Parlementaire vraag nr. 1400 van de heer Dieter Vanbesien van 16.03.2023
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/110 d.d. 28.04.2023, blz. 133
Terbeschikkingstelling van energie - Regime VVA
VRAAG (van de heer Vanbesien)
In februari en in juni 2022 vroeg ik u naar de wetswijziging die betrekking had op het regime van de voordelen aller aard (VVA) wat betreft de terbeschikkingstelling van energie.
U liet verstaan dat u verder wilt werken met een forfaitair voordeel voor zij die zowel energie als een woning ter beschikking krijgen van hun werkgever omdat hun situatie wezenlijk verschilt van zij die alleen energie ter beschikking krijgen van de werkgever. U denkt hier blijkbaar aan conciërges, die in tegenstelling tot werknemers met een cafetariaplan, geen keuzemogelijkheid hebben wat betreft de modaliteiten van de energieleveringsovereenkomst. Daarnaast liet u verstaan dat uw administratie onderzoekt of het mogelijk is het VAA forfaitair te bepalen aan de hand van de gemiddelde prijzen van bepaalde energieprijzen en het gemiddeld gebruik over een bepaalde periode. Een dergelijke werkwijze zou overeenstemmen met het feit dat de huidige loutere indexatie van het forfaitair bedrag niet voldoet om de stijging van de energieprijzen te volgen, en er dus een sterk Matteuseffect is wat betreft dit VAA en dit alleen versterkt is door wijziging van december 2021.
1. In hoeveel gevallen waarin een woning en energie ter beschikking worden gesteld door de vennootschap is de begunstigde een conciërge? Indien dit niet te achterhalen is, kunt u aanduiden in hoeveel gevallen de begunstigde een werknemer, dan wel een bedrijfsleider is?
2. Volgens een bepaalde interpretatie van de wettekst is de "terbeschikkingstelling van de woning" door de vennootschap aan de begunstigde aan marktconforme tarieven voldoende opdat ook de terbeschikkingstelling van energie onder het VAA valt. Is dit ook uw interpretatie van de wet en waarom?
3. Hoe staat het met het onderzoek van uw administratie rond de mogelijkheid om te werken met andere factoren om het forfaitaire tarief te bepalen, zoals de gemiddelde energieprijzen en het gemiddelde gebruik?
ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)
1. De FOD Financiën beschikt niet over gegevens met betrekking tot de conciërges.
Tijdens het inkomstenjaar 2022, hebben 1.574 werknemers en 6.628 bedrijfsleiders van voordelen van alle aard voor woning en energie genoten. Deze gegevens zijn al representatief maar nog voorlopig.
2. Het feit dat de vennootschap voor de terbeschikkingstelling van de woning een marktconforme bijdrage vraagt aan de verkrijger van het voordeel, doet geen afbreuk aan het gegeven dat de woning nog steeds ter beschikking wordt gesteld en dat het voordeel daarvoor op forfaitaire wijze moet worden geraamd. Dat forfaitair geraamde voordeel mag dan worden verminderd met de eigen bijdrage van de verkrijger van het voordeel. In voorkomend geval kan het belastbaar voordeel daardoor tot nul worden herleid. Wanneer de vennootschap voor die woning ook kosteloos verwarming en/of elektriciteit gebruikt tot andere doeleinden dan verwarming verstrekt, dan wordt dit voordeel forfaitair geraamd aangezien degene die dit voordeel verleent, ook het onroerend goed ter beschikking stelt.
3. In het kader van de eerste fase van de bredere fiscale hervorming wordt ook voorgesteld om de wijze waarop het forfaitaire voordeel van alle aard voor de kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit wordt bepaald, te wijzigen. Voortaan zou voor de bepaling van het voordeel van alle aard voor verwarming en elektriciteit het standaard verbruiksprofiel voor respectievelijk aardgas en elektriciteit vermenigvuldigd worden met de gemiddelde commerciële all-in prijs in België voor residentiële klanten voor respectievelijk aardgas en elektriciteit. Deze wijziging wordt momenteel samen met de andere maatregelen uit de eerste fase van de bredere fiscale hervorming besproken in de schoot van de regering.