Parlementaire vraag nr. 549 van de heer Erik Gilissen van 19.07.2021

Op zijn website herinnert BELSPO aan zijn functies: (https://www.belspo.be/belspo/organisation/fisc_nl.stm): "BELSPO (POD Wetenschapsbeleid) heeft twee taken in het kader van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing: 1. Aanmelding van de OO-activiteiten. Deze registratie is een verplichting voor de bedrijven alvorens ze de vrijstelling mogen toepassen. Op deze registratie volgt geen goedkeuring of recht, het bedrijf is verantwoordelijk voor wat geregistreerd wordt, FOD Financiën bepaalt via controles of de vrijstelling van toepassing is of niet. 2. Advies aan bedrijven en FOD Financiën. BELSPO doet enkel een uitspraak over uw aanmelding op uw verzoek door het aankruisen van het vakje "adviesaanvraag met betrekking tot de validiteit van het project/programma" op het aanmeldingsformulier of op verzoek van de Federale Overheidsdienst Financiën. BELSPO gaat dan na of voldaan is aan de diplomavereisten, en/of de aangemelde onderzoeks- en/of ontwikkelingsprojecten of -programma's experimentele ontwikkeling, fundamenteel of industrieel onderzoek tot doel hebben. Eens BELSPO zijn advies heeft uitgebracht, is dit bindend, zowel voor de aanvrager, als voor de Federale Overheidsdienst Financiën en wordt zo rechtszekerheid voor uw OO-activiteiten gecreëerd". In een tijdschrift genaamd Belgische Innovatiebarometer 2021, uitgegeven door de handelsmaatschappij AYMING, stelt deze laatste: "Het Belgische systeem is niet vrij van tegenstrijdigheden zoals ook werd aangehaald in deze Barometer. Aan de basis hiervan ligt voornamelijk de onenigheid tussen twee officiële organen, waarbij de FOD Financiën weigert de nodige erkenning te verlenen aan BELSPO". In dit magazine wordt het standpunt van BELSPO en meer bepaald van de heer Pierre Moortgat, adviseur fiscale stimuli voor onderzoek en ontwikkeling (OO - BELSPO), overgenomen. Deze laatste heeft kritiek op de wijze waarop de ambtenaren controles uitvoeren en meer in het bijzonder: "(...).Het is evenwel op zichzelf reeds opmerkelijk dat de FOD Financiën gegevens verifieert die bij een andere overheidsdienst, namelijk BELSPO, aangemeld moeten worden. Maar nog opmerkelijker is dat de FOD Financiën elektronisch aangemelde gegevens verifieert en de zogezegde onvolledigheid ervan sanctioneert terwijl de elektronische aanmeldingswijze niet eens reglementair is opgelegd. Daarenboven krijgt de FOD Financiën nergens in diezelfde regelgeving - en dit noch door de wetgever noch door de Koning - de bevoegdheid tot deze controles. BELSPO heeft deze bevoegdheid wel en dient onvolledige aanmeldingen te laten aanvullen". 1. Zijn de ambtenaren van de belastingadministratie bevoegd om de door de belastingplichtigen aan BELSPO toegezonden gegevens te controleren? Zo ja, zijn de belastingambtenaren gebonden aan het percentage onderzoekers (in onderzoek- en ontwikkelingsprojecten) dat bij BELSPO is aangemeld? 2. Moeten er, om een einde te maken aan de inconsequenties bij het beheer van deze materie tussen de twee administraties en om de rechtszekerheid van de ondernemingen bij hun investeringsprojecten te vergroten, geen nieuwe duidelijke en nauwkeurige regels worden opgesteld, zodat de ambtenaren van beide administraties de bevoegdheden van elk van hen kunnen vaststellen? Hebt U hierover reeds contact gehad met uw collega bevoegd voor Wetenschapsbeleid, en met welk resultaat?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

1. De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijk onderzoek is een fiscale steunmaatregel ingeschreven in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92). Overeenkomstig artikel 275(3), § 3, vierde lid, WIB 92, komen de onderzoeks- of ontwikkelings-projecten of -programma's slechts in aanmerking voor die vrijstelling op voorwaarde dat ze zijn aangemeld bij de POD Wetenschapsbeleid met opgave van een aantal wettelijk verplichte gegevens. In de praktijk gebeurt die aanmelding bij BELSPO. Op basis van haar algemene controlebevoegdheid om de juistheid van de aangiften na te gaan, met inbegrip van de aangiften in de bedrijfsvoorheffing, kan mijn administratie controleren of er een aanmelding bij BELSPO gebeurde en of deze aanmelding volledig, met opgave van alle wettelijk verplichte gegevens, gebeurde. Dit lijkt mij toch in overeenstemming te zijn met de aangehaalde passages, afkomstig van de website van BELSPO, namelijk dat op de aanmelding geen goedkeuring van BELSPO volgt en dat de FOD Financiën via controles bepaalt of de vrijstelling van toepassing is of niet. De rechtspraak heeft bovendien reeds meermaals bevestigd dat de vrijstelling niet van toepassing is wanneer uit een controle door mijn administratie blijkt dat niet voldaan is aan die aanmeldingsvoorwaarde. Met het 'percentage onderzoekers dat bij BELSPO is aangemeld' bedoelt u wellicht het tijdsbestedingspercentage van die onderzoekers aan onderzoek of ontwikkeling in onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's. Een dergelijk percentage is geen verplicht gegeven bij de aanmelding. Aangezien alleszins slechts een controle achteraf zekerheid kan geven over de effectief aan onderzoek of ontwikkeling bestede tijd, meen ik dat mijn administratie niet gebonden is door een dergelijk percentage dat ter gelegenheid van de voorafgaande aanmelding aan BELSPO zou zijn meegedeeld. In het in de inleiding geciteerde artikel komt ook de elektronische aanmelding bij BELSPO ter sprake. Ik wens hierbij te preciseren dat mijn administratie ook andere aanmeldingswijzen aanvaardt, maar dat er steeds een bewijs van aanmelding tot haar beschikking moet worden gehouden. 2. Ik ben inderdaad voorstander om de rechtszekerheid van de ondernemingen bij hun investeringsprojecten te vergroten. In functie hiervan zal ik in overleg met mijn collega's, en in het bijzonder met mijn collega bevoegd voor Wetenschapsbeleid, een voorontwerp van wet opmaken waarin nieuwe duidelijke en nauwkeurige regels zullen worden opgenomen die beogen om de rechtszekerheid te bevorderen, misbruiken tegen te gaan en de rolverdeling tussen de bevoegde diensten beter af te lijnen. Ik heb hierover reeds een eerste contact gehad met mijn collega bevoegd voor Wetenschapsbeleid en het is onze ambitie om in de komende maanden met een resultaat naar buiten te kunnen komen.