Parlementaire vraag nr. 340 van de heer André Frédéric van 26.04.2011

Parlementaire vraag nr. 340 van de heer André Frédéric dd. 26.04.2011

Vragen en Antwoorden, Kamer 2010-2011, nr. 34 van 30.06.2011, blz. 18

Procedure

Personenbelasting

Echtgenoot

Belastbaar inkomen

Energiebesparende uitgave

Vermindering voor energiebesparende uitgaven

Belastingkrediet

VRAAG

In sommige gevallen strookt de interpretatie van een specifieke casus door de fiscalisten niet met de interpretatie van de fiscus. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn voor de belastingvermindering voor energiebesparende maatregelen. Wanneer een echtpaar energiebesparende werken uitvoert in de woning waarvan het eigenaar is en een van beide echtgenoten geen inkomsten heeft, is het niet duidelijk aan wie de belastingvermindering wordt toegekend. In principe wordt de belastingvermindering verleend op facturen, die voor elk van beide partners naar rata van ieders aandeel in de woning in aanmerking worden genomen. Voor diegene die over inkomsten beschikt, is er geen probleem.

1. Kan de partner die geen inkomsten heeft, een belastingkrediet genieten?

2. Kan de volledige belastingvermindering worden toegekend aan de partner die inkomsten heeft?

3. Hoe wordt de belastingvermindering toegekend als een van beide partners zijn personenbelasting in het buitenland betaalt? Het Wetboek is op dat punt blijkbaar niet duidelijk, want zelfs de belastingdeskundigen lijken het niet eens te zijn.

4. Dit punt in het Wetboek moet verduidelijkt worden. Kunt u mij meedelen hoe de administratie soortgelijke gevallen behandelt?

ANTWOORD (van de heer Reynders, Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen)

De gestelde vragen beogen blijkbaar "echtgenoten" (gehuwden of wettelijk samenwonenden) voor wie een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd.

1. en 2. Vanaf het aanslagjaar 2010 worden de belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven niet meer omgedeeld over de echtgenoten in functie van het aandeel van elk van hen in het kadastraal inkomen van de woning waaraan de werken werden uitgevoerd, maar wel evenredig in functie van het belastbaar inkomen van elk van hen ten opzichte van de som van de belastbare inkomsten van beide echtgenoten (cfr. artikel 145/24, § 1, zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92)).

Onder belastbaar inkomen van een belastingplichtige wordt verstaan het totaal van zijn netto belastbare inkomsten, met inbegrip van zijn inkomsten van buitenlandse oorsprong die zijn vrijgesteld maar die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de belasting op zijn andere inkomsten (vrijgestelde inkomsten met progressievoorbehoud), verminderd met de aftrekbare bestedingen zoals bedoeld in artikel 104, WIB 92.

Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd en één van de echtgenoten heeft weinig of geen eigen beroepsinkomsten, wordt hem een deel van de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot (het zogenaamde huwelijksquotiënt) toegerekend, behalve wanneer daardoor de belasting wordt verhoogd.

Er zijn dus in principe twee wel onderscheiden aanslagbasissen, bestaande uit de belastbare inkomsten van de twee echtgenoten.

In het eerder uitzonderlijke geval waarin het belastbare inkomen van een echtgenoot gelijk is aan nul en rekening houdend met de wijze van omdeling van de verminderingen in kwestie, zoals bedoeld in artikel 145/24, § 1, zesde lid, WIB 92, wordt de totaliteit van deze belastingverminderingen door de andere echtgenoot verkregen. Artikel 156bis, eerste lid, 2° en 3°, WIB 92, bepaalt dat een terugbetaalbaar belastingkrediet wordt toegekend in de gevallen waarin de verminderingen voor bepaalde energiebesparende uitgaven niet of niet volledig tot een daadwerkelijke vermindering van de belasting hebben geleid.

Enkel de verminderingen voor de hierna opgesomde uitgaven en de overeenkomstig artikel 145/24, § 1, vijfde lid, WIB 92, overgedragen overschotten van de verminderingen voor die uitgaven kunnen recht geven op dat belastingkrediet:

- de in de belastbare tijdperken 2009 tot 2012 werkelijk betaalde uitgaven voor de isolatie van daken;

- de in de belastbare tijdperken 2009 en 2010 werkelijk betaalde uitgaven voor de isolatie van muren en vloeren;

- de in de belastbare tijdperken 2010 tot 2012 werkelijk betaalde uitgaven voor de vervanging van oude stookketels of voor het onderhoud van een stookketel, voor de plaatsing van dubbele beglazing, voor de plaatsing van een warmteregeling van een installatie van centrale verwarming door middel van thermostatische kranen of door een kamerthermostaat met tijdsinschakeling en voor een energie-audit van de woning.

De belastingplichtigen die beroepsinkomsten verkrijgen die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en die niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de belasting op hun andere inkomsten (vrijstelling zonder progressievoorbehoud) kunnen echter niet van de belastingkrediet genieten.

3. en 4. Het geachte lid lijkt hier de situatie te beogen van echtgenoten die worden belast in de personenbelasting in België, waarvan één van hen inkomsten verkrijgt die in het buitenland belastbaar zijn. De hierboven uiteengezette principes zijn in dit geval eveneens van toepassing.