Commentaar van art. 67, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking Com.IB 92 d.d. 01.10.2018
TITEL II: PERSONENBELASTING
HOOFDSTUK II: GRONDSLAG VAN DE BELASTING
Afdeling IV: Beroepsinkomen
Onderafdeling III: Vaststelling van het netto-inkomen
B. Economische vrijstellingen
1° Uitvoer – Integrale kwaliteitszorg
Art. 67, WIB 92
INHOUDSTAFEL
67/1 | |
67/2 | |
67/3 | |
67/4 | |
67/5 | |
67/6 | |
67/7 | |
67/8 | |
67/11 |
INLEIDING
Deze bijwerking heeft betrekking op art. 67, WIB 92, zoals het van toepassing is voor het aj. 2018. Het is van kracht in de huidige versie sinds het aj. 2009 (art. 2 en 3 W 27.07.2008 – BS 07.08.2008).
De art. 524 en 531, WIB 92, stellen een overgangsregime in.
I. WIB 92
67/1
Art. 67. - § 1. Winst wordt vrijgesteld tot een bedrag van 10.000 EUR (basisbedrag) per bijkomende aangeworven personeelseenheid die in België voltijds in een onderneming wordt tewerkgesteld voor:
1° (...);
2° (...);
3° een betrekking van diensthoofd voor de uitvoer;
4° een betrekking van diensthoofd van de afdeling Integrale kwaliteitszorg.
§ 2. Winst wordt eveneens vrijgesteld tot een bedrag van 10.000 EUR (basisbedrag) in geval van tewerkstelling voor een in §1, 3° en 4°, vermelde betrekking van een personeelslid dat reeds voltijds de betrekking van diensthoofd in de onderneming uitoefende, op voorwaarde dat die onderneming zich ertoe verplicht uiterlijk binnen dertig dagen die volgen op de nieuwe tewerkstelling van het personeelslid, een nieuwe voltijdse werknemer aan te werven om de vrijgekomen betrekking in te nemen.
§ 3. (...)
§ 4. Wanneer een personeelslid niet meer voor het in § 1 bepaalde doel wordt tewerkgesteld, wordt het totale bedrag van de voorheen vrijgestelde winst verminderd ten belope van het vrijgestelde bedrag waarop deze persoon oorspronkelijk recht heeft gegeven.
In dat geval wordt de winst of het verlies van het belastbare tijdperk waarin het personeel niet meer wordt tewerkgesteld, naar gelang van het geval, vermeerderd of verminderd met dat bedrag.
§ 5. De Koning regelt de wijze van uitvoering van dit artikel.
§ 6. Wanneer de economische omstandigheden zulks rechtvaardigen kan de Koning de in §§ 1 en 2 vermelde bedragen verhogen.
II. KB/WIB 92
67/2
Art. 45 is van toepassing met ingang van het aj. 2009 (art. 2 en 21, KB 05.12.2011 – BS 12.12.2011)
Art. 45. - § 1. (...)
§ 2. Met betrekking tot het personeel dat wordt overgenomen naar aanleiding van verrichtingen als vermeld in de artikelen 46, § 1, eerste lid, 1° en 2°, 211, § 1 en 214, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, zijn de bepalingen van artikel 67 van voormeld Wetboek, van toepassing bij de nieuwe belastingplichtige of overnemende, verkrijgende of uit de omzetting ontstane vennootschappen, alsof die verrichtingen niet hadden plaatsgevonden.
§ 3. Er wordt voor de toepassing van artikel 67, § 1 van hetzelfde Wetboek, geen rekening gehouden met de tewerkstelling die het gevolg is van een overname van personeelsleden die voorheen waren tewerkgesteld door een belastingplichtige hetzij waarmee de onderneming zich rechtstreeks of onrechtstreeks in enigerlei band van wederzijdse afhankelijkheid bevindt, hetzij waarvan zij de beroepswerkzaamheid geheel of gedeeltelijk voortzet ingevolge een gebeurtenis die niet bedoeld is in § 2.
Art. 46 is van toepassing met ingang van 23.04.2010 (art. 2, KB 06.04.2010 – BS 13.04.2010)
Art. 46. - § 1. Voor elk van de belastbare tijdperken waarvoor de toekenning of het behoud van de vrijstelling wordt gevraagd, moeten de belastingplichtigen aan hun aangifte in de inkomstenbelastingen, per soort van vrijstelling, een nominatieve opgave toevoegen, waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde wordt vastgelegd.
