Artikel 57, WIB 92
Art. 57, eerste, tweede en vierde lid, treedt in werking op 01.01.2023 (art. 9 en 46, 3de lid, W 21.12.2022 - B.S. 29.12.2022; Numac: 2022043130)
De volgende kosten worden slechts als beroepskosten aangenomen wanneer ze worden verantwoord door individuele fiches (...) die worden overgelegd in de vorm en binnen de termijn die de Koning bepaalt:
1° commissies, makelaarslonen, handels- of andere restorno's, toevallige of niet-toevallige vacatiegelden of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard die voor de verkrijgers al dan niet in België belastbare beroepsinkomsten zijn, behoudens de in artikel 30, 3°, bedoelde bezoldigingen;
2° bezoldigingen, pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen, betaald aan personeelsleden, aan gewezen personeelsleden of aan hun rechtverkrijgenden, met uitzondering van de sociale voordelen die ten name van de verkrijgers zijn vrijgesteld;
3° vaste vergoedingen toegekend aan de leden van het personeel als terugbetaling van werkelijke eigen kosten van de werkgever.
4° inkomsten als bedoeld in artikel 17, § 1, eerste lid, 3°, wat auteursrechten en naburige rechten betreft, en 5°.
Variabele vergoedingen toegekend aan de leden van het personeel als terugbetaling van werkelijke eigen kosten van de werkgever moeten worden verantwoord door individuele fiches (...) die worden overgelegd in de vorm en binnen de termijn die de Koning bepaalt.
Het eerste lid, 1°, is niet van toepassing wanneer de er beoogde kosten verbonden zijn aan de leveringen van goederen of diensten verricht door een belastingplichtige gevestigd op het grondgebied van de Gemeenschap in de zin van artikel 1, § 2, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde of in Noorwegen, IJsland of Liechtenstein, waarvoor overeenkomstig het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde of elke andere wettelijke of reglementaire bepaling toepasbaar op de belastingplichtige, een factuur of een document in de plaats ervan werd opgesteld.
In afwijking van het eerste lid, 1°, kan de Koning een drempel bepalen waaronder de er beoogde beroepskosten per jaar en per leverancier van goederen of dienstverrichter niet moeten worden verantwoord door de opmaak van een individuele fiche (...). De drempel mag niet meer dan 1.000 euro bedragen.
Elke gegevensverwerking die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is met de naleving van het eerste tot het vierde lid is een verwerking noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang in de zin van artikel 6 van de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG. Het doel van die gegevensverwerking is verenigbaar met de doeleinden die de fiscale bevoegdheden omschreven in dit Wetboek nastreven. Dit Wetboek vormt de rechtsgrondslag in de zin van artikel 6, lid 3, van de voornoemde Verordening voor de verwerking van de gegevens tijdens de uitoefening van de erin omschreven fiscale bevoegdheden. De uitoefening van die fiscale bevoegdheden vormt in het kader van gegevensverwerking een gewichtige reden van algemeen belang.