Commentaar van art. 461, WIB 92

Art. 461, WIB 92

I. WETTEKST

461/0

II. ALGEMEEN

461/1-5

1. Verzoek om advies voorafgaand aan de vervolgingen

461/1

2. Bevoegdheid van de Gew.dir

461/2

3. Vorm en inhoud van het advies

461/3

4. Draagwijdte van het advies

461/4

5. Schorsend karakter van het verzoek

461/5

I. WETTEKST

Nummer 461/0

Art. 461. - Tenzij de Procureur des Konings met de feiten bekend is geraakt ingevolge een klacht die is ingediend of een aangifte die is gedaan door ambtenaren van de belastingbesturen van het Ministerie van Financiën die daartoe behoorlijk gemachtigd zijn, moet hij, indien hij een vervolging wil instellen wegens feiten die naar luid van dit Wetboek of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten strafrechtelijk strafbaar zijn, het advies van de bevoegde gewestelijke directeur der directe belastingen vragen. De procureur des Konings voegt het feitenmateriaal waarover hij beschikt bij zijn verzoek om advies; de gewestelijke directeur dient binnen vier maanden na de ontvangst van het aan hem gerichte verzoek hierop te antwoorden.

In geen geval heeft het verzoek om advies een schorsend karakter.

II. ALGEMEEN

In het licht van een snellere behandeling van dossiers ter bestraffing van fiscale fraude, voorziet art. 461, WIB 92, voortaan dat de Procureur des Konings vervolgingen kan instellen zonder voorafgaandelijk het advies van de bevoegde Gew.dir. te vragen. Hij kan evenwel advies vragen (met toevoeging van de feitelijke elementen waarover hij beschikt bij zijn verzoek), doch dit verzoek schorst in geen geval de strafvordering.

Advies voorafgaand aan de vervolgingen

1. Verzoek om advies voorafgaand aan de vervolgingen

Nummer 461/1

In alle gevallen waarin hij kennis neemt van feiten op een andere wijze dan door een klacht of aangifte gedaan door ambtenaren van de belastingbesturen die daartoe behoorlijk gemachtigd zijn in de zin van art. 29, § 2, WSV, kan de Procureur des Konings, indien hij een vervolging wil instellen wegens feiten die ingevolge de bepalingen van WIB 92 of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten strafrechtelijk strafbaar zijn, het advies van de bevoegde Gew.dir. vragen.

Hij voegt het feitenmateriaal waarover hij beschikt bij zijn verzoek om advies.

2. Bevoegdheid van de Gew.dir.

Nummer 461/2

Deze bevoegdheid is hem rechtstreeks door de wet toegekend; hij moet deze persoonlijk uitoefenen.

Hoewel de Gew.dir. beschikt over een termijn van vier maanden om zijn advies te verstrekken, wordt aanbevolen dit zo spoedig mogelijk te doen.

3. Vorm en inhoud van het advies

Nummer 461/3

Het advies moet omstandig gemotiveerd zijn, zowel wanneer het in het voordeel als wanneer het in het nadeel van de belastingplichtige is en het moet het voorwerp uitmaken van een geschrift, verstrekt onder vorm van een afzonderlijke brief.

Dit advies moet zorgvuldig gemotiveerd worden en gewag maken van alle gegevens van fiscale aard die het kunnen staven.

Aan het advies moeten de verslagen worden gevoegd van de ambtenaren die het onderzoek hebben verricht, de opgemaakte processen-verbaal en elk ander nuttig stuk.

4. Draagwijdte van het advies

Nummer 461/4

Het advies dat de Gew.dir. aldus verstrekt heeft een louter formele waarde.

5. Schorsend karakter van het verzoek

Nummer 461/5

In geen geval heeft het verzoek om advies een schorsend karakter.