Parlementaire vraag nr. 829 van de heer Steven Matheï van 25.01.2022

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/078 d.d. 25.02.2022, blz. 170

Uitwisseling van gegevens met betrekking tot onroerende eigendommen in het buitenland

VRAAG (van de heer Matheï)

De Europese richtlijn 2011/16/EU (DAC) en de richtlijnen die deze richtlijn wijzigen hebben betrekking op de uitwisseling van informatie binnen de Europese Unie en beogen de administratieve samenwerking tussen de lidstaten op fiscaal vlak te verbeteren, met name door de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten voor de noden van hun interne fiscale regimes te vergemakkelijken en te voorzien in een kader voor de samenwerking bij administratieve onderzoeken of controles. Belastingdiensten wisselen dus steeds meer informatie uit. Zo voorzien de DAC-richtlijnen in de automatische uitwisseling van informatie met betrekking tot het eigendom van of de inkomsten uit een onroerend goed. In een antwoord op schriftelijke vraag 6-2312 van 29 januari 2019 (www.senate.be) gaf de minister van Financiën aan dat de lidstaten enkel gegevens automatisch moeten uitwisselen in de mate dat deze beschikbaar zijn. Bovendien mogen de ontvangen gegevens in principe enkel worden gebruikt voor fiscale doeleinden. Met betrekking tot niet-EU landen zal ter verificatie van het onroerend goed bezit aldaar een beroep moeten gedaan worden op uitwisseling op verzoek voorzien in internationale belastingovereenkomsten (hetzij een dubbelbelastingverdrag, hetzij een Tax Information Exchange Agreement, hetzij het multilateraal verdrag van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de Raad van Europa). Er kan enkel een verzoek om inlichtingen worden gedaan aan een partnerland in het kader van een fiscaal onderzoek en eerst moet de FOD Financiën de nationale rechtsmiddelen hebben uitgeput om inlichtingen te verkrijgen. U gaf ook aan dat de ontvangen inlichtingen alleen ter kennis mogen gesteld worden van de personen of autoriteiten die betrokken zijn bij de vestiging of de invordering van de belastingen. In principe mogen de in het kader van de verdragen ontvangen inlichtingen van derde landen dus niet meegedeeld worden aan de sociale huisvestingsmaatschappijen. In het kader van sociale fraudebestrijding subsidieert Vlaanderen sociale huisvestingmaatschappijen om niet bekende onroerende goederen buiten de EU op te sporen.

1. Ontvangt de FOD Financiën vandaag van alle EU-landen informatie met betrekking tot de onroerende eigendommen in het buitenland? Zo neen, van welke EU-landen niet?

2. Wordt de informatie waarover de sociale huisvestingmaatschappijen beschikken met betrekking tot buitenlandse onroerende goederen overgemaakt aan de FOD Financiën? Zo ja, op welke manier wordt dit overgemaakt en welk gevolg wordt hieraan gegeven? Kan de FOD Financiën deze informatie gebruiken bij onder andere in het kader van de aanslag van de personenbelasting? Zo neen, waarom niet? En acht u het opportuun om deze toch te ontvangen?

3. Conform artikel 327, § 1 WIB92 kunnen ambtenaren van de FOD Financiën alle inlichtingen die zij nodig achten voor de vestiging van de belasting opvragen bij onder meer lokale besturen. Vallen de sociale huisvestingmaatschappijen ook onder deze bepaling? Zo ja, heeft de FOD Financiën reeds inlichtingen ingewonnen bij de huisvestingmaatschappijen met betrekking tot de bijkomende gegevens waarover zij zouden kunnen beschikken over bepaalde belastingplichtigen?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

1. Zoals u in uw vraag aangeeft en zoals bepaald in artikel 8 § 1 van de Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011, dienen de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten de inlichtingen inzake eigendom van en inkomsten uit onroerend goed automatisch te verstrekken indien ze beschikbaar zijn. De FOD Financiën ontvangt ook effectief deze inlichtingen van alle bevoegde autoriteiten die inlichtingen inzake eigendom van en inkomsten uit onroerend goed beschikbaar hebben. Nog niet alle bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten hebben deze inlichtingen echter beschikbaar. Omwille van bepalingen inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming is het niet mogelijk mee te delen van welke bevoegde autoriteiten van EU-lidstaten de FOD Financiën geen inlichtingen inzake eigendom en inkomsten uit onroerend ontvangt.

2. Er bestaat geen protocol dat voorziet in de overdracht van informatie van de huisvestingsmaatschappijen aan de FOD Financiën. Op dit moment bestaan er alleen protocollen die voorzien in de overdracht van informatie van het aanslagbiljet in de personenbelasting van de FOD Financiën aan de huisvestingsmaatschappijen.

3. a) Overeenkomstig artikel 327 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) kan de FOD Financiën in het kader van onderzoek en controle inlichtingen opvragen, onder andere, bij openbare instellingen en inrichtingen. Om als een openbare instelling of inrichting in de zin van het artikel 327 WIB 92 te worden beschouwd moet een sociale huisvestingsmaatschappij voldoen aan één van de volgende criteria (toepassing van artikel 329 WIB 92):

- de sociale huisvestingsmaatschappij wordt door de Staat, een gemeenschap of een gewest mede beheerd;

- de Staat, een gemeenschap of een gewest verstrekt een waarborg aan de sociale huisvestingsmaatschappij;

- de Staat, een gemeenschap of een gewest houdt toezicht op de werkzaamheden die het uitoefent;

- of indien het bestuurspersoneel van de sociale huisvestingsmaatschappij wordt aangewezen door de federale regering of een gemeenschaps- of gewestregering, op haar voordracht of met haar goedkeuring.

Uit een eerste onderzoek door mijn diensten lijken sociale huisvestingsmaatschappijen aan minstens één van deze voorwaarden te voldoen waardoor de FOD Financiën in principe alle inlichtingen die zij nodig acht voor de vestiging van de belastingen kan opvragen bij deze instellingen.

b) Mijn administratie gebruikt de gegevens van DAC1 voor risicobeheer in verband met buitenlandse onroerende goederen. Deze gegevens worden in het kader van de internationale gegevensuitwisseling ter beschikking gesteld. Momenteel heeft zij geen stappen ondernomen om bijkomende inlichtingen te vragen bij de sociale huisvestingmaatschappijen.