Artikel 145^26, WIB 92

Art. 145^26, § 3, eerste lid, 3°, is van toepassing 10 dagen na publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad (25.07.2022) (art. 11, W 05.07.2022 - B.S. 15.07.2022; Numac: 2022032714)


§ 1. Er wordt een belastingvermindering verleend voor de betalingen voor:

a) nieuwe aandelen op naam verworven met inbrengen in geld die een fractie vertegenwoordigen van het kapitaal van een in § 3, eerste lid, bedoelde vennootschap en waarop de belastingplichtige, hetzij rechtstreeks, hetzij via een crowdfundingplatform, heeft ingeschreven naar aanleiding van de oprichting van die vennootschap of een kapitaalverhoging binnen de vier jaar na de oprichting ervan en die hij volledig heeft volstort;

b) nieuwe beleggingsinstrumenten uitgegeven door een special purpose vehicle als bedoeld in artikel 2, lid 1, q), van Verordening (EU) nr. 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937, en waarop de belastingplichtige via een crowdfundingplatform heeft ingeschreven, op voorwaarde dat het special purpose vehicle de betalingen van de belastingplichtigen, desgevallend na aftrek van een vergoeding voor zijn intermediaire rol, rechtstreeks investeert in nieuwe aandelen op naam die een fractie vertegenwoordigen van het kapitaal van een in § 3, eerste lid, bedoelde vennootschap, naar aanleiding van de oprichting van die vennootschap of een kapitaalverhoging binnen de vier jaar na de oprichting ervan en die het volledig heeft volstort. Emittenten van certificaten van aandelen worden gelijkgesteld met special purpose vehicles;

c) nieuwe rechten van deelneming, verworven met inbrengen in geld, die een fractie vertegenwoordigen van het kapitaal in een openbaar startersfonds of een private startersprivak, die voldoet aan de in § 2 gestelde voorwaarden en waarop de belastingplichtige heeft ingeschreven naar aanleiding van de uitgifte van die rechten van deelneming.

Het in het eerste lid bedoelde crowdfundingplatform is een crowdfundingdienstverlener als bedoeld in artikel 2, lid 1, e), van voornoemde Verordening (EU) nr. 2020/1503 en dat is vergund door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten of door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomstovereenkomstig artikel 12 van deze Verordening.

Voor de toepassing van dit artikel wordt een vennootschap geacht te zijn opgericht op datum van de neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie van de ondernemingsrechtbank of van een gelijkaardige registratieformaliteit in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

Wanneer de activiteit van de vennootschap bestaat uit de voortzetting van een werkzaamheid die voorheen werd uitgeoefend door een natuurlijke persoon of een andere rechtspersoon, wordt de vennootschap, in afwijking van het derde lid, geacht te zijn opgericht op het ogenblik van de eerste inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen door die natuurlijke persoon, respectievelijk van de neerlegging van de oprichtingsakte van die andere rechtspersoon ter griffie van de ondernemingsrechtbank of van het vervullen van een gelijkaardige registratieformaliteit door die natuurlijke persoon of andere rechtspersoon in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

§ 2. Het in § 1, eerste lid, c, bedoelde openbaar startersfonds en de in § 1, eerste lid, c, bedoelde private startersprivak zijn beleggingsvennootschappen met een vast aantal rechten van deelneming, respectievelijk opgenomen op de lijst van openbare startersfondsen opgesteld door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, en de lijst van private startersprivaks opgesteld door de Federale Overheidsdienst Financiën.

De rechten van deelneming in het openbaar startersfonds en de private startersprivak zijn op naam gesteld.

