Parlementaire vraag nr. 459 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 01.03.2010
Personenbelasting
Scheiding van de echtgenoten
Echtscheiding
Hypothecaire lening
Herfinancieringslening
Woning
Aftrek voor enige eigen woning
VRAAG
In het kader van een echtscheiding met onderlinge toestemming neemt één partner door middel van een herfinanciering de verbintenissen uit de bestaande lening van vóór 1 januari 2005 over. De bestaande lening geeft recht op de verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen. Daarnaast sluit deze partner een nieuw krediet af, dat voldoet aan de voorwaarden van de aftrek voor enige en eigen woning (woonbonus), voor de uitkoop van het aandeel van de andere partner in de woning. De woning blijft voortdurend de enige en eigen woning voor één partner, maar wordt door de uitkoop volledige in plaats van zijn gedeeltelijke eigendom.
1. Is het mogelijk om in het beschreven geval het oude met het nieuwe stelsel te combineren?
2. Verschilt uw antwoord naargelang het gaat om fiscaal gehuwden dan wel feitelijk samenwonenden?
ANTWOORD (van de heer Reynders, Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen)
1. Overeenkomstig artikel 526, § 2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) blijven de artikelen 104, 9°, 115, 116, 145^1, 145^6, 145^17 tot 145^20, WIB 92 zoals die bestonden alvorens te zijn gewijzigd of opgeheven door de artikelen 394, 396, 397, 399 en 400 van de programmawet van 27 december 2004 (het oude stelsel), van toepassing op de interesten en kapitaalaflossingen van een hypothecaire lening die is gesloten om de enige woning te verwerven of te behouden, en die is aangegaan a) voor 1 januari 2005; b) vanaf 1 januari 2005, maar: - ofwel, een herfinanciering is van een in a) bedoelde lening; - ofwel, een hypothecaire lening betreft die is afgesloten terwijl voor dezelfde woning nog een hypothecaire lening die is bedoeld in a) of in het vorige streepje in aanmerking komt voor de aftrek van interesten van hypothecaire leningen of voor het bouwsparen.
Wanneer een belastingplichtige vanaf 1 januari 2005 - een hypothecaire lening aangaat die dient voor het herfinancieren van een vóór 1 januari 2005 gesloten lening waarvan de kapitaalaflossingen in aanmerking komen voor de verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen of waarvan de interesten in aanmerking komen voor de bijkomende interestaftrek; en - tijdens de looptijd van die lening, een andere, aanvullende hypothecaire lening sluit die betrekking heeft op diezelfde woning, kan voormeld artikel 526, § 2, WIB 92 (het oude stelsel) van toepassing zijn op de interesten en/of kapitaalaflossingen van beide leningen, voor zover uiteraard aan alle wettelijke en reglementaire bepalingen terzake is voldaan en binnen de wettelijke begrenzingen.
Evenwel kan de belastingplichtige in zijn aangifte betreffende het jaar waarin hij een lening sluit waarvan de bestedingen in aanmerking komen voor de aftrek voor enige en eigen woning, opteren voor de toepassing van de aftrek voor enige en eigen woning (het nieuwe stelsel). In dat geval is voornoemd artikel 526, § 2, WIB 92 (het oude stelsel) vanaf dat belastbaar tijdperk niet meer van toepassing, hetgeen impliceert dat de interesten en kapitaalaflossingen van de herfinancieringslening (en in voorkomend geval de premie van de individuele levensverzekering die uitsluitend dient voor het waarborgen of het wedersamenstellen van de vóór 1 januari 2005 gesloten lening) niet meer mogen worden vermeld in de aangifte.
Op basis van voorgaande wettelijke bepalingen en in de veronderstelling dat de woning waarvoor beide leningen werden gesloten de enige en eigen woning van de belastingplichtige is, moet dus worden besloten dat, voor zover aan alle wettelijke en reglementaire bepalingen terzake is voldaan en binnen de wettelijke begrenzingen, - ofwel het oude stelsel van toepassing kan zijn op beide leningen; - ofwel de aftrek voor enige en eigen woning van toepassing kan zijn op de aanvullende lening die vanaf 1 januari 2005 werd gesloten. In het door het geachte Lid voorgelegde geval is een combinatie van beide stelsels dus uitgesloten.
Ter informatie deel ik nog mee dat de gevallen waarin de gelijktijdige toepassing van het nieuwe stelsel van de aftrek voor enige en eigen woning en het oude stelsel van de verhoogde vermindering voor het bouwsparen en/of de bijkomende interestaftrek wel mogelijk is, uitvoerig worden toegelicht in de circulaire nr. Ci.RH.26/581.538 (AOIF 20/2007) van 17 juli 2007.
2. Het voorgaande geldt zowel voor belastingplichtigen die fiscaal als alleenstaande worden belast, als voor belastingplichtigen die samen worden belast. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat, wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd en beide echtgenoten of wettelijk samenwonende partners een keuze moeten maken tussen het oude en het nieuwe stelsel, zij beiden overeenkomstig artikel 526, § 3, derde lid, WIB 92 dezelfde keuze moeten maken.