Commentaar van art. 326, WIB 92

Art. 326, WIB 92

I. WETTEKST

326/0

II. ALGEMEEN

326/1-5

I. WETTEKST

Nummer 326/0

Art. 326.- Van de verklaringen van de getuigen en, indien de belastingplichtige zulks verlangt, van zijn eigen verklaringen, wordt proces-verbaal opgemaakt.

Na voorlezing wordt het proces-verbaal door de getuigen en de belastingplichtige ondertekend. Zij laten hun handtekening voorafgaan door de met de hand geschreven woorden "Gelezen en goedgekeurd". Weigert een van de betrokkenen te ondertekenen, dan wordt hiervan melding gemaakt in het proces-verbaal, dat de reden van de weigering nader omschrijft.

Een eensluidend verklaard afschrift van het procesverbaal wordt aan de belastingplichtige betekend binnen acht dagen na zijn dagtekening.

II. ALGEMEEN

Nummer 326/1

Voor het opstellen van de notulen mag de Insp. zich laten bijstaan door een ander ambtenaar dan de met de aanslag belaste Hfd.cr., en diens taak zal uitsluitend bestaan in het optekenen van de vragen en antwoorden naargelang ze worden geuit.

Nummer 326/2

Wanneer het verhoor van de getuige en, eventueel, van de belastingplichtige beëindigd is, wordt tot de lezing van de getuigenis en de verklaring overgegaan. Op dat ogenblik mogen de getuigen en de belastingplichtige in de notulen nog altijd de wijzigingen of toevoegingen aanbrengen die ze wensen; deze worden achteraan of in de rand van de getuigenis of verklaring vermeld.

Nummer 326/3

De notulen worden door de getuige en door de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger ondertekend. Zij moeten hun handtekening doen voorafgaan door de met de hand geschreven woorden "Gelezen en goedgekeurd".

Wanneer een van beiden weigert te ondertekenen, wordt dit feit, evenals de reden van die weigering, in de notulen vermeld.

Ten slotte, worden de notulen ondertekend door de Insp. en door de ambtenaar die hem bijstaat.

Nummer 326/4

De notulen die met zorg moeten worden opgesteld, bevatten noodzakelijkerwijze de volgende vermeldingen :

1° de dag, het uur en de plaats van het verhoor;

2° de naam, voornamen, graad en administratieve standplaats van de Inspecteur en zijn assistent;

3° de namen, voornamen, beroep en adres van de getuigen, van de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger en, eventueel, van de raadgever die hem bijstaat;

4° het niet-verschijnen van de belastingplichtige, indien noch hijzelf, noch iemand in zijn plaats aanwezig is;

5° de datum van de oproepingen (een eensluidend verklaard afschrift van die bescheiden, van het ontvangstbewijs van de ter post aangetekende verzending, alsook het mandaat van de eventuele vertegenwoordiger van de belastingplichtige, worden bij de notulen gevoegd);

6° de lezing van de art. 445, 451 en 452, WIB 92;

7° de eedaflegging van de getuige;

8° de verklaringen van de getuige in verband met :

- de graad van zijn verwantschap of aanverwantschap met de belastingplichtige;

- zijn sociale of beroepsmatige relatie met de belastingplichtige;

- de feiten die hem persoonlijk betreffen en op zijn getuigenis invloed kunnen hebben (zie 325/5);

9° de getuigenissen (vragen en antwoorden);

10° eventueel, de verklaringen van de belastingplichtige;

11° de lezing van de getuigenis en de verklaringen;

12° in voorkomend geval, de in de getuigenis of verklaringen aangebrachte wijzigingen;

13° de handtekening van de getuige en van de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger, voorafgegaan door de met de hand geschreven woorden "Gelezen en goedgekeurd"; de eventuele weigering tot ondertekenen van een van hen en de reden daarvan; de handtekening van de Inspecteur en van de ambtenaar die hem bijstaat.

Nummer 326/5

De Insp. die de notulen heeft ondertekend, betekent een voor eensluidend verklaard afschrift ervan bij ter post aangetekende brief, aan de belastingplichtige, uiterlijk binnen acht dagen na dagtekening van die notulen.