Parlementaire vraag nr. 249 van de heer Goris van 02.03.2000

VRAAG 00/249

Vraag nr. 249 van de heer Goris dd. 02.03.2000


Vr. en Antw., Kamer, 1999-2000, nr. 034, blz. 3949-3950

Inkomstenbelastingen - Bijzondere aanslag - Begrip "kosten"

VRAAG

Artikel 219, WIB 1992, bepaalt dat een bijzondere aanslag van 309 % wordt gevestigd op "kosten", vermeld in artikel 57, WIB 1992, die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave.

Zo zijn volgens artikel 57, 1°, WIB 1992, voordelen van alle aard slechts als "kost" aftrekbaar indien ze worden opgenomen op de fiches en de opgave.

Het begrip "kosten" kan echter tot verwarring leiden. Er zijn immers situaties mogelijk waarbij er een belastbaar voordeel van alle aard ontstaat in hoofde van een personeelslid of bedrijfsleider zonder dat er iets in de kostenrekeningen van de vennootschap terug te vinden is.

Een voorbeeld ter verduidelijking. Als een vennootschap een renteloze lening toestaat aan een personeelslid, dan vormt dit een voordeel van alle aard voor dit personeelslid. Hiervan wordt echter niets in de kostenrekeningen van de vennootschap teruggevonden.

Vermits er in de artikelen 57 en 219, WIB 1992, enkel sprake is van "kosten" zou men kunnen denken dat er voor voordelen van alle aard die voor de verstrekker geen kosten met zich meebrengen, geen fiches moeten worden opgemaakt. Daarnaast zou in dergelijk geval geen bijzondere aanslag van 309 % kunnen worden opgelegd.

Wat is uw standpunt terzake?

ANTWOORD

In het door het geachte lid beoogde geval is de in artikel 219 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) bedoelde afzonderlijke aanslag van toepassing op het voordeel van alle aard dat een bestanddeel van de beroepsinkomsten vormt, wanneer de vennootschap die dit voordeel heeft verleend, nalaat het te verantwoorden door middel van de in artikel 57, WIB 1992, vermelde individuele fiches en samenvattende opgave.