Artikel 101bis, KB/WIB 92

Art. 101bis is van toepassing vanaf 01.05.2019 (art. 15 en 39, 1ste lid, KB 29.08.2019 - B.S. 13.09.2019; Numac: 2019014460)

[Zolang het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling II van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, niet van toepassing is op een vennootschap, vereniging of stichting, moet elke verwijzing naar een bepaling van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen of van het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen die voorkomt in een van de besluiten genomen voor de uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, het Wetboek diverse rechten en taksen, het Wetboek van Successierechten, het Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, en de bijzondere wetgeving van toepassing op deze belastingen, worden gelezen, voor wat deze vennootschap, vereniging of stichting betreft, als een verwijzing naar de bepaling van het Wetboek van vennootschappen of andere bijzondere wetgeving die in zulke fiscale wetgeving voorkwam voor de inwerkingtreding van dit besluit (art. 38, KB 29.08.2019 - B.S. 13.09.2019; Numac: 2019014460]

Voor de toepassing van artikel 264, eerste lid, 2°bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, moeten worden gelijkgesteld met de gereglementeerde markten bedoeld in artikel 2, 5° en 6°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de gereglementeerde secundaire markten voor financiële instrumenten, al dan niet voor het publiek toegankelijk, die zijn geplaatst onder het toezicht van een toezichthouder welke een gewoon lid is van de "Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders" (IOSCO), indien de statutaire zetel van de marktonderneming welke de gereglementeerde secundaire markt organiseert, is gevestigd in een Staat, niet bedoeld in artikel 2, 6°, van voormelde wet van 2 augustus 2002:

- die een overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten met België;

- of waarvan de toezichthouder van de gereglementeerde markten met de Autoriteit voor financiële Diensten en Markten een samenwerkingsovereenkomst over het toezicht op de financiële markten heeft gesloten.