Parlementaire vraag nr. P2221 van de heer Benoît Dispa en vraag nr. P2222 van de heer Georges Gilkinet van 06.07.2017
Kamer, Integraal verslag – Plenumvergadering, 2016-2017, CRIV 54 PLEN 178 dd. 06.07.2017, blz. 34
Cash for car
VRAAG (van de heer Dispa)
Bedrijfswagens werken de verkeersknoop in de hand en de fiscale gunstmaatregelen zijn discriminerend. De voordelen die voortvloeien uit de helft van de bedrijfswagens komen ten goede aan de 10% hoogste inkomens. Het cash-for-car-voorstel van de regering, waarbij werknemers hun bedrijfswagen tegen geld kunnen inruilen, wekte dan ook verbazing. De maatregel zal geen enkel effect hebben op de mobiliteit, aangezien het bedrag niet voldoende aantrekkelijk is en lager uitvalt dan de reële kosten voor het voertuig. Vooral de werkgevers zijn er dus bij gebaat. De maatregel werkt evenmin de overschakeling naar alternatieve verplaatsingsmiddelen in de hand. Bovendien wordt de discriminatie nog vergroot, aangezien bepaalde mensen een financiële uitkering zullen krijgen waarvoor een gunstiger fiscale regeling geldt. Zal de regering haar huiswerk overdoen, gelet op de vele negatieve adviezen, onder meer vanwege het Planbureau?
VRAAG (van de heer Gilkinet)
België wordt verstikt door bedrijfswagens. Er rijden er veel te veel rond, ze vergroten de files – die jaarlijks 8 miljard euro kosten –, ze zetten de financiering van de sociale zekerheid onder druk en ze leiden tot gezondheidsproblemen doordat het fijnstof hart- en vaatziekten veroorzaakt. We zijn dus geïnteresseerd in het idee van de regering om bedrijfswagens te vervangen door een mobiliteitsbudget. Dit nettosalaris zal niet gebruikt worden voor alternatieve transportmiddelen en er is niet voorzien in de herfinanciering van het openbaar vervoer. Dit voordeel voor werknemers met een bedrijfswagen heeft voor een aanzuigeffect gezorgd: er waren nog nooit zoveel bedrijfswagens als dit jaar. Het is de vraag of de ongelijke behandeling van werknemers waartoe deze maatregel leidt, het advies van de Raad van State zal doorstaan. Welke argumenten voert u aan om die maatregel te verdedigen?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
De maatregel waarbij de salariswagen kan worden omgeruild voor een geldbedrag, zal van toepassing zijn op werknemers die al een bedrijfswagen hebben. Noch de werkgever, noch de werknemer is verplicht om die maatregel toe te passen. Er worden voorwaarden opgelegd om misbruik te voorkomen. De mobiliteitstoelage heeft een soortgelijk fiscaal en sociaal statuut als die van de bedrijfswagens. Net als voor de bedrijfswagens wordt het bedrag ervan berekend op 6/7 van de cataloguswaarde, vermenigvuldigd met 20%, dat is de afschrijving van een wagen op vijf jaar tijd. Wanneer de werknemer ook over een tankkaart beschikt, komt daar 20% bij. De sociale partners werd gevraagd in binnen de zes maanden een indexeringsregeling uit te werken. Die zal na een jaar worden geëvalueerd. Een aantal regels staat nog niet helemaal op punt. We mogen niet uit het oog verliezen dat de fiscale voordelen voor de bedrijfswagens er kwamen als gevolg van de te zware lasten op arbeid. De mobiliteitstoelage verruimt de keuze aan transportmodaliteiten en gaat gepaard met een fiscaliteit die rekening houdt met de mobiliteit en het milieu. Uit de analyse van het Planbureau blijkt dat het vooral de werknemers zijn die hun voertuig niet echt nodig hebben die geneigd zullen zijn om van de maatregel gebruik te maken. Op die manier zou een van onze doelstellingen worden bereikt.
Benoît Dispa : U hebt niet geantwoord op de bezwaren, namelijk de toenemende discriminatie en het ontbreken van enige mobiliteitsimpact. De grotere keuzevrijheid is een fictie. De studies wijzen uit dat de mobiliteitstoelage de werkgevers zal bevoordelen ten nadele van de werknemers. Dat voorstel is weinig ambitieus op het gebied van mobiliteit en autofiscaliteit. Ik vraag de regering dat zij zich inspireert op het voorstel waarin de cdH-fractie de problematiek ruimer beschouwt en een beter treinaanbod en uitgebreider gamma aan mobiliteits- en welzijnsmaatregelen voor werknemers naar voren schuift.
Georges Gilkinet : De regering beperkt zich tot loutere communicatie maar het ontbreekt haar aan visie en politieke moed. De oplossing is drieledig: een alternatieve financiering van de sociale zekerheid waardoor de arbeidskosten verlagen en werknemers een fatsoenlijk loon krijgen, een mobiliteitsbudget voor elke werknemer samen met een hele reeks mobiliteitsopties en de versterking van het openbaar vervoer. U maakt een verwerpelijk systeem nog slechter. De Europese Commissie hekelt bij elke beoordeling ons milieubeleid. Het is tijd om het over een andere boeg te gooien.