Parlementaire vraag nr. 596 van de heer Anciaux van 07.11.1997
Vr. en Antw., Senaat, 1997-1998, nr. 1-63, blz. 3237-3238
Hypotheeklening. - Gedwongen verkoop.
VRAAG
Het antwoord dat ik ontving op de door mij gestelde vraag nr. 286 van 25 juli 1997 bevredigt mij geenszins.
Ik herhaal de vraag en voeg er enkele elementen ter verduidelijking bij.
Onder bepaalde voorwaarden kunnen belastingplichtigen afbetaald kapitaal en interesten van hypothecaire leningen in mindering brengen van het jaarlijks belastbaar inkomen.
Mij zijn gevallen bekend waarbij door bepaalde omstandigheden belastingplichtigen niet meer in staat zijn de door hen aangegane lening te kunnen afbetalen.
Verplichte verkoop van de woning brengt bijvoorbeeld niet het gewenste bedrag op en het verschil blijft vorderbaar op de eigenaar door een bankinstelling.
Na het leggen van loonbeslag krijgt de (vorige) eigenaar nog alleen de wettelijk toegelaten loonuitkering zonder vakantiegeld of eindejaarspremie.
Op het resterend uitgekeerd loon moet dan wel tenvolle belastingen betaald worden zonder recht op mogelijkheid van aftrek van de door de bankinstelling ingehouden bedragen voor de afbetaling van de schulden.
De personen die hun huis wegens verplichte verkoop moeten afstaan, kunnen geen aftrek meer genieten van kapitaal en interest. Zij dragen daarentegen wel af aan de bankinstelling voor het huis in kwestie.
Kan voor deze categorie van belastingplichtigen geen regeling getroffen worden zodat ook zij de verplicht ingehouden uitgaven in mindering kunnen brengen?
ANTWOORD
Zoals het geachte lid zelf aanstipt kunnen de kapitaalaflossingen en de interesten met betrekking tot sommige hypothecaire leningen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking worden genomen bij de regularisatie van de belastingtoestand van de belastingplichtige.
Daar die voorwaarden in het beoogde geval (verkoop van de enige woning) niet zijn vervuld (de betalingen dienen immers niet meer voor de aflossing van een hypothecaire lening, maar voor de terugbetaling van een niet-hypothecaire schuld bij de financiële instelling), zal het geachte lid wel begrijpen dat het mij niet mogelijk is een positief antwoord op zijn vraag te verstrekken.
Wat de bijzondere interestaftrek betreft is trouwens eveneens vereist dat het onroerend inkomen het kadastraal inkomen van de woning in kwestie omvat, wat uiteraard niet mogelijk is indien de belastingplichtige geen woning heeft.
Wat ten slotte de gewone interestaftrek betreft, wens ik er nog op te wijzen dat de belastingplichtige geen enkele baat heeft bij een positief antwoord, daar die aftrek beperkt is tot de inkomsten van onroerende goederen en de belastingplichtige, na de verkoop van zijn enige woning, geen dergelijke inkomsten meer heeft.