Parlementaire vraag nr. 8657 van de heer Chabot van 16.11.2005
Beknopt Verslag, Kamercommissie Financiën, Com 742, blz. 1-2
Onroerende goederen - Beroepsgebruik door huurder - Huurinkomsten
VRAAG
Een eigenaar die een gebouw verhuurt voor privé-gebruik wordt belast op het geïndexeerd kadastraal inkomen, verhoogd met 40 procent. Het komt echter vaak voor dat een loontrekkende huurder, zonder medeweten van de eigenaar, aanspraak maakt op de aftrek van beroepskosten voor het gebruik van een gedeelte van het gebouw als kantoor en in dat geval wordt de eigenaar belast op het "excedentair huurinkomen", namelijk op een gedeelte van de huurprijs dat door de fiscus als "voor beroepsdoeleinden" wordt aangemerkt.
Het burgerlijk recht biedt de eigenaar één enkele mogelijkheid om een geding aan te spannen tegen zijn huurder, met name wanneer in de huurovereenkomst is opgenomen dat het goed uitsluitend voor privé-doeleinden mag worden gebruikt. De administratie neemt hetzelfde standpunt in.
Hoewel dit juridisch correct is, is die situatie onrechtvaardig voor de eigenaar die van een rechtszaak afziet of kan zij leiden tot een overbelasting van de rechtbanken.
Vereisen de principes van een deugdelijk bestuur en de goede relatie tussen de fiscus en de burgers niet dat uw departement zijn standpunt zou herzien? Zou het ter zake geen bemiddelende rol kunnen spelen wanneer de huurovereenkomst voorziet in het exclusief gebruik van de woning voor privé-doeleinden?
ANTWOORD (van de heer Jamar, Staatssecretaris)
Hoewel ik op menselijk vlak begrip heb voor uw vraag, is het standpunt van de administratie conform het burgerlijk en het fiscaal recht. Aangezien dat laatste strikt moet worden geïnterpreteerd en stringent moet worden toegepast, mag daar niet van worden afgeweken. Bovendien is onze administratie geenszins bevoegd inzake de contractuele relatie tussen eigenaars en huurders.