Het openbaar startersfonds en de private startersprivak investeren de inbrengen, desgevallend na aftrek van een vergoeding voor hun intermediaire rol, uitsluitend in de hierna vermelde investeringen en binnen de hierna vermelde grenzen:

1° ten minste 80 % wordt rechtstreeks geïnvesteerd in nieuwe aandelen op naam die een fractie vertegenwoordigen van het kapitaal van in § 3, eerste lid, bedoelde vennootschappen die worden uitgegeven naar aanleiding van de oprichting van een dergelijke vennootschap of een kapitaalverhoging binnen de vier jaar na de oprichting ervan en die volledig worden volstort;

2° ten hoogste 20 % wordt aangehouden onder de vorm van contanten op een rekening in euro of in een munt van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

Indien een openbaar startersfonds of een private startersprivak compartimenten opricht, wordt de naleving van de bepalingen van het voorgaande lid gecontroleerd voor elk compartiment afzonderlijk waarvoor de belastingvermindering wordt toegekend.

De rechten van deelneming in een openbaar startersfonds of in een private startersprivak komen enkel voor de belastingvermindering in aanmerking van zodra op 31 december van een belastbaar tijdperk blijkt dat de opgehaalde sommen zijn geïnvesteerd in nieuwe aandelen binnen de in het derde lid bedoelde grenzen en voorwaarden. De belastingvermindering wordt toegekend voor het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbaar tijdperk waarin de datum van 31 december valt waarop aan de in het derde lid bedoelde investeringsvoorwaarde is voldaan.

Bij vervreemding van een in het derde lid, 1°, bedoelde investering, tijdens de termijn van 48 maanden na het einde van het belastbaar tijdperk waarvoor de belastingvermindering wordt toegekend, zijn de volgende bepalingen van toepassing:

1° indien de opbrengst van de vervreemding lager is dan 70 % van het bedrag van de oorspronkelijke investering, moeten de betrokken bedragen niet opnieuw worden geïnvesteerd;

2° indien de opbrengst van de vervreemding is begrepen tussen de 70 % en 100 % van het bedrag van de oorspronkelijke investering, moeten de betrokken bedragen volledig opnieuw worden geïnvesteerd in in het derde lid, 1°, bedoelde nieuwe aandelen op naam, binnen de zes maanden vanaf het moment van de vervreemding;

3° indien de opbrengst van de vervreemding het bedrag van de oorspronkelijke investering overschrijdt, moet een bedrag dat gelijk is aan het bedrag van de oorspronkelijke investering opnieuw worden geïnvesteerd in in het derde lid, 1°, bedoelde nieuwe aandelen op naam, binnen de zes maanden vanaf het moment van de vervreemding.

Onder de in het zesde lid bedoelde "vervreemding van een investering", wordt eveneens bedoeld, de sluiting van de vereffening van de vennootschap waarin werd geïnvesteerd.

De in het zesde lid bedoelde verplichting om opnieuw te investeren is niet van toepassing indien de voormelde termijn van zes maanden afloopt na het verstrijken van de termijn van 48 maanden na het einde van het belastbaar tijdperk waarvoor de belastingvermindering wordt toegekend.

§ 3. Dit artikel is van toepassing op de aandelen van een vennootschap die tezelfdertijd aan alle onderstaande voorwaarden voldoet:

1° de vennootschap is een binnenlandse vennootschap of een vennootschap waarvan voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer gevestigd is in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die over een in artikel 229 bedoelde Belgische inrichting beschikt, die ten vroegste op 1 januari 2013 werd opgericht;

2° de vennootschap is niet opgericht in het kader van een fusie of splitsing van vennootschappen;

3° de vennootschap wordt (...) als kleine vennootschap aangemerkt voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de kapitaalinbreng wordt gedaan;

4° de vennootschap is geen beleggings-, thesaurie- of financieringsvennootschap;

5° de vennootschap is geen vennootschap met als statutair hoofddoel of voornaamste activiteit de oprichting, de verwerving, het beheer, de verbouwing, de verkoop of de verhuur van vastgoed voor eigen rekening of het bezit van deelnemingen in vennootschappen met een soortgelijk doel, noch een vennootschap waarin onroerende goederen of andere zakelijke rechten met betrekking tot dergelijke goederen zijn ondergebracht, waarvan natuurlijke personen die in de vennootschap een opdracht of functies als bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1°, uitoefenen, hun echtgenoot of hun kinderen wanneer die personen of hun echtgenoot het wettelijk genot van de inkomsten van die kinderen hebben, het gebruik hebben;