§ 2. (...)
§ 3. Betreffende de betrekking van diensthoofd voor de uitvoer, moeten de belastingplichtigen voor elk belastbaar tijdperk waarvoor de toekenning of het behoud van de vrijstelling wordt gevraagd, een attest op naam verstrekken van het Agentschap voor Buitenlandse Handel, waarvan het model en de toekenningsvoorwaarden worden vastgelegd door de Minister die de Buitenlandse Handel onder zijn bevoegdheid heeft.
§ 4. Betreffende de betrekking van diensthoofd van de dienst Integrale kwaliteitszorg, moeten de belastingplichtigen, voor elk belastbaar tijdperk waarvoor de toekenning of het behoud van de vrijstelling wordt gevraagd, een attest op naam verstrekken, hetzij van de Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft of van zijn gedelegeerde, hetzij van de Minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft of van zijn gedelegeerde voor de ondernemingen met minder dan 50 werknemers. Het model en de toekenningsvoorwaarden van het attest worden door de voormelde Ministers vastgelegd.
§ 5. De in §§ 3 en 4 bedoelde attesten, moeten bij de bevoegde Minister of dienst op straffe van verval worden aangevraagd binnen de drie maanden te rekenen vanaf de laatste dag van het belastbare tijdperk. De belastingplichtigen moeten deze attesten voorleggen, hetzij tot staving van hun aangifte in de inkomstenbelastingen, hetzij, zo dit niet mogelijk is, binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de datum van verzending van deze attesten.
III. BEDOELDE BELASTINGPLICHTIGEN
67/3
Art. 67, WIB 92, is in beginsel van toepassing op om het even welke nijverheids-, handels- of landbouwonderneming die in art. 23, § 1, 1°, WIB 92, bedoelde winst behalen.
De vrijstelling wordt niet verleend uit hoofde van personeel dat wordt tewerkgesteld in het raam van de uitoefening door natuurlijke personen van vrije beroepen, ambten, posten of winstgevende bezigheden, als bedoeld in art. 23, § 1, 2°, WIB 92.
iv. IN AANMERKING TE NEMEN PERSONEEL
67/4
Een deel van de winst van belastingplichtigen kan vrijgesteld worden per bijkomende aangeworven personeelseenheid die in België voltijds wordt tewerkgesteld, voor een betrekking van diensthoofd voor de uitvoer en/of voor een betrekking van diensthoofd van de afdeling Integrale kwaliteitszorg (art. 67, § 1, 3° en 4°, WIB92).
De maatregel is eveneens van toepassing in geval van tewerkstelling van een personeelslid dat reeds voltijds de betrekking van diensthoofd in de onderneming uitoefende, op voorwaarde dat die onderneming uiterlijk binnen de 30 dagen die volgen op de nieuwe tewerkstelling van het personeelslid, een nieuwe voltijdse werknemer aanwerft om de vrijgekomen betrekking in te nemen (art. 67, § 2, WIB 92).
V. BIJZONDERE GEVALLEN
67/5
Bij overlating van de onderneming van een natuurlijk persoon onder toepassing van het voortzettingsstelsel of van inbreng van 1 of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid of van de algemeenheid van goederen (art. 46, § 1, 1° en 2°, WIB 92), wordt de vrijstelling of de terugneming van de vrijstelling berekend alsof er geen verandering van ondernemer is geweest.
Dit is ook van toepassing in de VenB in geval van verrichtingen bedoeld in art. 211, § 1 en 214, § 1, eerste lid, WIB 92.
VI. BEDRAG VAN DE VRIJSTELLING
67/6
Het bedrag van de vrijstelling is bepaald op 10.000 euro per bijkomende aangeworven personeelseenheid(art. 67, §§ 1 en 2, WIB 92).
De koning kan het bedrag van de vrijstelling verhogen als de economische omstandigheden dat rechtvaardigen (art. 67, § 6, WIB 92).
