Parlementaire vraag nr. 3-5440 van de heer Brotcorne van 16.06.2006
Parlementaire vraag nr. 3-5440 van de heer Brotcorne dd. 16.06.2006
Vragen en Antwoorden, Senaat, 2005-2006, nr. 3-75, blz. 8011
Belastingkrediet voor kinderen ten laste - Asielaanvragers
VRAAG
Heel wat grote gezinnen kunnen de belastingvrijstelling voor kinderen ten laste niet volledig genieten. Door de progressieve belastingvrijstelling kan, voor de lage inkomens, de belastingvrije som immers hoger zijn dan het belastbaar inkomen.
Om deze situatie te verhelpen wordt, conform artikel 134 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, het niet gebruikte deel van de belastingvrije som voor kinderen ten laste omgezet in een terugbetaalbaar belastingkrediet van maximum 300 euro voor het aanslagjaar 2005.
Bestaat de belastingvrije som uit verschillende elementen, dan wordt de regel van het belastingkrediet toegepast in het voordeel van de belastingplichtige. Dat betekent dat het niet gebruikte deel van de belastingvrije som verondersteld wordt in de eerste plaats afkomstig te zijn van de belastingvrije toeslag voor kinderen ten laste.
Verschillende asielaanvragers hebben bij hun belastingdienst een vraag ingediend om een belastingkrediet te kunnen genieten voor kinderen ten laste.
Kan een asielaanvrager als rijksinwoner een belastingkrediet genieten voor kinderen ten laste ? Zo niet, waarom niet ? Zo ja, kan de geachte vice-eersteminister me zeggen welke stappen deze mensen moeten doen om een belastingkrediet teruggestort te krijgen ? Wordt er een speciaal formulier ter beschikking gesteld om een aanvraag in te dienen bij de bevoegde belastingdienst ?
ANTWOORD (vice-eersteminister en minister van Financiën)
Overeenkomstig artikel 2, § 1, 1°, WIB 1992 moet onder « Rijksinwoner » iedere natuurlijke persoon worden verstaan die in België zijn woonplaats of de zetel van zijn fortuin heeft gevestigd.
In het tweede lid van die bepaling wordt eveneens gesteld dat de vestiging van de woonplaats of van de zetel van het fortuin in België naar de omstandigheden moet worden beoordeeld.
Bovendien wordt verduidelijkt dat de natuurlijke personen die in het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn ingeschreven, behoudens tegenbewijs, geacht worden hun woonplaats of de zetel van hun fortuin in België te hebben gevestigd. De inschrijving in het wachtregister voor vluchtelingen maakt wettelijk gezien een inschrijving in het Rijksregister van de natuurlijke personen uit.
Het spreekt voor zich dat dat wettelijk vermoeden niet a contrario mag worden geïnterpreteerd om de hoedanigheid van Rijksinwoner te ontzeggen aan personen die, soms al sedert verscheidene jaren, daadwerkelijk in België verblijven, onder het voorwendsel dat ze niet in het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn ingeschreven.
Het is dus aan de bevoegde taxatieagent om alle feitelijke en juridische omstandigheden eigen aan elk geval te onderzoeken en aldus uit te maken of de belastingplichtigen al dan niet hun fiscale woonplaats of de zetel van hun fortuin in België hebben gevestigd.
Uit hetgeen voorafgaat volgt dat asielzoekers meestal als Rijksinwoners kunnen worden aangemerkt. Overigens is er niets dat principieel belet dat zij aanspraak kunnen maken op het belastingkrediet voor kinderen ten laste via het indienen van een aangifte in de inkomstenbelastingen.
Bedoelde belastingplichtigen dienen zich in voorkomend geval aan te bieden bij de plaatselijke taxatiedienst. Overigens dient iedere belastingplichtige, overeenkomstig artikel 308, § 3, WIB 1992, indien hij geen aangifteformulier heeft ontvangen bij de aanslagdienst waaronder hij ressorteert ('t is te zeggen deze tot wiens ambtsgebied de gemeente van zijn fiscale woonplaats behoort) uiterlijk op 1 juni van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd een aangifteformulier aan te vragen.
De betrokken taxatiedienst zal indien nodig in het bestand van de « natuurlijke personen » de gegevens met betrekking tot de belastingplichtige (asielaanvrager) aanpassen zodanig dat deze voor de komende jaren een aangifte ontvangt.