Commentaar van art. 1, WIB 92
TITEL I - DE VERSCHILLENDE INKOMSTENBELASTINGEN - DEFINITIES
1/0 | |
1/1-2 |
Nummer 1/0
Art. 1. - § 1. Als inkomstenbelastingen worden geheven :
1° een belasting op het totale inkomen van rijksinwoners, personenbelasting geheten;
2° een belasting op het totale inkomen van binnenlandse vennootschappen, vennootschapsbelasting geheten;
3° een belasting op inkomsten van andere Belgische rechtspersonen dan vennootschappen, rechtspersonenbelasting geheten;
4° een belasting op inkomsten van niet-inwoners, belasting van niet-inwoners geheten.
§ 2. De belastingen worden geheven door middel van voorheffingen, binnen de grenzen en onder de voorwaarden als bepaald in titel VI, hoofdstuk I.
Nummer 1/1
Art. 1, § 1, WIB 92, onderscheidt de volgende vier belastingen :
- de personenbelasting (PB);
- de vennootschapsbelasting (Ven.B);
- de rechtspersonenbelasting (RPB);
- de belasting van niet-inwoners (BNI).
De PB (ten laste van rijksinwoners) en de Ven.B (ten laste van binnenlandse vennootschappen) treffen het totale inkomen van de belastingplichtige.
De RPB treft de inkomsten van onroerende goederen, de inkomsten van roerende goederen en kapitalen en sommige diverse inkomsten, die zijn verkregen door andere Belgische rechtspersonen dan aan de Ven.B onderworpen vennootschappen.
Wat tenslotte de BNI betreft, deze belasting wordt geheven op de inkomsten die in België worden verkregen door :
- niet-rijksinwoners;
- buitenlandse vennootschappen en buitenlandse verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid die qua vorm vergelijkbaar zijn met een kapitaal- of personenvennootschap;
- buitenlandse rechtspersonen zonder winstoogmerk en vreemde publiekrechtelijke lichamen.
Nummer 1/2
Art. 1, § 2, WIB 92, verwoordt het beginsel dat de belastingen door middel van een voorafgaande heffing worden geheven. Die voorafgaande heffing die voor sommige categorieën van inkomsten wordt toegepast, vindt plaats door inning (via inhouding aan de bron of inkohiering) van voorheffingen die in principe worden verrekend met de belasting welke op het totale inkomen verschuldigd is en die, naargelang het inkomen waarop ze betrekking hebben, onroerende voorheffing (OV), roerende voorheffing (RV) of bedrijfsvoorheffing (BV) worden genoemd.