Parlementaire vraag nr. 10 van mevrouw Veerle Wouters van 22.10.2014
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2014-2015, QRVA 54/002 dd. 01.12.2014, blz. 83
Overdracht van recht van erfpacht of opstal - Belastbare grondslag erfpachtvergoeding
VRAAG
De bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van een recht van erfpacht zijn een onroerend inkomen dat belastbaar is in de personenbelasting. Zij omvatten de erfpachtvergoeding en eventuele andere voordelen verkregen door de overdrager (art. 10, 1°, eerste lid, WIB 92). De waarde van de verkregen voordelen is gelijk aan de waarde die daaraan wordt toegekend voor de heffing van het registratierecht. Het registratierecht van 0,20 % is verschuldigd op zowel de vergoeding bedongen door de overdrager van het erfpachtrecht als op de canon voor de nog te lopen tijdperken, verschuldigd aan de grondeigenaar (art. 84 W.Reg.).
1. Is voor de personenbelasting in hoofde van de initiële erfpachter enkel de vergoeding aan de overdrager van het erfpachtrecht belastbaar ?
2. Volgt uit de woorden "de erfpachtvergoeding en eventuele andere voordelen verkregen door de overdrager" (art. 10, 1°, eerste lid, WIB 92) dat het bedrag van de canon voor de nog te lopen tijdperken, verschuldigd aan de grondeigenaar, in hoofde van de initiële overdrager van de erfpacht niet belastbaar is in de personenbelasting ?
3. Is bijgevolg niet de volledige belastbare basis in de registratierechten in hoofde van de initiële erfpachter belastbaar in de personenbelasting ?
4. Geldt mutatis mutandis hetzelfde voor het recht van opstal ?
ANTWOORD (van de minister van Financiën)
Gelet op de bewoordingen van de vraag, neem ik aan dat de door het geachte lid beschreven transacties verricht worden buiten de uitoefening van een beroepswerkzaamheid, en dat het evenmin gaat om speculatie of om verrichtingen buiten het normaal beheer van een privévermogen, noch om simulatie of verrichtingen die aanleiding kunnen geven tot toepassing van de algemene antimisbruikbepaling, noch om handelingen tussen een bedrijfsleider en zijn vennootschap. Onder dit voorbehoud kan ik het volgende antwoorden op de door het geachte lid gestelde vragen.
1. Gelet op de gebruikte bewoordingen "initiële erfpachter" en "overdrager" meen ik dat het geachte lid de situatie beoogt waarbij de eigenaar van een onroerend goed een recht van erfpacht in hoofde van een initiële erfpachter vestigt, en waarbij die initiële erfpachter dit recht later overdraagt aan een volgende erfpachter. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake worden de bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten als onroerende inkomsten aangemerkt, en omvatten die bedragen de erfpacht- of opstalvergoeding en alle andere voordelen verkregen door de overdrager. Het begrip overdrager omvat noodzakelijkerwijze ook degene die een dergelijk recht vestigt. Aanvullend verwijs ik inzake de begrippen vestiging en overdracht nog naar het antwoord op de parlementaire vraag nr. 854 van 21 december 2001 gesteld door heer Jean-Jacques Viseur. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001/2002, QRVA 50 134, p. 16829) Bijgevolg maken zowel de bedragen verkregen door de eigenaar bij vestiging van het recht van erfpacht als de bedragen verkregen door de initiële erfpachter bij overdracht van het recht van erfpacht telkens in hun hoofde belastbare onroerende inkomsten uit.
2 en 3. Voor de bepaling van het belastbaar bedrag inzake personenbelasting verwijst het WIB 92 uitdrukkelijk naar de heffingsbasis inzake registratierechten op de overeenkomst van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten. De als onroerende inkomsten belastbare erfpacht- of opstalvergoeding en alle andere voordelen verkregen door de overdrager omvatten wel degelijk de canon voor de nog te lopen tijdperken, die immers deel uitmaakt van die heffingsbasis. Evenwel merkt artikel 10, § 1, derde lid, WIB 92, deze bedragen uitdrukkelijk aan als inkomsten van het jaar waarin ze worden betaald of toegekend. De canon die niet of niet meer zou zijn betaald of toegekend, maakt bijgevolg geen onroerend inkomen uit in de personenbelasting. In die zin kan inderdaad een verschil ontstaan met de initiële heffingsbasis inzake registratierechten.
4. Omwille van de overeenstemming tussen de wettelijke regelingen van het erfpacht- en het opstalrecht is het noodzakelijk hen een gelijkaardig fiscaal lot voor te behouden. Bijgevolg geldt wat hierboven is gesteld voor een recht van erfpacht, mutatis mutandis ook voor een recht van opstal.