Parlementaire vraag nr. 1215 van de heer Benoît Piedboeuf van 07.11.2022

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/099 d.d. 16.12.2022, blz. 148


Investeringsplafond in het kader van de taxshelter

VRAAG (van de heer Piedboeuf)

In het kader van de coronacrisis werd het investeringsplafond opgetrokken tot twee miljoen euro, dit is dubbel zoveel als voorheen. In afwijking van artikel 194ter, § 3, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2019, wordt het bedrag van 850.000 euro verhoogd tot 1.700.000 euro voor het belastbare tijdperk in de loop waarvan de raamovereenkomst wordt getekend en dat afsluit vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet tot 30 december 2020 inbegrepen. In afwijking van artikel 194ter, § 3, zesde lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2019, wordt het bedrag van 1.000.000 euro verhoogd tot 2.000.000 euro voor het belastbare tijdperk in de loop waarvan de raamovereenkomst wordt getekend en dat afsluit vanaf 31 december 2020 tot 31 december 2022 inbegrepen. Nu de ene crisis de andere opvolgt, zullen het vooruitzicht van een recessie en de sterk oplopende inflatie de hele economie verzwakken, wat onrechtstreeks consequenties zal hebben voor de filmindustrie en de audiovisuele industrie, die immers rechtstreeks afhankelijk zijn van de gezonde toestand van de bedrijven en hun vermogen om winst te maken. De inningen in het kader van de taxshelter zullen in 2022 dan wel betrekkelijk stabiel zijn (wat onder meer verband houdt met de verdubbeling van het maximumplafond), het jaar 2023 belooft bijzonder hachelijk te worden. Bovendien kampen de bioscopen sinds de coronacrisis met sterk teruglopende bezoekersaantallen. Ze kregen 30 à 50 % minder bezoekers over de vloer, wat een impact had op de waardeketen van een film en bijgevolg op de financiële middelen waarover de producenten kunnen beschikken. De algemene crisis die we doormaken, mag met andere woorden geen nefaste invloed hebben op een ander segment van onze economie, met name de audiovisuele sector, die toch van fundamenteel belang is voor het evenwicht van de maatschappij (zoals we tijdens de coronacrisis konden vaststellen). Zou het in die omstandigheden en bij gebrek aan de bepaling van een nieuwe berekeningswijze van het bedrag dat de bedrijven mogen inbrengen in het kader van de taxshelter (momenteel kunnen enkel bedrijven die meer dan 125.000 euro winst vóór belastingen maken er gebruik van maken en enkel ten belope van 9 % van hun belastbare basis) niet wenselijk zijn om de doorbreking van het plafond tot een bedrag van twee miljoen euro te bestendigen? En om tegelijk ook te voorzien in de jaarlijkse indexering van dat bedrag op basis van de gezondheidsindex?

ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)

Het is allereerst van belang te duiden dat wanneer er geen of niet genoeg winst is tijdens een belastbaar tijdperk waarin er op de tijdelijke vrijstelling aanspraak kan worden gemaakt, de niet-toegekende vrijstelling op de winsten van de volgende belastbare tijdperken wordt verleend. De vrijstelling mag voor elk van die belastbare tijdperken echter niet meer bedragen dan 50 % van de belastbare gereserveerde winst met een maximum van in principe 1.000.000 euro. Bijgevolg kunnen ondernemingen die in een bepaald jaar geen of onvoldoende winst voor belasting hebben, maar dat in een volgend belastbaar tijdperk wel verwachten ook wel degelijk investeren in de taxshelter. Gedurende de COVID-19-crisis werd de vrijstelling die een investeerder maximaal kan genieten inderdaad tijdelijk opgetrokken tot een maximum van 2.000.000 euro, voor belastbare tijdperken waarin het tarief van de vennootschapsbelasting 25 % bedraagt. De reden hiervan was dat gedurende de belastbare tijdperken die getroffen werden door de COVID-19-crisis er een gebrek aan belastbare gereserveerde winst zou zijn bij een groot aantal investeerders waardoor de algehele fondsenwerving via de taxshelter zou afnemen. Zoals u terecht aanhaalt zijn de opgehaalde taxshelter-fondsen tijdens de COVID-19-crisis mede daardoor stabiel gebleven. Meer nog, zoals onderstaande gegevens in de tabel hieronder aantonen is er zelfs een toename op te merken in de beoogde fiscale vrijstelling ten gevolge van het taxshelter-stelsel. Er valt dan ook te verwachten dat wanneer de verhoging tot 2.000.000 euro van de vrijstelling die een investeerder maximaal kan genieten permanent wordt ingevoerd dit een aanzienlijke budgettaire kost met zich meebrengt.