Artikel 63^12/1, KB/WIB 92
Art. 63^12/1, § 3, is van toepassing vanaf 01.01.2020 (art. 3 en 6, KB 28.06.2019 - B.S. 08.07.2019; Numac: 2019030580)
§ 1. De in artikel 145^26, § 3, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde vennootschappen of de in artikel 145^26, § 1, eerste lid, b, van hetzelfde Wetboek, bedoelde financierings-vehikels moeten jaarlijks vóór 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar van de verwerving van de volledig volstorte aandelen of de in artikel 145^26, § 1, eerste lid, b, van hetzelfde Wetboek, bedoelde nieuwe beleggings-instrumenten, , en van de vier daaropvolgende jaren een document opstellen dat:
1° voor het jaar van verwerving:
a) het bedrag vermeldt dat recht geeft op de vermindering;
b) bevestigt of de vennootschap waarin wordt geïnvesteerd, hetzij rechtstreeks, hetzij via een crowdfundingplatform, hetzij via een financieringsvehikel, voldoet aan de voorwaarden opgenomen in artikel 145^26, § 3, eerste lid, van hetzelfde Wetboek;
c) het tarief van de vermindering vermeldt dat overeenkomstig artikel 145^26, § 3, vijfde of zesde lid, van dat Wetboek van toepassing is;
2° in voorkomend geval, voor elk van de vier volgende jaren bevestigt dat deze aandelen of beleggingsinstrumenten nog steeds in het bezit zijn van de inschrijver op 31 december van het belastbaar tijdperk, en dat is voldaan aan de voorwaarde opgenomen in artikel 145^26, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek;
3° voor het jaar van vervreemding van de aandelen of beleggingsinstrumenten: het aantal nog niet verlopen maanden vermeldt dat in aanmerking komt voor de berekening van de terugname van de vermindering.
De in artikel 145^26, § 1, eerste lid, c, van hetzelfde Wetboek, bedoelde openbare startersfondsen of private startersprivaks moeten jaarlijks vóór 31 maart van het jaar dat volgt op het belastbare tijdperk waarin de datum van 31 december valt waarop aan de investeringsvoorwaarde beoogd in artikel 145^26, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek, is voldaan, en van de vier daaropvolgende jaren, een document opstellen dat:
1° voor het belastbare tijdperk waarin de datum van 31 december valt waarop aan de investeringsvoorwaarde beoogd artikel 145^26, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek, is voldaan:
a) het bedrag vermeldt dat recht geeft op de vermindering;
b) bevestigt of het openbare startersfonds of de private startersprivak voldoet aan de voorwaarde opgenomen in artikel 145^26, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek;
c) het tarief van de vermindering vermeldt dat overeenkomstig artikel 145^26, § 3, vijfde of zesde lid, van dat Wetboek van toepassing is;
2° in voorkomend geval, voor elk van de vier volgende jaren bevestigt dat deze rechten van deelneming nog steeds in het bezit zijn van de inschrijver op 31 december van het belastbaar tijdperk, en dat is voldaan aan de voorwaarde opgenomen in artikel 145^26, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek;
3° voor het jaar van vervreemding van de rechten van deelneming: het aantal nog niet verlopen maanden vermeldt dat in aanmerking komt voor de berekening van de terugname van de vermindering.
§ 2. Het in § 1 bedoelde document moet binnen de in § 1 bedoelde termijn worden overhandigd aan de inschrijver.
De inschrijver moet zijn exemplaar van de bedoelde documenten ter beschikking houden van de administratie
§ 3. Een afschrift van het in § 1 bedoelde document moet langs elektronische weg binnen de in § 1 bedoelde termijn aan de administratie worden bezorgd.