Artikel 225, WIB 92
Art. 225, tweede lid, 5°, treedt in werking op 01.01.2027 (art. 7, 2°, en 12, 7de lid, W 25.11.2021 - B.S. 03.12.2021; Numac: 2021033910)
De belasting met betrekking tot in artikel 221 vermelde inkomsten is gelijk aan de onroerende en roerende voorheffing.
De belasting wordt berekend:
1° tegen het tarief van 20 % op de inkomsten vermeld in artikel 222, 1° tot 3°;
2° tegen het tarief van 33 % of van 16,5 % op in artikel 222, 4°, vermelde meerwaarden, volgens het onderscheid in artikel 171, 1°, b, en 4°, d;
3° tegen het tarief van 16,5 % op in artikel 222, 5° en 6°, vermelde meerwaarden;
4° tegen het tarief van 100 % op in artikel 223, eerste lid, 1°, vermelde niet verantwoorde kosten, voordelen van alle aard en inkomsten als bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, wat auteursrechten en naburige rechten betreft, en 5° en op in artikel 223, eerste lid, 3°, vermelde financiële voordelen of voordelen van alle aard, tenzij kan worden aangetoond dat de verkrijger van die kosten, die voordelen van alle aard, die inkomsten als bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, wat auteursrechten en naburige rechten betreft, en 5°, en die financiële voordelen een rechtspersoon is, in welke gevallen de aanslag gelijk is aan 50 %.
5° tegen het tarief bedoeld in artikel 215, eerste lid, op de in artikel 223, eerste lid, 2°, bedoelde bijdragen, premies, pensioenen, renten en toelagen, op de in artikel 223, eerste lid, 3°, bedoelde financiële voordelen of voordelen van alle aard, de in artikel 223, eerste lid, 8°, bedoelde commissies, makelaarslonen, handels- of andere restorno's, toevallige of niet-toevallige vacatiegelden of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard, op de in artikel 223, eerste lid, 4°, 5° en 7°, bedoelde bedragen en op de in artikel 223, eerste lid, 6°, bedoelde kosten;
6° tegen het tarief van 25 % op in artikel 224 vermelde dividenden.