Artikel 455, WIB 92

Art. 455 is van toepassing met ingang van het aanslagjaar 1992 (art. 345, WIB; art. 1, KB 10.04.1992 - B.S. 30.07.1992; Numac: 1992003456)

§ 1. Wanneer de beoefenaar van een van de volgende beroepen:

1° belastingadviseur;

2° zaakbezorger;

3° deskundige in belastingzaken of in boekhouden;

4° of enig ander beroep dat tot doel heeft voor een of meer belastingplichtigen boek te houden of te helpen houden, ofwel voor eigen rekening ofwel als hoofd, lid of bediende van enigerlei vennootschap, vereniging, groepering of onderneming;

5° of, meer in het algemeen, het beroep dat erin bestaat een of meer belastingplichtigen raad te geven of bij te staan bij het vervullen van de verplichtingen opgelegd bij dit Wetboek of bij de ter uitvoering ervan vastgestelde besluiten, wordt veroordeeld wegens een van de misdrijven bedoeld in de artikelen 449 tot 453, kan het vonnis hem verbod opleggen om gedurende drie maanden tot vijf jaar, rechtstreeks of onrechtstreeks, de hiervoren bedoelde beroepen op welke wijze ook uit te oefenen.

De rechter kan bovendien, mits hij zijn beslissing op dat stuk motiveert, voor een duur van drie maanden tot vijf jaar de sluiting bevelen van de inrichtingen van de vennootschap, vereniging, groepering of onderneming waarvan de veroordeelde hoofd, lid of bediende is.

§ 2. Het verbod en de sluiting bedoeld in § 1 treden in werking vanaf de dag waarop de veroordeling in kracht van gewijsde is gegaan.