6° de vennootschap is geen vennootschap die is opgericht met het oog op het afsluiten van een management- of bestuurdersovereenkomst of die haar voornaamste bron van inkomsten haalt uit management- of bestuurdersovereenkomsten;

7° de vennootschap is een niet-beursgenoteerde vennootschap;

8° de vennootschap heeft nog geen kapitaalvermindering doorgevoerd, behoudens de kapitaalverminderingen ter aanzuivering van een geleden verlies of om een reserve te vormen tot dekking van een voorzienbaar verlies, of dividenden uitgekeerd;

9° de vennootschap maakt niet het voorwerp uit van een collectieve insolventieprocedure of bevindt zich niet in de voorwaarden van een collectieve insolventieprocedure;

10° de vennootschap gebruikt de ontvangen sommen niet voor de uitkering van dividenden of de aankoop van aandelen, noch voor het verstrekken van leningen;

11° de vennootschap heeft na de betaling van de in § 1, eerste lid, a en b, bedoelde sommen door respectievelijk de belastingplichtige of het special purpose vehicle, of de in § 2, derde lid, 1°, bedoelde investering door een openbaar startersfonds of een private startersprivak niet meer dan 500.000 euro ontvangen via de toepassing van dit artikel.

Aan de in het eerste lid, 4° tot 6° en 10°, vermelde voorwaarden moet door de vennootschap worden voldaan gedurende de 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen van de vennootschap.

De belastingvermindering is niet van toepassing op:

1° uitgaven die in aanmerking zijn genomen voor de toepassing van artikel 145^1, 4° of 145^32;

2° betalingen voor het verwerven van aandelen, rechtstreeks of via een crowdfundingplatform als bedoeld in § 1, eerste lid, a, via een special purpose vehicle als bedoeld in § 1, eerste lid, b, of via een openbaar startersfonds of een private startersprivak als bedoeld in § 1, eerste lid, c, in een vennootschap:

a) waarin de belastingplichtige, rechtstreeks of onrechtstreeks, op het ogenblik van de kapitaalinbreng, een in artikel 32, eerste lid, bedoelde bedrijfsleider is;

b) waarin de belastingplichtige, rechtstreeks of onrechtstreeks, een in artikel 32, eerste lid, bedoelde bedrijfsleider is, tenzij hij daarvoor geen vergoeding verkrijgt;

c) waarin de belastingplichtige, als vaste vertegenwoordiger van een andere vennootschap een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een gelijksoortige functie uitoefent;

d) die een aannemings- of lastgevingsovereenkomst heeft gesloten met een andere vennootschap waarvan de belastingplichtige aandeelhouder is, en waarbij die andere vennootschap er zich toe heeft verbonden om tegen vergoeding een leidende werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard op zich te nemen in de eerste vennootschap;

3° betalingen voor het verwerven van aandelen van een vennootschap, rechtstreeks of via een crowdfundingplatform als bedoeld in § 1, eerste lid, a, via een special purpose vehicle als bedoeld in § 1, eerste lid, b, of via een openbaar startersfonds of een private startersprivak als bedoeld in § 1, eerste lid, c met betrekking tot het gedeelte van die aandelen waardoor de belastingplichtige een vertegenwoordiging van meer dan 30 % van het kapitaal van die vennootschap bekomt.

4° betalingen voor het verwerven van aandelen van een vennootschap, rechtstreeks of via een crowdfundingplatform als bedoeld in § 1, eerste lid, a, via een special purpose vehicle als bedoeld in § 1, eerste lid, b, of via een openbaar startersfonds of een private startersprivak als bedoeld in § 1, eerste lid, c onder de vorm van een quasi-inbreng als bedoeld in de artikel 7:8 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

De betalingen voor in § 1, eerste lid, a, bedoelde aandelen, in § 1, eerste lid, b, bedoelde beleggingsinstrumenten en in § 1, eerste lid, c, bedoelde rechten van deelneming komen voor de belastingvermindering in aanmerking tot een bedrag van 100.000 euro per belastbaar tijdperk. Dit bedrag van 100.000 euro per belastbaar tijdperk wordt desgevallend verminderd met het bedrag van de in aanmerking genomen betalingen voor het betreffende belastbaar tijdperk voor de toepassing van artikel 145^27.

