[{"_1":2,"_54":-5,"_55":-5},"loaderData",{"_3":4},"routes/_app.article.$id",{"_5":6,"_46":47,"_31":48,"_49":50,"_51":52,"_53":-7,"_29":-7},"article",{"_7":8,"_9":10,"_11":12,"_13":14,"_15":16,"_17":18,"_19":20,"_21":22,"_29":30,"_31":32,"_38":39,"_40":41,"_42":35,"_43":35,"_44":45},"id","4d2d421d-ef16-4d98-9356-d5d33955529a_1","articleId","4d2d421d-ef16-4d98-9356-d5d33955529a","title","Artikel 37, KB/WIB 92","articleNumber","37","scope","AJ 1992","contents","Art. 37 is van toepassing vanaf het aanslagjaar 1992 (art. 35, KB/WIB; KB 27.08.1993 – B.S. 13.09.1993; Numac: 1993082751)\n\nVoor de toepassing van artikel 36 wordt het lineaire afschrijvingspercent verkregen door het cijfer 100 te delen door het aantal jaren normale gebruiksduur van de afschrijfbare vaste activa. De lineaire afschrijvingsannuïteit is die welke tegen dat percent op de aanschaffings- of beleggingswaarde berekend is.","htmlContents","

Art. 37 is van toepassing vanaf het aanslagjaar 1992 (art. 35, KB/WIB; KB 27.08.1993 – B.S. 13.09.1993; Numac: 1993082751)

Voor de toepassing van artikel 36 wordt het lineaire afschrijvingspercent verkregen door het cijfer 100 te delen door het aantal jaren normale gebruiksduur van de afschrijfbare vaste activa. De lineaire afschrijvingsannuïteit is die welke tegen dat percent op de aanschaffings- of beleggingswaarde berekend is.

","keywords",[23,24,25,26,27,28],"maatstaf van heffing","personenbelasting","beroepsinkomen","degressieve afschrijving","beroepskosten","netto-inkomen","subjects",[],"references",[33,36],{"_7":10,"_34":35},"count",1,{"_7":37,"_34":35},"e9ce2ae5-803a-4bed-854c-26b338bc80a8","source","KB/WIB92","sourceUrl","https://eservices.minfin.fgov.be/myminfin-web/pages/public/fisconet/document/4d2d421d-ef16-4d98-9356-d5d33955529a","version","versionCount","rank","46","versions",["P",47],["P",48],"referers",["P",50],"surroundings",["P",52],"discussion","actionData","errors"]