Artikel 145^48, WIB 92

Onderafdeling IIvicies en art. 145^48, zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 (art. 2, 3 en 9, W 11.03.2018 - B.S. 23.03.2018; Numac: 2018011281)

Er wordt een belastingvermindering verleend voor de uitgaven die de belastingplichtige heeft gedaan in het kader van een adoptieprocedure waarin een erkende adoptiedienst tussenkomt.

Als uitgaven gedaan in het kader van een adoptieprocedure worden aangemerkt:

1° in geval van een binnenlandse adoptie:

a) uitgaven met betrekking tot de geschiktheidsprocedure;

b) uitgaven voor kosten die worden aangerekend door een erkende adoptiedienst;

2° in geval van een interlandelijke adoptie:

a) uitgaven met betrekking tot de geschiktheidsprocedure;

b) uitgaven voor kosten die worden aangerekend door een in België erkende adoptiedienst;

c) op voorwaarde dat de adoptie in België wordt erkend of bij vonnis wordt uitgesproken, uitgaven voor dossierkosten in het land van herkomst van het adoptiekind;

d) op voorwaarde dat de adoptie in België wordt erkend of bij vonnis wordt uitgesproken, uitgaven voor één heen- en terugreis van de adoptieouder, desgevallend de beide adoptieouders, naar het land van herkomst van het adoptiekind en de vervoerskosten van het adoptiekind naar de woonplaats van de adoptieouder of adoptieouders;

e) op voorwaarde dat de adoptie in België wordt erkend of bij vonnis wordt uitgesproken, uitgaven voor de verblijfskosten van de adoptieouder, desgevallend de beide adoptieouders, in het land van herkomst van het adoptiekind.

De belastingvermindering wordt verleend in het belastbare tijdperk waarin de adoptieprocedure wordt beëindigd voor de uitgaven die zijn gedaan in dat belastbare tijdperk en de vijf daaraan voorafgaande belastbare tijdperken.

De belastingvermindering is gelijk aan 20 % van de in aanmerking komende uitgaven. Ze kan niet meer bedragen dan 4.000 euro per adoptieprocedure. Wanneer de adoptieprocedure door twee belastingplichtigen is ingezet, wordt dit maximumbedrag voor elk van die belastingplichtigen beperkt tot de helft.

In geval van een gemeenschappelijke aanslag wordt de belastingvermindering evenredig omgedeeld in functie van het overeenkomstig artikel 130 belaste inkomen van elk der echtgenoten ten opzichte van de som van de overeenkomstig artikel 130 belaste inkomens van de beide echtgenoten.

De Koning bepaalt de nadere voorwaarden waaraan de in het tweede lid bedoelde uitgaven moeten voldoen om voor de belastingvermindering in aanmerking te komen. Hij kan per land van herkomst of per groep van landen van herkomst een maximumbedrag per dag vastleggen voor de in het tweede lid, e, bedoelde uitgaven voor verblijfskosten. De Koning bepaalt tevens wanneer de adoptieprocedure als beëindigd moet worden aangemerkt.