De belastingvermindering is gelijk aan 30 % van het in aanmerking te nemen bedrag, na aftrek van de in § 1, eerste lid, b, en § 2, derde lid, bedoelde vergoedingen en eventuele andere verbonden kosten.

Het in het vijfde lid vermelde percentage wordt verhoogd tot 45 % voor de in § 1, eerste lid, a en b, vermelde betalingen wanneer de vennootschap waarin de belastingplichtige zelf of het special purpose vehicle heeft geïnvesteerd voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de kapitaalinbreng wordt gedaan, een microvennootschap is in de zin van artikel 1:25 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

De bedragen in euro vermeld in deze paragraaf worden niet geïndexeerd overeenkomstig artikel 178.

§ 4. De betalingen voor in § 1, eerste lid, a, bedoelde aandelen of voor in § 1, eerste lid, b, bedoelde beleggingsinstrumenten, komen voor de belastingvermindering in aanmerking op voorwaarde dat de in § 3, eerste lid, bedoelde vennootschap of het in § 1, eerste lid, b, bedoelde special purpose vehicle aan de belastingplichtige tot staving van zijn aangifte in de personenbelasting van het belastbare tijdperk waarin de betaling is gedaan, het bewijs verstrekt waaruit blijkt dat:

- voldaan is aan de in §§ 1 en 3 gestelde voorwaarden;

- de belastingplichtige de aandelen of de beleggingsinstrumenten in het belastbaar tijdperk heeft aangeschaft en deze op het einde van dat belastbaar tijdperk nog in zijn bezit heeft.

De betalingen voor de in § 1, eerste lid, c, bedoelde rechten van deelneming komen voor de belastingvermindering in aanmerking op voorwaarde dat het in § 1, eerste lid, c, bedoelde openbaar startersfonds of private startersprivak de belastingplichtige tot staving van zijn aangifte in de personenbelasting van het belastbare tijdperk waarin de datum van 31 december valt waarop aan de in § 2, derde lid, bedoelde investeringsvoorwaarde is voldaan, het bewijs verstrekt waaruit blijkt dat:

- voldaan is aan de in de §§ 1 tot 3 gestelde voorwaarden;

- de belastingplichtige de rechten van deelneming heeft aangeschaft in het beoogde belastbaar tijdperk of een vorige periode en deze op het einde van dat belastbaar tijdperk nog in zijn bezit heeft.

§ 5. De in § 1 bedoelde belastingvermindering wordt slechts behouden op voorwaarde dat de vennootschap, het special purpose vehicle, het openbaar startersfonds of de private startersprivak de belastingplichtige tot staving van zijn aangiften in de personenbelasting van de vier belastbare tijdperken volgend op het belastbaar tijdperk waarvoor de belastingvermindering wordt toegekend, het bewijs verstrekt dat hij de betrokken in § 1, eerste lid, a, bedoelde aandelen, de betrokken in § 1, eerste lid, b, bedoelde beleggingsinstrumenten of de betrokken in § 1, eerste lid, c, bedoelde rechten van deelneming nog in zijn bezit heeft. Aan deze voorwaarde moet niet meer worden voldaan met ingang van het belastbare tijdperk waarin de belastingplichtige is overleden.

Wanneer de betrokken aandelen bedoeld in § 1, eerste lid, a en b, of de betrokken beleggingsinstrumenten bedoeld in § 1, eerste lid, b, anders dan bij overlijden worden overgedragen binnen de 48 maanden na de aanschaffing ervan, wordt de totale belasting met betrekking tot de inkomsten van het belastbare tijdperk van de vervreemding vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan zoveel maal één achtenveertigste van de overeenkomstig § 1 voor die aandelen of de beleggingsinstrumenten van die aandelen of die beleggingsinstrumenten werkelijk verkregen belastingvermindering, als er volle maanden overblijven tot het einde van de periode van 48 maanden.

