Parlementaire vraag nr. 12664 van de heer Van Rompuy van 24.10.2006
Parlementaire vraag nr. 12664 van de heer Van Rompuy dd. 24.10.2006
Beknopt Verslag, Kamercommissie Financiën, Com 1072, blz. 5-6
Kinderen ten laste - Nettobestaansmiddelen
VRAAG
De taxatiekantoren interpreteren de nettobestaansmiddelen die in aanmerking komen voor het berekenen van de aftrekken voor kinderen ten laste, niet allemaal op dezelfde manier. Kan er geen gelijke behandeling komen?
ANTWOORD (van de heer Jamar, staatssecretaris)
De beschreven situatie dateert van voor de wet van 10 augustus 2001 over de hervorming van de personenbelasting.
Krachtens die wet is het percentage van de forfaitaire beroepskosten op de eerste schijf van de bezoldigingen van werknemers verhoogd van 20 naar 25 procent.
Artikel 142 werd niet gewijzigd. De kosten die bij gebrek aan bewijzen van het bruto bedrag mogen worden afgetrokken om het nettobedrag te bepalen dat aangeeft of iemand ten laste is, zijn dus nog steeds op 20 procent vastgelegd. Als de bestaansmiddelen bestaan uit bezoldigingen van werknemers of uit baten, bedragen de aftrekbare kosten ten minste 250 euro.
Die berekeningswijze is ook opgenomen in de toelichting bij de aangifte in de personenbelasting en in een brochure van de FOD Financiën over studentenarbeid.
Het in artikel 142 vermelde forfait van 20 procent mag dus niet worden verward met het in artikel 51 bedoelde forfait.
Het nettobedrag van de bestaansmiddelen voor aanslagjaar 2006 voor de bezoldiging van een student als werknemer moet als volgt worden vastgesteld: van het brutobedrag worden eerst de persoonlijke bijdragen afgetrokken. Betreft het een studentencontract, dan wordt de eerste schijf van 2120 euro in mindering gebracht. Ten slotte wordt het resultaat van de vorige bewerking verminderd met ofwel de werkelijke kosten ofwel 20 procent van het resultaat van de vorige bewerking ofwel met 350 euro. Het hoogste bedrag wordt toegepast.
Deze principes zullen zo snel mogelijk in een administratieve circulaire worden opgenomen met als doel een eenvormige toepassing.
CONCLUSIE (van de heer Van Rompuy)
Het is goed dat de richtlijnen in een circulaire komen, zodat alle ontvangstkantoren hetzelfde doen.