Commentaar van art. 90, eerste lid, 12°, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking Com.IB 92 d.d. 01.12.2017
TITEL II: PERSONENBELASTING
HOOFDSTUK II: GRONDSLAG VAN DE BELASTING
Afdeling V: Diverse inkomsten
Onderafdeling I: Bepaling
Art. 90, eerste lid, 12°, WIB 92
Onderafdeling II: Vaststelling van het netto-inkomen
Art. 102bis, WIB 92
PERSOONLIJKE VERGOEDINGEN UIT DE EXPLOITATIE VAN EEN UITVINDING
INHOUDSOPGAVE
90.12°/0 | |
90.12°/1 | |
90.12°/2 | |
90.12°/3 | |
90.12°/4 | |
90.12°/5 | |
90.12°/6 |
VOORWOORD
Om een rationele indeling van de te behandelen stof mogelijk te maken, worden de verschillende soorten diverse inkomsten (zoals bedoeld in art. 90, eerste lid, 1° tot 13°, WIB 92) apart besproken.
De huidige bijwerking heeft betrekking op de diverse inkomsten, meer bepaald op de persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van een uitvinding. De wettelijke bepalingen zijn opgenomen in art. 90, eerste lid, 12°, WIB 92. Het inkomen wordt vastgesteld overeenkomstig art. 102bis, WIB 92.
De tekst werd bijgewerkt voor het aj. 2017.
I. WETTEKSTEN
90.12°/0
Art. 90, eerste lid, 12°, WIB 92
Art. 90 - Diverse inkomsten zijn:
eerste lid, 1° - 11°
(…)
12° persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van een uitvinding die door een universiteit, een hogeschool, het "Federaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Fonds fédéral de la Recherche scientifique - FFWO/FFRS", het "Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen – FWO", het "Fonds de la Recherche scientifique - FNRS - FRS-FNRS" of een overeenkomstig artikel 275^3, § 1, tweede lid, erkende wetenschappelijke instelling op grond van een door die universiteit, hogeschool of wetenschappelijke instelling uitgevaardigd valorisatiereglement, worden betaald of toegekend aan onderzoekers. Onder "onderzoeker" wordt verstaan iedere onderzoeker die wordt bedoeld in artikel 275^3, § 1, eerste en tweede lid, en die - alleen of binnen een ploeg - onderzoek verricht in een universiteit, hogeschool of erkende wetenschappelijke instelling, alsmede de docenten. Onder "uitvindingen" wordt verstaan octrooieerbare uitvindingen, kweekproducten, tekeningen en modellen, topografieën van halfgeleiderproducten, computerprogramma's en databanken, die voor commerciële doeleinden kunnen worden aangewend.
13°
(…)
Art. 102bis, WIB 92
Art. 102bis - De in artikel 90, 12°, vermelde inkomsten worden in aanmerking genomen naar het aan de verkrijger werkelijk betaalde of toegekende bedrag, in voorkomend geval verhoogd met de bedrijfsvoorheffing en verminderd met 10 pct. forfaitaire kosten.
II. ALGEMEEN
90.12°/1
De wet van 25.04.2007 (BS 08.05.2007, Ed. 3) voerde een afzonderlijke belasting in tegen 33 % (uitgezonderd wanneer gezamenlijke belasting voordeliger is voor de belastingplichtige) voor de persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van een uitvinding die universiteiten, hogescholen en erkende openbare wetenschappelijke instellingen vanaf 01.01.2007 betalen of toekennen aan onderzoekers en docenten. Deze vergoedingen worden belast als diverse inkomsten bedoeld in art. 90, eerste lid, 12°, WIB 92.
A. Vergoeding
90.12°/2
De vergoeding moet afgestaan zijn door:
- een universiteit
- een hogeschool
- het 'Federaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Fonds fédéral de la Recherche scientifique – FFWO/FFRS'
- het 'Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen – FWO'
- het 'Fonds de la Recherche scientifique – FNRS – FRS-FNRS'
- een erkende wetenschappelijke instelling op grond van een door die universiteit, hogeschool of wetenschappelijke instelling uitgevaardigd valorisatiereglement (overeenkomstig artikel 275^3, § 1, tweede lid, WIB 92).
De lijst van erkende instellingen is terug te vinden in de bijlage IIIquater van het KB/WIB 92.
B. Onderzoeker
90.12°/3
Onder 'onderzoeker' wordt verstaan: iedere onderzoeker die wordt bedoeld in art. 275^3, § 1, eerste en tweede lid, WIB 92, en die – alleen of binnen een ploeg – onderzoek verricht in een universiteit, hogeschool of erkende wetenschappelijke instelling, alsmede de docenten.
Het betreft:
- de assistent-onderzoekers bezoldigd door de universiteiten of hogescholen;
- de postdoctorale onderzoekers bezoldigd door het 'Federaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Fonds fédéral de la Recherche scientifique – FFWO/FFRS', het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen – FWO of het 'Fonds de la Recherche scientifique – FNRS – FRS-FNRS';
- de assistent-onderzoekers en de postdoctorale onderzoekers bezoldigd door de hierboven erkende wetenschappelijke instellingen;
- de docenten.
