Commentaar van art. 334bis, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking van 01.01.2010
TITEL VII : VESTIGING EN INVORDERING
HOOFDSTUK III : ONDERZOEK EN CONTROLE
Afdeling IV : Gemene bepalingen inzake recht van onderzoek ten aanzien van de belastingplichtige en van derden
Art. 334bis, WIB 92
I. WETTEKST
Nummer 334bis/0
Art. 334bis. - De in dit hoofdstuk bedoelde onderzoekingen mogen door ambtenaren van andere fiscale administraties worden verricht. De Koning wijst die administraties en, wanneer Hij dat nodig acht, de ambtenaren aan.
II. KB/WIB 92
Nummer 334bis/1
Art. 181bis. De onderzoekingen bedoeld in hoofdstuk III van titel VII van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 mogen worden verricht door de ambtenaren van de administratie der douane en accijnzen die bij toepassing van het koninklijk besluit van 7 december 1992 ter beschikking van de administratie der directe belastingen zijn gesteld.
III. VOORWERP
Nummer 334bis/2
Art. 334bis, WIB 92, laat toe dat de onderzoeks- en controlerechten van de Administratie der directe belastingen worden uitgeoefend door ambtenaren van andere fiscale administraties.
IV. INHOUD VAN DE BEPALING
Nummer 334bis/3
De mogelijkheid ingevoegd in het WIB 92 om de uitoefening van de onderzoeks- en controlerechten van de Administratie der directe belastingen toe te vertrouwen aan ambtenaren van andere, door de Koning aan te duiden, fiscale administraties kadert in de versteviging van de samenwerking tussen de fiscale administraties.
Nummer 334bis/4
Tengevolge van de op 1.1.1993 doorgevoerde herstructurering van de Administratie der douane en accijnzen, werden ambtenaren van deze administratie toegewezen aan verschillende administraties, waaronder de Administratie der directe belastingen en de Adminstratie van de BTW, registratie en domeinen.
Art. 334bis, WIB 92, en art. 181bis, KB/WIB 92, beogen ervoor te zorgen dat de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen die worden toegewezen aan de Administratie der directe belastingen dezelfde onderzoeks- en controlemogelijkheden krijgen als de personeelsleden van dat laatstgenoemde bestuur zodat de geldigheid van de door de eerstgenoemde personeelsleden gestelde handelingen niet in twijfel kan worden getrokken.
V. DRAAGWIJDTE VAN DE BEVOEGDVERKLARING
Nummer 334bis/5
De ambtenaren van andere fiscale administraties die aldus bevoegd worden verklaard de onderzoeks- en controlerechten uit te oefenen waarover de ambtenaren van de Administratie der directe belastingen beschikken, zijn gedetacheerd uit hun oorspronkelijke administratie en ze mogen de onderzoeksmethoden eigen aan die administratie niet meer gebruiken. Zij worden ambtenaren van de Administratie der directe belastingen met de onderzoeks- en controlerechten eigen aan die administratie (parl.st., Senaat, zitting 1993-1994, nr 1119-2, blz 30).