Parlementaire vraag nr. 3183 van de heer Borginon van 22.06.2004
VRAAG 04/3183
Mondelinge vraag nr. 3183 van de heer Borginon dd. 22.06.2004
Beknopt Verslag, Kamercommissie Financiën, Com 303, blz. 1-2
Bijzonder kostenforfait - Leden van districtsraden
VRAAG
De minister vindt het toekennen van het bijzonder kostenforfait dat geldt voor burgemeesters en schepenen, aan voorzitters van districtraden en leden van het bureau van de districtraden niet opportuun. Als zij hun inkomsten moeten aangeven in het vak "wedden en lonen", en niet in het vak "baten" zoals een gemeenteraadslid, worden zij dan wel gediscrimineerd. Een werknemer die districtsvoorzitter of -schepen is moet dan ofwel al zijn kosten bewijzen, of valt terug op het werknemersforfait.
ANTWOORD (van de heer Reynders, minister van Financiën)
De regeling gaat terug op een akkoord uit 1984 tussen de premier en de ministers van Binnenlandse Zaken en Financiën. Ik acht het niet opportuun om het bijzondere kostenforfait te verruimen of er een nieuw in te voeren. Anderen, bijvoorbeeld werknemers met een zelfstandig bijberoep, kunnen ook geen gebruik maken van twee verschillende forfaits. Bovendien kan iedereen opteren voor de aftrek van de werkelijke beroepskosten.
Momenteel is het wettelijk zo dat de wedden van voorzitters en leden van het bureau van de districtraden geen baten zijn, maar prestatiegelden. Ze worden fiscaal beschouwd als een bezoldiging voor werknemers, zoals in de wet van 19 maart 1921 staat. Voor de presentiegelden van gemeenteraadsleden geldt dat niet.
Het is niet normaal dat er een verschillende regeling is voor leden van districtsraden. Ik ben bereid om daar iets aan te doen. Een algemene regeling voor alle lokale functies provincieraadsleden, districtsraadsleden, gemeenteraadsleden, burgemeesters en schepenen - zou beter zijn dan een specifieke regeling voor al die verschillende categorieën. Ik stel voor om dit te bespreken met vertegenwoordigers van de verschillende fracties. Wat mij betreft kunnen we daar meteen mee beginnen.
CONCLUSIE (van de heer Borginon)
Dat lijkt mij een zinvolle piste. Een algemene regeling is inderdaad beter dan een specifieke. De facto voeren de leden van de districtsbureaus ongeveer dezelfde taken uit als schepenen. De ongelijke behandeling van de bureauleden van districten, die soms enkele tienduizenden inwoners tellen, ten opzichte van de schepenen van kleine gemeenten is oneerlijk.
Mondelinge vraag nr. 3183 van de heer Borginon dd. 22.06.2004
Beknopt Verslag, Kamercommissie Financiën, Com 303, blz. 1-2
Bijzonder kostenforfait - Leden van districtsraden
VRAAG
De minister vindt het toekennen van het bijzonder kostenforfait dat geldt voor burgemeesters en schepenen, aan voorzitters van districtraden en leden van het bureau van de districtraden niet opportuun. Als zij hun inkomsten moeten aangeven in het vak "wedden en lonen", en niet in het vak "baten" zoals een gemeenteraadslid, worden zij dan wel gediscrimineerd. Een werknemer die districtsvoorzitter of -schepen is moet dan ofwel al zijn kosten bewijzen, of valt terug op het werknemersforfait.
ANTWOORD (van de heer Reynders, minister van Financiën)
De regeling gaat terug op een akkoord uit 1984 tussen de premier en de ministers van Binnenlandse Zaken en Financiën. Ik acht het niet opportuun om het bijzondere kostenforfait te verruimen of er een nieuw in te voeren. Anderen, bijvoorbeeld werknemers met een zelfstandig bijberoep, kunnen ook geen gebruik maken van twee verschillende forfaits. Bovendien kan iedereen opteren voor de aftrek van de werkelijke beroepskosten.
Momenteel is het wettelijk zo dat de wedden van voorzitters en leden van het bureau van de districtraden geen baten zijn, maar prestatiegelden. Ze worden fiscaal beschouwd als een bezoldiging voor werknemers, zoals in de wet van 19 maart 1921 staat. Voor de presentiegelden van gemeenteraadsleden geldt dat niet.
Het is niet normaal dat er een verschillende regeling is voor leden van districtsraden. Ik ben bereid om daar iets aan te doen. Een algemene regeling voor alle lokale functies provincieraadsleden, districtsraadsleden, gemeenteraadsleden, burgemeesters en schepenen - zou beter zijn dan een specifieke regeling voor al die verschillende categorieën. Ik stel voor om dit te bespreken met vertegenwoordigers van de verschillende fracties. Wat mij betreft kunnen we daar meteen mee beginnen.
CONCLUSIE (van de heer Borginon)
Dat lijkt mij een zinvolle piste. Een algemene regeling is inderdaad beter dan een specifieke. De facto voeren de leden van de districtsbureaus ongeveer dezelfde taken uit als schepenen. De ongelijke behandeling van de bureauleden van districten, die soms enkele tienduizenden inwoners tellen, ten opzichte van de schepenen van kleine gemeenten is oneerlijk.