Parlementaire vraag nr. 1041 van mevrouw Veerle Wouters van 10.06.2016

Parlementaire vraag nr. 1041 van mevrouw Veerle Wouters dd. 10.06.2016

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2015-2016, QRVA 54/082 dd. 15.07.2016, blz. 390

De kosteloze verstrekking van drank en fruit. - Sociaal voordeel. - Zelfstandigen

VRAAG (van mevrouw Wouters)

Het kosteloos verstrekken van water, soep, koffie, thee, bier of frisdranken tijdens de werkuren wordt door uw administratie aangemerkt als sociaal voordeel dat niet belastbaar is bij de werknemers. In afwijking van het principe dat sociale voordelen in hoofde van de werkgever niet aftrekbaar zijn, zijn de kosten verbonden aan voornoemde sociale voordelen volledig aftrekbaar als beroepskosten (artikel 53/214 Com.IB92). Sinds 2012 is deze bepaling in het administratief commentaar aangevuld met de kosteloze verstrekking van fruit als tussendoortje voor de onmiddellijke consumptie tijdens de werkuren (circulaire nr. Ci.RH.242/618.836 (AAFisc. nr. 27/2012) van 6 augustus 2012). Aangezien het regelmatig drinken van water of het eten van fruit niet alleen de gezondheid ten goede komt van werknemers maar ook van zelfstandigen rijst de vraag naar de fiscale behandeling van deze sociale voordelen in hoofde van deze laatste. Wanneer een zelfstandige zich voornoemde sociale voordelen verschaft, zijn de kosten verbonden aan voornoemde sociale voordelen fiscaal aftrekbaar als beroepskost? Zo ja, worden zij als fiscaal vrijgestelde sociale voordelen aangemerkt of vormen deze voordelen een voordeel van alle aard?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

Als een werkgever zijn personeel gratis water, soep, koffie, thee, bier, frisdranken of fruit verstrekt voor consumptie tijdens de werkuren, dan zijn dat sociale voordelen die voor de personeelsleden vrijgesteld zijn en waarvan de kosten voor de werkgever als beroepskosten aftrekbaar zijn. Het zijn zogenaamde onbelangrijke voordelen die de werkgever aan zijn personeelsleden verstrekt met een uitgesproken sociaal oogmerk en met de bedoeling om de betrekkingen tussen het personeel te verbeteren en de binding van het personeel met de onderneming te bevorderen. Als een zelfstandige bovenvermelde voedingsmiddelen daarentegen koopt voor zichzelf, dan zijn dat geen sociale voordelen, maar in principe uitgaven van persoonlijke aard die niet als beroepskosten aftrekbaar zijn.