Of de begunstigde onderzoeker voldoet aan alle voorwaarden omschreven in art. 90, al. 1, 12°, WIB 92, wordt beoordeeld op het moment dat het onderzoek verricht werd en niet op het moment van uitbetaling van de persoonlijke exploitatievergoedingen. Het volstaat dat de onderzoeker die de vergoeding verkregen heeft, deel heeft uitgemaakt van de ploeg die aan de totstandkoming van de betreffende uitvinding heeft meegewerkt. Het maakt niet uit of hij al dan niet de hoedanigheid van onderzoeker heeft op het ogenblik van de betaling of toekenning van de persoonlijke vergoeding.
C. Uitvinding
90.12°/4
Onder 'uitvindingen' wordt verstaan: octrooieerbare uitvindingen, kweekproducten, tekeningen en modellen, topografieën van halfgeleiderproducten, computerprogramma's en databanken, die voor commerciële doeleinden kunnen worden aangewend.
D. Exploitatie van een uitvinding
90.12°/5
Om in aanmerking te komen voor een belasting als diverse inkomsten (bedoeld in art. 90, eerste lid, 12°, WIB 92) moet het gaan om persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van een uitvinding die door een gekwalificeerde instelling (zie 90.12°/2) worden betaald of toegekend aan onderzoekers.
Het begrip 'uit de exploitatie' wordt op zich niet gedefinieerd in de wettekst. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt evenwel dat, het moet gaan om 'inkomsten die universiteiten, hogescholen en erkende openbare wetenschappelijke instellingen afstaan aan hun onderzoekers wanneer het gaat om het exploiteren van de onderzoeksresultaten waaraan zij hebben deelgenomen' (Parl. St., Kamer, 2006/2007, doc. nr. 51 2873/001, p. 286).
'Het percentage van het billijk aandeel dat de onderzoekers daadwerkelijk ontvangen, wordt door de academische instelling zelf bepaald en ligt doorgaans tussen 20 en 30 % van de netto-inkomsten (dus de ontvangen inkomsten na aftrek van de directe exploitatiekosten)' (Parl. St., Kamer, 2006/2007, doc. nr. 51 2873/001, p. 98).
De afgestane vergoedingen moeten bijgevolg duidelijk afkomstig zijn uit de (netto) exploitatie inkomsten zelf.
Gezien de uitdrukking 'uit de exploitatie van een uitvinding' niet wordt gepreciseerd aangaande de wijze waarop deze exploitatie dient te gebeuren, kan hieruit worden besloten dat niet enkel de rechtstreekse exploitatie door de gekwalificeerde instelling (zie 90.12°/2) wordt bedoeld, maar dat eveneens de indirecte exploitatie middels een in de schoot van de gekwalificeerde instelling opgerichte vzw, belast met de eigenlijke exploitatie en die de opbrengsten ter beschikking stelt van de gekwalificeerde instelling, is toegelaten. Dergelijke opbrengsten vinden in dat geval eveneens hun oorsprong in 'de exploitatie van een uitvinding'.
Een dergelijke interpretatie sluit voldoende aan bij de bedoeling van de wetgever, die aan het begrip 'exploitatie' een ruime invulling heeft gegeven en die er zich van bewust was dat de exploitatie van academische onderzoeksresultaten in de overgrote meerderheid van de gevallen gebeurt door derden die exploitatierechten hebben verkregen, en niet door de openbare wetenschappelijke instellingen zelf (Memorie van toelichting bij de wet van 25.04.2007, Kamer, Doc. 2006-2007, Doc 51, 2873/001, p. 99).
Rekening houdend met de bedoeling van de wetgever en met de wettelijke bepalingen van art. 90, eerste lid, 12°, WIB 92, zou het niet verantwoord zijn de in hoofde van de onderzoeker verkregen vergoedingen verschillend te behandelen naargelang het gaat om een directe exploitatie door de gekwalificeerde instelling zelf dan wel om een indirecte exploitatie, bijvoorbeeld door middel van een vzw, waarbij deze vzw eerder een intermediaire functie heeft en de gekwalificeerde instelling de eigenlijke gerechtigde blijft van de opbrengsten uit de exploitatie van de uitvinding.
Ook bij een dergelijke 'indirecte' exploitatie komen de betrokken vergoedingen in aanmerking om te kwalificeren als diverse inkomsten voor zover voldaan blijft aan de overige in art. 90, 12°, WIB 92, gestelde voorwaarden, namelijk:
- het moet gaan om persoonlijke vergoedingen;
- afkomstig uit de exploitatie van een uitvinding;
- waaraan de onderzoeker heeft meegewerkt;
- en die hem door de gekwalificeerde instelling worden afgestaan (in de zin van betaald uit de opbrengsten van de exploitatie);
Indien de vzw of derde zelf, rechtstreeks, de inkomsten afkomstig uit de exploitatie op een of andere wijze zou uitkeren aan de onderzoekers, worden deze vergoedingen niet beoogd worden door de bepalingen van art. 90, 12°, WIB 92. In dat geval zal aan de hand van de feitelijke en juridische omstandigheden moeten uitgemaakt worden welke fiscale kwalificatie aan de betrokken inkomsten moet worden gegeven.
E. Vaststelling van het belastbaar inkomen
90.12°/6
De persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van een uitvinding worden in aanmerking genomen naar het aan de verkrijger werkelijk betaalde of toegekende bedrag, in voorkomend geval verhoogd met de bedrijfsvoorheffing en verminderd met 10 % forfaitaire kosten. (art. 102bis, WIB 92).