Artikel 362bis, WIB 92

Art. 362bis (vervangen) is van toepassing 10 dagen na publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad (08.01.2024) (art. 58, W 28.12.2023 - B.S. 29.12.2023; Numac: 2023048795)


§ 1. Ten name van belastingplichtigen die kapitalen, niet zijnde aandelen, gebruiken voor het uitoefenen van hun beroepswerkzaamheid wordt het op een bepaald belastbaar tijdperk betrekking hebbende gedeelte van de verlopen interesten van die kapitalen of het gedeelte van de vergoedingen voor ontbrekende coupon dat betrekking heeft op de verlopen interesten van die kapitalen krachtens een zakelijke-zekerheidsovereenkomst of een lening, beschouwd als een inkomen van dat tijdperk, zelfs wanneer de interesten of de vergoedingen gedurende een later tijdperk worden geïnd of verkregen.

In afwijking van het vorige lid, wordt, ten name van de cessionarissen, pandnemers of leningnemers bedoeld in artikel 19, § 2, derde lid, het totale bedrag van de interest die werd geïnd of verkregen gedurende een bepaald belastbaar tijdperk in het kader van hun beroepswerkzaamheid, beschouwd als een inkomen van dat belastbaar tijdperk.

§ 2. Het gedeelte van de in § 1 bedoelde verlopen interesten dat betrekking heeft op een kapitalisatieovereenkomst is gelijk aan het positieve verschil tussen enerzijds de waarde van de vordering die deze kapitalisatieovereenkomst vertegenwoordigt waarover de vennootschap op het einde van het belastbare tijdperk beschikt op een verzekeringsonderneming, en anderzijds de bedragen die als premie zijn gestort in uitvoering van die overeenkomst.

Het overeenkomstig het eerste lid bepaalde verschil wordt evenwel verminderd met het belaste gedeelte van de verlopen interesten zoals bepaald overeenkomstig het eerste lid op basis van de waarde van de vordering aan het einde van het voorgaande belastbare tijdperk voor die overeenkomst.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt het bedrag van de premie in geval van gedeeltelijke afkoop van de overeenkomst proportioneel verminderd.