Commentaar van art. 506, WIB 92
Art. 506, WIB 92
506/0 | |
506/1-2 |
Nummer 506/0
Art. 506. - Wanneer de grondbelasting krachtens voor 1 januari 1962 gesloten overeenkomsten ten laste van de huurder gelegd is, wordt in die overeenkomsten de onroerende voorheffing in de plaats van genoemde belasting gesteld, en kan de huurder, niettegenstaande elk hiermee strijdig beding, niet verplicht worden meer dan twee derde van die voorheffing te dragen. Deze beperking is niet van toepassing op de provincie- en gemeenteopcentiemen.
Nummer 506/1
In het stelsel van de cedulaire belastingen was het KI van de in België gelegen onroerende goederen onderworpen enerzijds aan de GB (vaste aanslagvoet van 6 %) en anderzijds aan de NCB (veranderlijk tarief van 2 tot 15 %).
In het stelsel van de SWIB kon alleen de GB ten laste van de huurder worden gelegd.
Daar de OV feitelijk de twee voormelde belastingen vervangt, kan de huurder, wat de vóór 1.1.1962 gesloten contracten betreft, niettegenstaande elk hiermee strijdig beding, niet verplicht worden meer dan twee derde van die voorheffing te dragen. Deze beperking is echter niet van toepassing op de provincie- en gemeenteopcentiemen.
Nummer 506/2
In werkelijkheid valt de toepassing van deze voorschriften buiten het kader van de bevoegdheden van de Administratie der directe belastingen.