Commentaar van art. 455, WIB 92
Art. 455, WIB 92
455/0 | |
455/1 | |
455/2 | |
455/3-4 | |
455/3 | |
455/4 |
Nummer 455/0
Art. 455. - § 1. Wanneer de beoefenaar van een van de volgende beroepen :
1° belastingadviseur;
2° zaakbezorger;
3° deskundige in belastingzaken of in boekhouden;
4° of enig ander beroep dat tot doel heeft voor een of meer belasting- plichtigen boek te houden of te helpen houden, ofwel voor eigen rekening ofwel als hoofd, lid of bediende van enigerlei vennootschap, vereniging, groepering of onderneming;
5° of, meer in het algemeen, het beroep dat erin bestaat een of meer belastingplichtigen raad te geven of bij te staan bij het vervullen van de verplichtingen opgelegd bij dit Wetboek of bij de ter uitvoering ervan vastgestelde besluiten, wordt veroordeeld wegens een van de misdrijven bedoeld in de artikelen 449 tot 453, kan het vonnis hem verbod opleggen om gedurende drie maanden tot vijf jaar, rechtstreeks of onrechtstreeks, de hiervoren bedoelde beroepen op welke wijze ook uit te oefenen.
De rechter kan bovendien, mits hij zijn beslissing op dat stuk motiveert, voor een duur van drie maanden tot vijf jaar de sluiting bevelen van de inrichtingen van de vennootschap, vereniging, groepering of onderneming waarvan de veroordeelde hoofd, lid of bediende is.
§ 2. - Het verbod en de sluiting bedoeld in § 1, treden in werking vanaf de dag waarop de veroordeling in kracht van gewijsde is gegaan.
Nummer 455/1
Zoals art. 454, WIB 92, heeft art. 455, WIB 92, niet ten doel een afzonderlijk misdrijf in te voeren, maar bijkomende straffen te voegen bij de straffen van art. 449 tot 453, WIB 92, ditmaal rekening houdend, niet met de aard van het misdrijf, maar wel met de hoedanigheid van diegene die het gepleegd heeft.
Omdat de beoefenaars van de verschillende in art. 455, WIB 92, opgesomde beroepen in de gelegenheid zijn de belastingplichtigen te helpen bij het vervullen van hun fiscale verplichtingen en omdat bij hen een grotere kennis van de fiscale wetgeving mag worden vermeld, is het feit beoefenaar van één van die beroepen te zijn in zekere zin een bezwarende omstandigheid indien de betrokkene de fiscale wet overtreedt.
Het is ook niet zonder belang, op te merken dat de beoefenaars van bovenvermelde beroepen tegenover de Adm.DB in diverse stadia van de vestiging van de belasting of van een eventuele bezwaarprocedure vaak als lasthebber voor de belastingplichtige moeten optreden. Het kan voorkomen dat zij in die omstandigheid blijk geven van verregaande en bestendige nalatigheid, van gebrek aan beroepsernst of scrupules, zonder zich daarom schuldig te maken aan strafrechtelijk vervolgbare overtredingen. In zulk geval kan hem een andere, ditmaal administratieve straf worden opgelegd, nl. het verlies van het recht de belastingplichtigen in de hoedanigheid van lasthebber te vertegenwoordigen, zoals bepaald is in de art. 446 en 447, WIB 92. Wat dat laatste betreft, wordt verwezen naar de commentaar van die bepalingen.
Nummer 455/2
De in art. 455, WIB 92, bedoelde beroepen zijn niet wettelijk georganiseerd. Hieruit volgt dat de algemene criteria, neergelegd in § 1, 4° en 5° van die bepaling, van bijzonder belang zijn; zo valt elk beroep onder de toepassing van art. 455, WIB 92. Indien is vastgesteld dat dit beroep erin bestaat ofwel boek te houden of te helpen houden voor een of meer belastingplichtigen, ofwel een of meer belastingplichtigen raad te geven of bij te staan bij het vervullen van fiscale verplichtingen.
Nummer 455/3
Behalve de specifieke straf overeenkomstig de art. 449 tot 453, WIB 92, kan de rechter, indien de overtredingen zijn begaan door een beoefenaar van een beroep als bedoeld in art. 455, WIB 92, twee bijkomende straffen van dezelfde aard als die voorkomend in art. 454, WIB 92, uitspreken, te weten :
A. HET VERBOD SOMMIGE BEROEPSWERKZAAMHEDEN UIT TE OEFENEN
De bedoelde beroepen zijn niet alleen die welke de betrokkene werkelijk uitoefent bij de veroordeling, maar alle beroepen opgenoemd in art. 455, WIB 92. Het verbod kan een duur hebben van 3 maanden tot 5 jaar.
B. SLUITING VAN DE INRICHTINGEN
Het betreft de inrichtingen van de vennootschap, vereniging, groepering of onderneming waarvan de veroordeelde hoofd, lid of bediende is, en de sluiting mag dezelfde duur hebben als het verbod om het beroep uit te oefenen (3 maanden tot 5 jaar).
Men merkt op dat, in tegenstelling tot art. 454, WIB 92, dat in de sluiting van de door de schuldige geëxploiteerde inrichtingen voorziet art. 455, WIB 92, de eventuele sluiting toelaat van inrichtingen die de schuldige niet zelf exploiteert, maar waar hij slechts bediende is. Aangenomen kan worden, dat een dergelijke veroordeling slechts denkbaar is ingeval er medeplichtigheid bestaat vanwege de leiders van de onderneming.
Nummer 455/4
De overtreding van een door de rechtbank uitgesproken verbod of sluiting is een afzonderlijk misdrijf dat wordt bestraft door art. 456, WIB 92.