Parlementaire vraag nr. 1593 van de heer Daems van 15.12.1998

VRAAG 98/1593
Vr. en Antw., Kamer, 2002-2003, nr. 162, blz. 21834-21836
Onderhoudsuitkeringen - Aftrekbaarheid
VRAAG
Krachtens de bepalingen van artikel 104 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 zijn onderhoudsuitkeringen bij de betaler voor 80 % aftrekbaar van zijn totale netto-inkomen.
Anderzijds bepaalt artikel 99 van hetzelfde wetboek dat bedoelde onderhoudsuitkeringen bij de verkrijger in aanmerking worden genomen voor 80 % van het betaalde of toegekende bedrag.
Uit de praktijk blijkt dat de aangifte van deze onderhoudsuitkeringen door de betaler en door de verkrijger, aanleiding kan geven tot heel wat ongewenste neveneffecten, wanneer het bijvoorbeeld gaat om gepensioneerde personen of andere vervangingsinkomenstrekkers die onderhoudsuitkeringen betalen aan hun ouder(s).
Wanneer de betaler van de onderhoudsuitkering een zeer laag pensioen of vervangingsinkomen geniet, kan hij ingevolge de toegekende belastingvermindering voor deze inkomsten, immers meestal de voorziene aftrek van 80 % niet uitputten.
Anderzijds wordt de genieter van de onderhoudsuitkering wel belast op 80 % van het ontvangen bedrag.
Het belangrijkste gevolg voor de genieter is echter dat hij door de aangifte van de onderhoudsuitkering in een hogere inkomensschijf terecht komt, waardoor hij vaak op het vlak van de sociale zekerheid geconfronteerd wordt met een vermindering van het remgeld.
In dergelijke situaties hebben betrokkenen er dan ook alle belang bij de onderhoudsuitkeringen niet aan te geven, wat hen vaak wordt aanbevolen door belastingadviseurs.
1. Bent u op de hoogte van deze mistoestanden, die overduidelijk aantonen dat de complexiteit van de fiscale en van de sociale wetgeving kan leiden tot hoogst sociaal onrechtvaardige toestanden?
2. Hoe staat u tegenover het feit dat de goed geïnformeerde burgers in dergelijke situatie geen aangifte doen van de onderhoudsuitkeringen, wat aanleiding geeft tot onrechtvaardige belastingheffing ten opzichte van de andere belastingplichtigen?
3. Welke maatregelen overweegt u om de fiscale wetgeving beter af te stemmen op de sociale wetgeving teneinde te vermijden dat fiscale voordelen teniet worden gedaan door hogere sociale lasten?
ANTWOORD
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op de gestelde vragen te willen vinden.
1. Ik heb geen kennis van dat de toepassing van het door het geachte lid beoogde belastingstelsel inzake onderhoudsuitkeringen dikwijls aanleiding geeft tot de in de vraag geschetste sociale onrechtvaardigheden. Het komt mij voor dat de aangehaalde toestanden eerder uitzonderlijk zijn, aangezien iemand met een zeer laag pensioen of vervangingsinkomen doorgaans geen onderhoudsuitkeringen verschuldigd zal zijn, tenzij hij of zij nog over andere al dan niet belastbare inkomsten beschikt.
2. Overeenkomstig artikel 90, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 moeten de onderhoudsuitkeringen die worden betaald in uitvoering van de daarin opgesomde artikelen van het Burgerlijk en het Gerechtelijk Wetboek, bij de verkrijger steeds als een in principe belastbaar inkomen worden aangemerkt. Het belasten van dergelijke onderhoudsuitkeringen bij de onderhoudsgerechtigde is geenszins afhankelijk van het feit of de onderhoudsplichtige al dan niet de mogelijkheid heeft om die uitkeringen daadwerkelijk van zijn totale netto-inkomen af te trekken.
De rechthebbende die de verkregen onderhoudsuitkering niet opneemt in zijn aangifte in de personenbelasting of - in voorkomend geval - de belasting van niet-inwoners/natuurlijke personen, zal bijgevolg een onvolledige aangifte indienen en zich in principe blootstellen aan de toepassing van administratieve sancties.
3. Uit de voorbereidende werkzaamheden van de wet van 3 november 1976 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen blijkt dat de wetgever destijds voornamelijk uit sociale overwegingen de belastbaarheid van de onderhoudsuitkeringen bij de verkrijger tot 80 % heeft beperkt en, met het oog op het behoud van het parallellisme tussen het aftrekbare en het belastbare gedeelte, dezelfde beperking heeft ingevoerd voor de aftrekbaarheid van die uitkeringen bij de schuldenaar ervan.
Bijgevolg en mede gelet op het feit dat de door het geachte lid bedoelde situatie mij eerder uitzonderlijk voorkomt, meen ik niet dat terzake nieuwe maatregelen moeten worden overwogen. Bovendien moeten misbruiken worden voorkomen die erin zouden bestaan dat belangrijke (al dan niet gefingeerde) onderhoudsuitkeringen zouden worden afgetrokken, welke niet belastbaar zouden zijn bij de verkrijger.