Artikel 205/2, WIB 92

Art. 205/2, § 2, vierde lid, is van toepassing 10 dagen na publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad (10.07.2021) (art. 50, W 27.06.2021 - B.S. 30.06.2021; Numac: 2021021157; erratum B.S. 12.07.2021)


§ 1. Om de aftrek voor innovatie-inkomsten voor een belastbaar tijdperk te bepalen, stemmen de in aanmerking te nemen innovatie-inkomsten overeen met het deel van de netto-inkomsten dat uitsluitend betrekking heeft op een intellectueel eigendomsrecht. Wanneer voor een deel van dit belastbaar tijdperk met betrekking tot hetzelfde intellectueel eigendomsrecht ook de aftrek voor octrooi-inkomsten overeenkomstig de artikelen 205/1 tot 205/4, zoals ze bestonden voor ze werden opgeheven door de artikelen 4 tot 7 van de wet van 3 augustus 2016 houdende dringende fiscale bepalingen, is toegepast, worden de innovatie-inkomsten met betrekking tot dat deel van het belastbaar tijdperk niet in aanmerking genomen.

Het bepalen van de in het eerste lid bedoelde innovatie-inkomsten, moet afzonderlijk per intellectueel eigendomsrecht gebeuren. Indien de vennootschap aanspraak kan maken op de in artikel 205/4, § 1, tweede lid, bedoelde afwijking, mag zij de innovatie-inkomsten echter, hetzij per type product of dienst, hetzij per groep van producten of diensten, bepalen.

Indien de bepaling van de innovatie-inkomsten een negatief resultaat oplevert, wordt dit negatieve resultaat achtereenvolgens van de netto innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij hetzelfde intellectueel eigendomsrecht, hetzij hetzelfde type product of dienst, hetzij dezelfde groep van producten of diensten van elk volgend belastbaar tijdperk in mindering gebracht.

§ 2. Voor het belastbaar tijdperk waarvoor de innovatie-inkomsten voor de eerste maal overeenkomstig § 1 afzonderlijk zijn bepaald, wordt dit bedrag verminderd met de in vorige belastbare tijdperken eindigend na 30 juni 2016 in kosten opgenomen globale uitgaven, die niet reeds in mindering zijn gebracht voor het bepalen van de vrijstelling als bedoeld in artikel 194quinquies. Kosten gedaan of gedragen in een belastbaar tijdperk waarin de vennootschap met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten de aftrek voor octrooi-inkomsten overeenkomstig de artikelen 205^1 tot 205^4, zoals ze bestonden voor ze werden opgeheven door de artikelen 4 tot 7 van de wet van 3 augustus 2016 houdende dringende fiscale bepalingen, heeft toegepast, moeten niet in mindering worden gebracht. Wanneer slechts met betrekking tot een deel van het belastbaar tijdperk de bovenvermelde aftrek voor octrooi-inkomsten is toegepast, worden enkel de kosten gedaan of gedragen in verhouding tot het deel van het belastbaar tijdperk dat de bovenvermelde aftrek voor octrooi-inkomsten is toegepast, niet in mindering gebracht.

Het eventuele negatieve resultaat na toepassing van het eerste lid wordt achtereenvolgens van de netto innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij hetzelfde intellectueel eigendomsrecht, hetzij hetzelfde type product of dienst, hetzij dezelfde groep van producten of diensten van elk volgend belastbaar tijdperk in mindering gebracht.

In afwijking van het eerste lid kan de vennootschap, in het belastbaar tijdperk dat de innovatie-inkomsten voor de eerste maal overeenkomstig § 1 afzonderlijk zijn bepaald, er onherroepelijk voor opteren de in het eerste lid bedoelde uitgaven lineair te spreiden gedurende een periode van maximaal zeven opeenvolgende belastbare tijdperken.

In het laatste belastbaar tijdperk van de in het derde lid gekozen termijn of, eventueel vroeger, waarin de aftrek voor innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten niet langer wordt toegepast, wordt de winst van het belastbaar tijdperk verhoogd met een bedrag gelijk aan het positieve verschil tussen de voor dat belastbaar tijdperk en voor de hoogstens zes voorgaande belastbare tijdperken verleende of overgedragen aftrek voor innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten en de aftrek voor innovatie-inkomsten die voor deze belastbare tijdperken met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten zou zijn toegepast indien de belastingplichtige niet had geopteerd voor de in het derde lid bedoelde methode.

Bovendien wordt, wanneer de aftrek voor innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten, verder wordt toegepast na afloop van de in het vierde lid bedoelde termijn, het saldo aan in het eerste lid bedoelde uitgaven die niet in mindering zouden zijn gebracht indien de belastingplichtige niet had geopteerd voor de in het derde lid bedoelde methode van lineaire spreiding, verder overeenkomstig het tweede lid in mindering gebracht in de loop van de volgende belastbare tijdperken.