Het bedrag van 10.000 euro bedoeld in dit art. is het te indexeren basisbedrag (overeenkomstig art. 178, WIB 92):
Aanslagjaar | Geïndexeerd bedrag |
2018 | 15.660 euro |
2017 | 15.360 euro |
2016 | 15.660 euro |
2015 | 15.220 euro |
2014 | 15.050 euro |
2013 | 14.640 euro |
2012 | 14.140 euro |
2011 | 13.840 euro |
2010 | 13.840 euro |
2009 | 13.250 euro |
VII. TERUGNAME VAN DE VRIJSTELLING
67/7
Wanneer een personeelslid niet meer voor 1 van de bepaalde doelen wordt tewerkgesteld, wordt het totale bedrag van de voorheen vrijgestelde winst verminderd ten belope van het vrijgestelde bedrag waarop deze persoon oorspronkelijk recht heeft gegeven.
In dat geval wordt de winst of het verlies van het belastbare tijdperk waarin het personeel niet meer wordt tewerkgesteld, naar gelang het geval, vermeerderd of verminderd met dat bedrag.
VIII. FORMALITEITEN
67/8
De bijlagen bij de aangifte worden jaarlijks gepubliceerd op de website https://financien.belgium.be/nl/E-services/biztax/aangiften-en-bijlagen-toelichtingen.
De belastingplichtige moet een opgave 276 W3 (diensthoofd voor de uitvoer) of 276 W4 (diensthoofd van de afdeling Integrale kwaliteitszorg) invullen voor elk belastbaar tijdperk waarvoor hij de toepassing of het behoud van de vrijstelling vraagt. Het is aangewezen deze opgave bij de aangifte PB te voegen. In de VenB, de RPB en de BNI nat. pers./ven. moet de opgave worden ingediend binnen de termijn gesteld voor het overleggen van de aangifte in de inkomstenbelastingen van het belastbare tijdperk, via de toepassing BIZTAX.
67/9
De opgave 276 W3 moet vergezeld zijn van een attest op naam vanwege het Agentschap voor Buitenlandse Handel.
Het model van het voor te leggen attest en het model van het aanvraagformulier voor het verkrijgen van dat attest, zijn vastgelegd in het MB van 27.08.1999 (BS 11.09.1999, Ed. 2) van de Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel. Het attest moet bij de bevoegde dienst worden aangevraagd binnen de drie maanden te rekenen vanaf de laatste dag van het belastbare tijdperk (zie art. 44, KB/WIB 92).
67/10
De opgave 276 W4 moet vergezeld zijn van een attest op naam vanwege:
- de minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft of zijn gedelegeerde, voor de ondernemingen met 50 of meer werknemers;
- de minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft of zijn gedelegeerde, voor de ondernemingen met minder dan 50 werknemers.
Het model van het voor te leggen attest en het model van het aanvraagformulier voor het verkrijgen van dat attest, zijn vastgelegd in het MB van 12.08.1999 (BS 28.08.1999) van de ministers van Landbouw en Middenstand en van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek. Het attest moet bij de bevoegde dienst worden aangevraagd binnen de drie maanden te rekenen vanaf de laatste dag van het belastbare tijdperk (zie art. 44, KB/WIB 92).
IX. OVERGANGSREGIME
67/11
Art. 524. - Artikel 67, § 2, zoals het bestond alvorens te zijn vervangen door artikel 3 van de wet van 27 oktober 1997, blijft van toepassing voor wat betreft het personeel dat voor wetenschappelijk onderzoek werd tewerkgesteld tijdens één van de belastbare tijdperken verbonden aan de aanslagjaren 1996 en vorige.
Art. 67 voor de W 27.10.1997 - § 1. Winst van welke nijverheids-, handels- en landbouwbedrijven ook wordt vrijgesteld tot een bedrag van 100.000 frank per bijkomende personeelseenheid die in België voor wetenschappelijk onderzoek wordt tewerkgesteld. Het bijkomende personeel wordt vastgesteld in verhouding tot het gemiddelde personeelsbestand dat de onderneming tijdens het vorige belastbare tijdperk voor datzelfde doel heeft tewerkgesteld.
§ 2. Indien het aantal personeelseenheden dat voor wetenschappelijk onderzoek wordt tewerkgesteld tijdens een belastbaar tijdperk is verminderd ten opzichte van het vorige belastbare tijdperk, wordt het totale bedrag van de voorheen vrijgestelde winst met 100.000 frank per eenheid verminderd.
