Artikel 194quinquies, WIB 92
Art. 194quinquies, § 1, tweede lid, is van toepassing 10 dagen na publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad (08.01.2024) (art. 51, W 28.12.2023 - B.S. 29.12.2023; Numac: 2023048795)
§ 1. Voor het belastbaar tijdperk waarin de aanvraag voor een in artikel 205/1, § 2, 1°, a) tot d) bedoeld intellectueel eigendomsrecht nog lopende is, wordt 85 % van het bedrag dat overeenkomstig artikel 205/3 vastgesteld zou zijn in het geval het intellectueel eigendomsrecht reeds zou zijn verleend, niet als winst aangemerkt binnen de grenzen en onder de voorwaarden die hierna worden voorzien.
Per belastbaar tijdperk worden de in het eerste lid bedoelde vrijstellingen verleend ten belope van een bedrag beperkt tot de winst van het belastbaar tijdperk dat overblijft vóór toepassing van artikel 207, tweede lid, derde streepje, zonder rekening te houden met de aanleg van de in deze paragraaf bedoelde vrijgestelde reserve en de toepassing van § 2, tweede of derde lid.
Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de vrijstellingen te kunnen toepassen, worden de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstellingen achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstellingen en de in § 2, tweede en derde lid, bedoelde definitieve vrijstellingen samen beperkt worden tot de winst van het belastbaar tijdperk die overblijft vóór toepassing van artikel 207, derde lid, tweede streepje, zonder rekening te houden met de aanleg van de in dit lid bedoelde overgedragen vrijstellingen en de toepassing van § 2, tweede of derde lid.
De vrijgestelde reserve blijft slechts behouden voor zover voldaan is aan de in artikel 190, tweede lid, bedoelde voorwaarden.
§ 2. Het bedrag dat overeenkomstig § 1 met betrekking tot een intellectueel eigendomsrecht tijdelijk is vrijgesteld, wordt definitief vrijgesteld vanaf het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk dat intellectueel eigendomsrecht is verleend.
Het uit het vorig belastbaar tijdperk, na toepassing van § 1, derde lid, resterende bedrag aan niet verleende vrijstellingen wordt definitief vrijgesteld in het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk dat intellectueel eigendomsrecht is verleend, beperkt tot de in § 1, derde lid, bedoelde grens.
Indien dat belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de in het tweede lid bedoelde vrijstelling te kunnen toepassen, worden de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstellingen overeenkomstig § 1, derde lid, overgedragen naar de volgende belastbare tijdperken.
§ 3. De voorheen vrijgestelde winst met betrekking tot een intellectueel eigendomsrecht wordt aangemerkt als winst van het belastbaar tijdperk waarin de aanvraag voor dat intellectueel eigendomsrecht niet langer lopende is en het intellectueel eigendomsrecht niet werd verleend.
§ 4. Om de in dit artikel bedoelde vrijstelling te kunnen genieten, moet de belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen vanaf het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbaar tijdperk waarin de aanvraag voor een intellectueel eigendomsrecht is gebeurd, tot het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbaar tijdperk vanaf wanneer de aanvraag niet langer lopende is, een opgave voegen waarvan het model door de minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld.