Artikel 94, WIB 92
Art. 94 is van toepassing vanaf 01.05.2019 (art. 16 en 119, § 1, 1ste lid, W 17.03.2019 - B.S. 10.05.2019; Numac: 2019012297)
[Zolang het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling II, van de wet van 23 maart 2019, niet van toepassing is op een vennootschap, vereniging of stichting, moet elke verwijzing naar een bepaling van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen die voorkomt in een bepaling van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, het Wetboek van Successierechten, het Wetboek diverse rechten en taksen en het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, de ter uitvoering ervan genomen besluiten en de bijzondere wetgeving van toepassing op deze belastingen, worden gelezen, voor wat deze vennootschap, vereniging of stichting betreft, als een verwijzing naar de bepaling van het Wetboek van vennootschappen of andere bijzondere wetgeving die in zulke fiscale wetgeving voorkwam voor de inwerkingtreding van deze wet (art. 119, § 2, W 17.03.2019 - B.S. 10.05.2019; Numac: 2019012297)]
[Zolang, overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling II van de wet van 23 maart 2019, een vennootschap, vereniging of stichting, die door het Belgisch recht wordt beheerst, een rechtsvorm heeft die het Wetboek van vennootschappen en verenigingen niet erkent, worden de bepalingen van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, het Wetboek van Successierechten, het Wetboek diverse rechten en taksen en het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, de ter uitvoering ervan genomen besluiten en de bijzondere wetgeving van toepassing op deze belastingen, die voor de inwerkingtreding van deze wet deze rechtsvorm vermeldden, geacht deze rechtsvorm te blijven vermelden voor wat deze vennootschap, vereniging of stichting betreft, zoals voor de inwerkingtreding van deze wet (art. 119, § 3, W 17.03.2019 - B.S. 10.05.2019; Numac: 2019012297)]
Wanneer in het tijdvak van 12 maanden die voorafgaan aan de verwerving van de aandelen door een in artikel 227, 2° of 3°, vermelde rechtspersoon waarvan (...) de voornaamste inrichting of de zetel van bestuur of beheer niet in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte is gevestigd of die volgens de fiscale wetgeving van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, niet wordt geacht fiscaal in die Staat te zijn gevestigd zonder volgens een met een derde staat gesloten verdrag inzake dubbele belastingheffing te worden geacht fiscaal buiten de Europese Economische Ruimte te zijn gevestigd, één of meer overdrachten tussen andere belastingplichtigen hebben plaatsgevonden, zijn de in artikel 90, eerste lid, 9°, tweede streepje, bedoelde meerwaarden die bij iedere overdracht in dat tijdvak zijn verwezenlijkt, belastbaar indien bij de eerste overdrager was voldaan aan de voorwaarde met betrekking tot de belangrijkheid van de maatschappelijke rechten in de vennootschap waarvan de aandelen vervreemd zijn geweest.