Parlementaire vraag nr. 652 van de heer Wouter Vermeersch van 29.09.2021
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/068 d.d. 04.11.2021, blz. 166
Fiscale vergroening mobiliteit - Voordeel alle aard
VRAAG (van de heer Vermeersch)
Op 22 september 2021 werd het wetsontwerp houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit (artikelen 1 tot 24 en 27 tot 31) besproken in de Kamercommissie Financiën en Begroting (Parl. Doc. 55 2170/1).
1. Volledig elektrische wagens zijn aanzienlijk duurder in aankoop. Het voordeel alle aard wordt berekend op basis van de cataloguswaarde. Gelet op de hogere aankoopprijs van een elektrische wagen is dit een belangrijke factor voor de toename van het voordeel alle aard. Heeft u zicht op ramingen van het concrete effect op het voordeel alle aard na 2026 als werknemers dezelfde grootte en klasse van bedrijfswagen als vandaag aangeboden krijgen?
2. Gaan werknemers, die een gelijk voordeel alle aard wensen te behouden, door dit wetsontwerp niet vooral in kleinere en lichtere bedrijfswagens moeten rijden?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
1. De hervorming van de autofiscaliteit gebeurt niet lukraak, maar is gebaseerd op de inschattingen van de autoconstructeurs en andere stakeholders dat in het jaar 2025/2026 elektrische wagens competitief zullen zijn met wagens met een fossiele verbrandingsmotor. Verder is de cataloguswaarde niet het enige element waarmee rekening wordt gehouden bij de bepaling van het voordeel van alle aard. Ook de CO2-uitstoot en de leeftijd van de wagen hebben hun effect op de uiteindelijke uitkomst. Dus zelfs al zou de cataloguswaarde van een elektrische wagen in 2026 hoger zijn dan deze van een gelijkwaardige variant met fossiele verbrandingsmotor, zal dit ruimschoots gecompenseerd worden door toepassing van een lager CO2-percentage. Stel bijvoorbeeld dat de cataloguswaarde van een nieuwe elektrische wagen 40.000 euro bedraagt en die van de gelijkwaardige fossiele variant met een CO2-uitstootgehalte gelijk aan de referentie-CO2-uitstoot 30.000 euro, dan zal ondanks het aanzienlijke verschil in cataloguswaarde het voordeel van alle aard voor de elektrische wagen (1.371,43 euro = 6/7 * 40.000 euro * 100 pct. * 4 pct.) lager komen te liggen dan datgene voor de fossiele variant (1.414,29 euro = 6/7 * 30.000 euro * 100 pct. * 5,5 pct.).
2. Ik ben er dus van overtuigd dat de werknemers niet zullen moeten overschakelen op een kleinere en/of lichtere variant van wagen om te vermijden dat hun voordeel van alle aard zou stijgen.