Wanneer de betrokken in § 1, eerste lid, c, bedoelde rechten van deelneming anders dan bij overlijden worden overgedragen binnen de 48 maanden na het einde van het belastbaar tijdperk waarvoor de belastingvermindering wordt toegekend, wordt de totale belasting met betrekking tot de inkomsten van het belastbare tijdperk van de vervreemding vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan zoveel maal één achtenveertigste van de overeenkomstig § 1 voor die rechten van deelneming werkelijk verkregen belastingvermindering, als er volle maanden overblijven tot het einde van de termijn van 48 maanden.

Onder het in het tweede en derde lid bedoelde woord "overgedragen" dient eveneens te worden verstaan, de sluiting van de vereffening van de vennootschap waarin werd geïnvesteerd, van het special purpose vehicle, het openbaar startersfonds of de private startersprivak.

Wanneer de sluiting van de vereffening het gevolg is van de faillietverklaring van de vennootschap waarin werd geïnvesteerd, moet niet meer worden voldaan aan de in het eerste lid bedoelde voorwaarde met ingang van het belastbare tijdperk waarin die sluiting van de vereffening ten gevolge van faillietverklaring heeft plaats gevonden.

De in § 1, eerste lid, c, bedoelde belastingvermindering voor het verwerven van rechten van deelneming van een openbaar startersfonds of een private startersprivak wordt bovendien slechts behouden op voorwaarde dat de in § 2, zesde lid, bedoelde verplichtingen worden nageleefd.

Wanneer de in § 2, zesde lid, bedoelde verplichtingen niet worden nageleefd op het einde van de in § 2, zesde lid, bedoelde termijn van zes maanden wordt de totale belasting met betrekking tot de inkomsten van het belastbare tijdperk waarin wordt vastgesteld dat die verplichtingen door het openbaar startersfonds of de private startersprivak niet worden nageleefd, vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan zoveel maal één achtenveertigste van de overeenkomstig § 1 voor die rechten van deelneming werkelijk verkregen belastingvermindering, als er volle maanden overblijven vanaf het begin van bovenvermelde termijn van zes maanden tot het einde van de termijn van 48 maanden.

De in § 1 vermelde belastingvermindering wordt slechts behouden op voorwaarde dat de in § 3, tweede lid en derde lid, 2°, b tot d, gestelde voorwaarden worden nageleefd.

Wanneer de in § 3, tweede lid, vermelde voorwaarde niet wordt nageleefd gedurende de 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen van de vennootschap, wordt de totale belasting met betrekking tot de inkomsten van het belastbare tijdperk waarin wordt vastgesteld dat die voorwaarde niet wordt nageleefd, vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan zoveel maal één achtenveertigste van de overeenkomstig § 1 voor die aandelen, beleggingsinstrumenten of rechten van deelneming werkelijk verkregen belastingvermindering, als er volle maanden overblijven vanaf de datum waarop de voorwaarde niet wordt nageleefd tot het einde van de termijn van 48 maanden.

Wanneer een van de in § 3, derde lid, 2°, b tot d, vermelde voorwaarden niet wordt nageleefd gedurende de 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen van de vennootschap, wordt de totale belasting met betrekking tot de inkomsten van het belastbare tijdperk waarin wordt vastgesteld dat die voorwaarde niet wordt nageleefd, vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan zoveel maal één achtenveertigste van de overeenkomstig § 1 voor die aandelen, beleggingsinstrumenten of rechten van deelneming werkelijk verkregen belastingvermindering, als er volle maanden overblijven vanaf de datum waarop de voorwaarde niet wordt nageleefd tot het einde van de termijn van 48 maanden.

§ 6. De Koning bepaalt de wijze waarop het in § 4 en § 5, eerste lid, bedoelde bewijs wordt geleverd.

De Koning bepaalt de formaliteiten die een openbaar startersfonds of een private startersprivak moet vervullen om aan te tonen dat aan de in § 2, derde en zesde lid, gestelde voorwaarden wordt voldaan.