Parlementaire vraag nr. 169 van de heer De Clercq van 13.05.2008

Parlementaire vraag nr. 169 van de heer De Clercq dd. 13.05.2008


Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 022, blz. 4920-4921

Aftrek voor enige en eigen woning - Akte van verdeling

VRAAG

Leningen komen op grond van artikel 115, § 2, WIB 1992 alleen in aanmerking voor de aftrek van een enige en eigen woning indien ze specifiek gesloten zijn om een woning te verwerven of te behouden wanneer ze zijn aangegaan om een onroerend goed aan te kopen, te bouwen, te vernieuwen of de successierechten hieromtrent te betalen.

Dit staat limitatief opgesomd in de wet. Nochtans zijn er naast kopen, bouwen, vernieuwen of erven ook andere manieren om ten bezwarende titel een woning te verwerven.

Indien broers en zussen in onverdeeldheid een woning gekregen hebben door schenking of erfenis van hun ouders, kunnen zij op een gegeven moment beslissen om in der minne uit onverdeeldheid te treden. Hierbij betaalt één van de mede-eigenaars een som geld uit aan zijn broers of zussen om alleen eigenaar te worden.

Strikt juridisch gezien gaat het om een verdeling en niet om koop. Bijgevolg is het niet volledig duidelijk of een lening voor deze transactie wel onder artikel 115, § 2, WIB 1992 valt, hoewel dit conform de geest van de wet er wel onder zou moeten vallen. Staat de fiscus de aftrek van een enige en eigen woning toe voor een lening die specifiek aangegaan wordt om de andere mede-eigenaars uit te kopen naar aanleiding van een minnelijke uitonverdeeldheidtreding ?

ANTWOORD (vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen, 12.06.2008)

Overeenkomstig artikel 104, 9°, van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) kunnen onder meer de interesten en kapitaalaflossingen voor de aflossing of wedersamenstelling van een hypothecaire lening die specifiek is gesloten om een in artikel 12, § 3, WIB 1992 bedoelde enige woning te verwerven of te behouden in aanmerking komen voor de aftrek voor enige en eigen woning.

Voormeld artikel 104, 9°, WIB 1992 werd met het artikel 394 van de programmawet van 27 december 2004 ( Belgisch Staatsblad van 31 december 2004, 2de editie) ingevoerd.

Uit de voorbereidende werkzaamheden van voormelde wet van 27 december 2004 blijkt dat de noties «verwerven» en «behouden» die in het artikel 104, 9°, WIB 1992 worden gebruikt, zeer ruim moet worden begrepen (Kamer, Doc. 51-1437/001, blz. 248).

Met de wet van 27 december 2005 houdende diverse bepalingen ( Belgisch Staatsblad van 30 december 2005, 2de editie) werd in het artikel 115, WIB 1992 vervolgens in een nieuwe paragraaf 2 een opsomming gegeven van de verrichtingen die onder de notie «verwerven of behouden» kunnen worden gerangschikt.

Deze bepaling heeft inzonderheid tot doel meer rechtzekerheid te bieden omtrent de werken die in aanmerking komen voor de aftrek voor enige en eigen woning en om misbruiken te vermijden. Het moest duidelijk zijn dat de wetgever met de invoering van de aftrek voor enige en eigen woning enkel een fiscale stimulans heeft willen geven voor het verwerven of behouden van die enige en eigen woning (Kamer, Doc. 51-2098/001, blz. 109).

In het door u beoogde geval zijn broers en zussen onverdeeld eigenaar van een woning, verkregen door schenking of erfenis van hun ouders.

Wanneer in een akte van verdeling wordt bepaald dat de eigendom van die woning wordt toegewezen aan één mede-eigenaar, onder voorwaarde dat die mede-eigenaar aan de andere mede-eigenaars een som betaalt die dient voor het vergoeden van diens eigendomsaande( e)l(en) in de woning moet dan ook worden besloten dat de interesten en kapitaalaflossingen van een hypothecaire lening die heeft gediend voor het financieren van die aan de andere mede-eigenaars betaalde vergoeding in aanmerking kunnen komen voor de aftrek voor enige en eigen woning, voor zover die woning inderdaad de enige en eigen woning van de kredietnemer is, en aan alle overige voorwaarden ter zake is voldaan.