Commentaar van art. 15, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking Com.IB 92 d.d. 03.07.2017
TITEL II: PERSONENBELASTING
HOOFDSTUK II: GRONDSLAG VAN DE BELASTING
Afdeling II: Inkomen van onroerende goederen
Onderafdeling III: Vaststelling van het netto-inkomen
Art. 15, WIB 92
INHOUDSTAFEL
INLEIDING
15/0 | |
15/1 | |
15/3 |
INLEIDING
Deze bijwerking heeft betrekking op art. 15, WIB 92, zoals het van toepassing is voor het aj. 2017. Het is van kracht in deze versie sinds het aj. 1992 (art. 9, WIB; art. 1, KB 10.04.1992, BS 30.07.1992). [De wet van 12.04.1995, (BS 26.09.1995), werd vernietigd door het toenmalig Arbitragehof (nu Grondwettelijk Hof) bij arrest nr. 74/96 van 11.12.1996 (BS 09.01.1997)].
I. WETTEKST
15/0
Art. 15. - § 1. Het kadastraal inkomen wordt proportioneel verminderd naar verhouding tot de duur en de omvang van de onproductiviteit, van het ontbreken van het genot van inkomsten of van het verlies ervan:
1° wanneer een niet gemeubileerd gebouwd onroerend goed in de loop van het jaar gedurende ten minste 90 dagen volstrekt niet in gebruik is genomen en volstrekt geen inkomsten heeft opgebracht;
2° wanneer materieel en outillage geheel, of voor een gedeelte dat ten minste 25 pct van het kadastraal inkomen ervan vertegenwoordigt, in het jaar gedurende ten minste 90 dagen buiten werking zijn gebleven;
3° wanneer een onroerend goed of materieel en outillage geheel, of voor een gedeelte dat ten minste 25 pct van het kadastraal inkomen ervan vertegenwoordigt, zijn vernield.
§ 2. De voorwaarden voor de vermindering moeten worden nagegaan per kadastraal perceel of per gedeelte van kadastraal perceel wanneer dat gedeelte is ofwel een afzonderlijke huisvesting, ofwel een afdeling van de produktie of van de werkzaamheden die, of een onderdeel daarvan dat, afzonderlijk kan werken of kan worden geacht afzonderlijk te werken, ofwel een eenheid die van de andere goederen of delen die het perceel vormen kan worden afgezonderd en afzonderlijk kan worden gekadastreerd.
II. ALGEMEEN
15/1
De vermindering van het KI is een afwijking van art. 7, § 1, 1°, a en 2°, a, b, bbis en c, WIB 92. Zij is dus slechts van toepassing op in België gelegen onroerende goederen, en wordt toegepast op het KI van die goederen. Op die manier wordt de aanslagbasis in de PB verminderd.
Voor gebouwde onroerende goederen waarvan het KI op die wijze is verminderd, wordt in voorkomend geval alleen het resterende KI verhoogd met 40 % als bedoeld in art. 7.
15/2
Een veelvuldige en vaste rechtspraak neemt aan dat de totale niet-ingebruikneming en improductiviteit van het goed moeten voortvloeien uit een uitzonderlijke en van de wil van de belastingplichtige onafhankelijke omstandigheid. Zijn dus van de vermindering van het kadastraal inkomen en dienvolgens van de vermindering van de onroerende voorheffing uitgesloten, de gebouwde onroerende goederen die wegens de wil van de belastingplichtige niet in gebruik zijn genomen (PV nr. 256, 22.01.1993, senator Vaes, Fisconet).
Op dezelfde wijze vormt het te koop stellen van een onroerend goed geen beletsel voor het verlenen van de kwijtschelding of de proportionele vermindering wanneer dat goed terzelfdertijd te huur wordt aangeboden. Het te koop stellen zonder huuraanbieding brengt daarentegen de uitsluiting mede van het voordeel van voormelde wetsbepalingen, omdat de belastingschuldige aldus de vrije beschikking over zijn goed voor zichzelf behoudt, waarbij hij ongetwijfeld gebruikt maakt van een persoonlijk recht, doch meteen voor de periode van het te koop stellen vrijwillig en op eigen risico de productiviteit [sic] van het onroerend goed prijsgeeft (PV nr. 264, 03.09.1982, vertegenwoordiger Remacle, Fisconet).
III. VERMINDERING VAN DE ONROERENDE VOORHEFFING
15/3
De mogelijkheid van de belanghebbende om een kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende voorheffing wegens onproductiviteit te vragen is een gewestmaterie geworden. Het relevante artikel 257, 4°, WIB 92, werd hiertoe door de gewesten op verschillende wijze ingevuld.
A. Vlaams Gewest
Art. 257, WIB 92, werd afgeschaft met ingang van 01.01.2014 (zie art. 5.0.0.0.1., § 1, 1°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13.12.2013 – BS 23.12.2013). Vanaf diezelfde datum (art. 7.0.0.0.1) is art. 1.1.0.0.2., al. 2, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van toepassing.
Vanaf aj. 2014 zijn de art. 2.1.5.0.1 en 2.1.5.0.2, van dezelfde Codex van toepassing.
B. Waals Gewest
Het Waalse Gewest heeft art. 257, 4°, WIB 92, behouden, onder specifieke voorwaarden voor een kwijtschelding of verlaging van de onroerende voorheffing in verhouding tot de duur en de omvang van de leegstand, inactiviteit of improductiviteit van het onroerend goed (art. 257, 4°, WIB 92, vervangen door art. 2, 2°, van het Decr. Waals Parl. van 10.12.2009 (BS 23.12.2009, 1ste ed., van kracht vanaf aj. 2009).
C. Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft art. 257, 4°, WIB 92, afgeschaft door de Ord. Parl. BHG van 12.12.2016 (BS 29.12.2016, 3de ed.) van toepassing vanaf aj. 2017 (art. 42).