragen en de in artikel 234, eerste lid, 8°, bedoelde kosten;

3° tegen het tarief van 100 % wat de in artikel 234, 4°, vermelde niet verantwoorde kosten, voordelen van alle aard en inkomsten als bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, wat auteursrechten en naburige rechten betreft, en 5°, en financiële voordelen of voordelen van alle aard betreft, tenzij kan worden aangetoond dat de verkrijger van die kosten of voordelen een rechtspersoon, is in welk geval de aanslag gelijk is aan 50 %.