In dat geval wordt de winst of het verlies van het belastbare tijdperk waarin het personeel is verminderd, naar het geval vermeerderd of verminderd met dat bedrag.
§ 3. De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd besluit de betekenis van de uitdrukking "personeel dat voor wetenschappelijk onderzoek wordt tewerkgesteld" en de wijze van uitvoering van dit artikel.
Wanneer de economische omstandigheden zulks rechtvaardigen, kan Hij het bedrag van 100.000 frank aanpassen.
Art. 524 is van toepassing met ingang van het aj. 1997 (art. 6, W 27.10.1997 - BS 02.12.1997).
Art. 531. - De bepalingen van artikel 67, § 4, blijven van toepassing op de voorheen vrijgestelde winst bij toepassing van artikel 67, § 1, 1°, en § 3, zoals die bestonden vóór ze werden opgeheven bij de programmawet (I) van 27 december 2006 en van artikel 67, § 1, 2°, zoals dit bestond vóór het werd opgeheven bij de wet houdende diverse bepalingen (I) van 24 juli 2008 (BS 07.08.2008).
Art. 67 voor de W 27.12.2006 - §1. Winst wordt vrijgesteld tot een bedrag van 400 000 frank per bijkomende aangeworven personeelseenheid die in België voltijds in een onderneming wordt tewerkgesteld voor:
1° het wetenschappelijk onderzoek;
2° de uitbouw van het technologisch potentieel van de onderneming; [deze § 1, 2° werd opgeheven door de W 24.07.2008]
3° een betrekking van diensthoofd voor de uitvoer;
4° een betrekking van diensthoofd van de afdeling Integrale kwaliteitszorg.
§ 2. Winst wordt eveneens vrijgesteld tot een bedrag van 400 000 frank in geval van tewerkstelling voor een in § 1, 3° en 4°, vermelde betrekking van een personeelslid dat reeds voltijds de betrekking van diensthoofd in de onderneming uitoefende, op voorwaarde dat die onderneming zich ertoe verplicht uiterlijk binnen dertig dagen die volgen op de nieuwe tewerkstelling van het personeelslid, een nieuwe voltijdse werknemer aan te werven om de vrijgekomen betrekking in te nemen.
§ 3. Het in § 1 vermelde bedrag van 400 000 frank wordt verhoogd tot 800 000 frank indien de nieuw aangeworven persoon een hooggekwalificeerd onderzoeker is die in de onderneming in België voor wetenschappelijk onderzoek wordt tewerkgesteld.
§ 4. Wanneer een personeelslid niet meer voor het in § 1 bepaalde doel wordt tewerkgesteld, wordt het totale bedrag van de voorheen vrijgestelde winst verminderd ten belope van het vrijgestelde bedrag waarop deze persoon oorspronkelijk recht heeft gegeven.
In dat geval wordt de winst of het verlies van het belastbare tijdperk waarin het personeel niet meer wordt tewerkgesteld, naargelang van het geval, vermeerderd of verminderd met dat bedrag.
§ 5. De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd besluit de kwalificaties die de personeelsleden, bedoeld in § 3, moeten bezitten en de werkzaamheden die ze moeten uitoefenen om recht te geven op een vrijstelling op basis van dit artikel.
Hij regelt eveneens de wijze van uitvoering van dit artikel.
§ 6. Wanneer de economische omstandigheden zulks rechtvaardigen kan de Koning de in de §§ 1 tot 3 vermelde bedragen verhogen. "
Art. 531 is van toepassing met ingang van het aj. 2009 (art. 9, W 24.07.2008 - BS 07.08.2008).
De bedragen uitgedrukt in Belgische frank moeten omgezet worden in euro door ze te delen door 40,3399. Noch de 2 KB’s van 20.07.2000 (BS 30.08.2000), noch het KB van 13.07.2001 (BS 11.08.2001) hebben de bedragen wettelijk gewijzigd.
A. Vrijstelling voor bijkomend personeel voor wetenschappelijk onderzoek
67/12
De vrijstelling voor bijkomend personeel voor wetenschappelijk onderzoek is met ingang van aj. 2008 opgeheven door art. 28 van de programmawet (I) van 27.12.2006 (BS 28.12.2006, Ed. 3).
