Parlementaire vraag nr. 566 van de heer Schalck van 16.01.2001



Vr. en Antw., Kamer, 2000-2001, nr. 70, blz. 7922-7924

Bull. nr. 816, pag. 1305

W/w-verkeer - Fiets - Vergoedingen

VRAAG

Artikel 38, 14°, van het WIB 1992 stelt de kilometervergoeding voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling vrij van belastingen voor een bedrag van maximum 6 frank per kilometer. Deze vrijstelling kan niet gecombineerd worden met de fiscale vrijstelling tot maximum 5 000 frank per jaar van de vergoedingen die de werknemer ontvangt voor het woon-werkverkeer indien hij of zij geen gebruik maakt van de mogelijkheid om de reële beroepskosten af te trekken.

De praktijk leert dat bepaalde werkgevers opteren voor een fietsvergoeding in de vorm van een forfaitair bedrag - doorgaans op maandbasis - in plaats van een kilometervergoeding. Andere werkgevers stellen een bedrijfsfiets of een lease-fiets ter beschikking; een voordeel in natura dat normaal gesproken ook in termen van een bepaald bedrag per maand of per jaar wordt uitgedrukt.

Bij het omrekenen van dergelijke niet-afstandsgebonden fietsvergoedingen naar kilometervergoedingen kan het gebeuren dat een deel van de vergoeding als een belastbaar voordeel van alle aard moet worden aangegeven. Een fietser die 1,5 km van zijn werk woont en een bedrijfsfiets ter beschikking krijgt ter waarde van 600 frank per maand, zou op 204 frank belastingen moeten betalen (600 - 1,5 × 2 × 22 werkende dagen).

1. Is deze interpretatie van de fiscale wetgeving strikt juridisch gezien correct?

2.

a) Wordt de wetgeving in de praktijk ook consequent op deze manier toegepast?

b) Zijn uw administratie gevallen bekend waarbij fietsers belast worden op (een deel van de) tussenkomst van de werkgever in de vorm van een forfaitaire maand- of jaarvergoeding of van een fiets van de werkgever?

ANTWOORD

Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden op de gestelde vragen te willen vinden.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 38, eerste lid, 14°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) is de kilometervergoeding toegekend voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling vrijgesteld voor een bedrag van maximum 6 frank per kilometer.

Deze vrijstelling geldt uitsluitend voor kilometervergoedingen die specifiek en uitdrukkelijk voor het daadwerkelijk gebruik van de fiets voor woonwerkverplaatsingen worden toegekend, met uitsluiting dus van alle andere algemene vergoedingen voor het woon-werkverkeer. Die andere vergoedingen kunnen in voorkomend geval slechts in de mate als vermeld in artikel 38, eerste lid, 9°, WIB 92 worden vrijgesteld, zelfs wanneer de werknemer de verplaatsing tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling met de fiets uitvoert.

De terbeschikkingstelling van een fiets door de werkgever wordt geenszins als een in artikel 38, eerste lid, 14°, WIB 92 bedoelde vergoeding aangemerkt.

De fietsvergoeding moet afzonderlijk op de individuele fiche 281.10 worden vermeld overeenkomstig de nrs. 29 en 45 van het Bericht aan de werkgevers en aan de andere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten (Belgisch Staatsblad van 13 april 2000).

Krachtens artikel 31 WIB 92 zijn alle beloningen die voor de werknemer de opbrengst zijn van arbeid in dienst van een werkgever als bezoldigingen belastbaar. Tot die bezoldigingen behoren tevens de voordelen van alle aard verkregen uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid. Als een voordeel van alle aard wordt onder meer beschouwd het voordeel uit het persoonlijk gebruik van een vervoermiddel (dus ook van een fiets) dat kosteloos ter beschikking van de verkrijger is gesteld.

Of in de praktijk een belastbaar voordeel in aanmerking moet worden genomen, is evenwel afhankelijk van de feitelijke en juridische omstandigheden die eigen zijn aan elk geval afzonderlijk.

Overeenkomstig artikel 36 WIB 92 gelden de anders dan in geld verkregen voordelen van alle aard voor de werkelijke waarde bij de verkrijger, behalve wanneer het bedrag van het voordeel overeenkomstig artikel 18 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 92 op een vast bedrag moet worden geraamd. Bij gebrek aan dergelijke forfaitaire raming van het voordeel dat een werknemer verkrijgt doordat hij gratis de beschikking heeft over een fiets van de werkgever, moet het bedrag van het voordeel derhalve worden vastgesteld op basis van de persoonlijke besparing die de werknemer doet.

Gelet op hetgeen voorafgaat is het belastbaar voordeel in het voorbeeld van de vraag van het geachte lid gelijkt aan 600 frank per maand.

Tenslotte kan ik het geachte lid nog meedelen dat de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit momenteel een circulaire voorbereidt in verband met het fiscaal stelsel van de fietsvergoeding. Van zodra die circulaire voltooid zal zijn, zal hem daarvan een exemplaar worden toegezonden.