Commentaar van art. 469, WIB 92
Art. 469, WIB 92
469/0 | |
469/1 | |
469/2-6 | |
469/2-3 | |
469/4 | |
469/5 | |
469/6 |
Nummer 469/0
Art. 469. - De vestiging en de inning van de aanvullende belastingen worden toevertrouwd aan de administratie der directe belastingen, onder de voorwaarden en volgens de regelen die de Koning bepaalt.
Die aanvullende belastingen worden bij wijze van bedrijfs- voorheffing of voorafbetalingen geïnd alsof het totale tarief van deze belastingen eenvormig op 6 pct. was vastgesteld.
Voor zover hiervan niet wordt afgeweken zijn de bepalingen van titel VII van dit Wetboek op die belastingen van toepassing.
De kohieren betreffende de aanvullende belastingen worden door de daartoe aangewezen directeur der belastingen of door de door hem gedelegeerde ambtenaar uitvoerbaar verklaard; de dwangbevelen worden uitgevaardigd door de met de invordering belaste ontvangers.
II. ART. 231 TOT 233, KB/WIB 92
Nummer 469/1
Art. 231. - de kohieren van de aanvullende agglomeratie- belasting op de personenbelasting en de kohieren van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting worden opgemaakt volgens de door de directeur-generaal van de directe belastingen gestelde regelen.
Die aanvullende belastingen worden opgenomen in kohieren verbonden aan het begrotingsjaar dat loopt op de datum waarop ze uitvoerbaar worden verklaard; toegepast worden de tarieven in verband met de desbetreffende aanslagjaren.
Art. 232. - De belastbare grondslag van de in artikel 231 vermelde aanvullende belastingen wordt niet afgerond.
De aanvullende belastingen worden in frank gevestigd; frankgedeelten worden voor een eenheid gerekend of weggelaten naargelang zij 50 centiemen of meer of minder dan 50 centiemen bedragen.
Art. 233. - Het bepaalde in de artikelen 133, 136 tot 176 en 207 tot 230 is op de in artikel 231 vermelde aanvullende belastingen van toepassing.
Nummer 469/2
De vestiging en inning van de PB/gem. en de PB/agg. zijn toevertrouwd aan de Administratie der directe belastingen die de opbrengst ervan aan de gemeente of de agglomeratie afdraagt, na inhouding van een korting van 3 pct. voor de administratiekosten van de Schatkist.
Nummer 469/3
De PB/gem. en de PB/agg. worden in de mate van het mogelijke samen met de PB berekend, ingekohierd en ter kennis van de belastingplichtigen gebracht.
Nummer 469/4
De PB/gem. en de PB/agg. worden gevestigd ten name van de belastingplichtige die de PB verschuldigd is, wat inhoudt dat de in de art. 126 en 128, WIB 92, bedoelde regels betreffende de aanslag van echtgenoten en kinderen op die aanvullende belastingen van toepassing zijn.
Nummer 469/5
Op de PB/gem. en de PB/agg. in verband met ontdoken inkomsten wordt geen belastingverhoging toegepast.
Nummer 469/6
Inzake PB/gem. en PB/agg. gelden dezelfde procedures van bezwaar, ontheffing van ambtswege en voorziening als voor inkomstenbelastingen ten behoeve van het Rijk.
Bezwaarschriften tegen die belastingen moeten derhalve schriftelijk worden ingediend bij de gewestelijk directeur van de belastingen in wiens ambtsgebied de gemeente van aanslag gelegen is (en dus niet bij de Bestendige Deputatie of bij de Rechtbank van Eerste aanleg).