Art. 531, WIB 92 voorziet evenwel in een overgangsmaatregel waardoor de vóór aj. 2008 verkregen vrijstellingen behouden blijven voor zover de voorwaarden, zoals ze bestonden vóór de maatregel werd ingetrokken, nog steeds worden nageleefd.
67/13
Onder hooggekwalificeerd onderzoeker moet worden verstaan, iedere persoon die wordt tewerkgesteld voor wetenschappelijk onderzoek in de zin van art. 67, WIB 92 (zoals het bestond vóór het werd gewijzigd door art. 28 van de programmawet (I) van 27.12.2006 (BS 28.12.2006) en die bovendien:
- houder is van een diploma van doctor, verkregen na de openbare verdediging van een verhandeling, of van geaggregeerde van het hoger onderwijs;
- en een totale anciënniteit van minstens 10 jaar kan rechtvaardigen, hetzij als persoon tewerkgesteld voor wetenschappelijk onderzoek in de zin van voormeld art. 67, hetzij in de zin van de wetenschappelijke anciënniteit vastgelegd in het KB van 21.04.1965 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke inrichtingen van de staat (BS 15.05.1965).
De hooggekwalificeerde onderzoeker zoals bepaald in het vorige lid, moet voltijds worden tewerkgesteld voor onderzoek en experimentele ontwikkeling. Onder onderzoek en experimentele ontwikkeling verstaat men creatief werk ondernomen op een systematische wijze met het doel de kennisvoorraad te verhogen en de aanwending van deze kennisvoorraad om nieuwe toepassingen te bedenken zoals de ontwikkeling van nieuwe producten en procedés. Worden eveneens bedoeld, de bouw, de ontwikkeling en het testen van een prototype alsook softwareontwikkeling voor zover het wetenschappelijke en technologische vooruitgang omvat.
De personeelsleden die zijn aangeworven in de loop van een belastbaar tijdperk verbonden aan een aj. voorafgaand aan het aj. 1997 dienen hier eveneens te worden vermeld. Het niet-geïndexeerde basisbedrag van de vrijstelling voor deze personeelsleden bedroeg 2.478,94 euro.
67/14
De opgave 276 W1 moet vergezeld zijn van een attest op naam vanwege de Programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid voor elk personeelslid aangeworven tijdens een vorig belastbaar tijdperk en gedurende het volledige belastbare tijdperk voltijds tewerkgesteld.
Het model van de voor te leggen attesten en het model van het aanvraagformulier voor het verkrijgen van die attesten zijn vastgelegd in het MB van 02.02.2000 (BS 06.05.2000) van de minister van Wetenschappelijk Onderzoek. Die attesten moeten bij de bevoegde dienst worden aangevraagd binnen de drie maanden te rekenen vanaf de laatste dag van het belastbare tijdperk.
B. Vrijstelling voor bijkomend personeel tewerkgesteld voor de uitbouw van het technologisch potentieel van de onderneming
67/15
De vrijstelling voor bijkomend personeel tewerkgesteld voor de uitbouw van het technologisch potentieel van de onderneming is met ingang van aj. 2009 opgeheven door art. 3 van de W 24.07.2008 (BS 07.08.2008) houdende diverse bepalingen (I).
Art. 531, WIB 92 voorziet evenwel in een overgangsmaatregel waardoor de vóór aj. 2009 verkregen vrijstellingen behouden blijven voor zover de voorwaarden, zoals ze bestonden vóór de maatregel werd ingetrokken, nog steeds worden nageleefd.
67/16
De opgave 276 W2 moet vergezeld zijn van een attest op naam vanwege de Programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid voor elk personeelslid aangeworven tijdens een vorig belastbaar tijdperk en gedurende het volledige belastbare tijdperk voltijds tewerkgesteld.
Het model van de voor te leggen attesten en het model van het aanvraagformulier voor het verkrijgen van die attesten, zijn vastgelegd in het MB van 02.02.2000 (BS 06.05.2000) van de minister van Wetenschappelijk Onderzoek. Die attesten moeten bij de bevoegde dienst worden aangevraagd binnen de drie maanden te rekenen vanaf de laatste dag van het belastbare tijdperk.