Parlementaire vraag nr. 177 van de mevrouw Valérie Déom van 22.12.2009
Parlementaire vraag nr. 177 van de mevrouw Valérie Déom dd. 22.12.2009
Personenbelasting
Fiscaal aftrekbare giften
Fiche 281.10
Fiche 281.50
Beroepskosten
Aftrekbare beroepskosten
Bezoldiging
Ereloon
VRAAG
Belastingplichtigen zijn wettelijk verplicht de FOD Financiën fiches en opgaven te bezorgen met betrekking tot bezoldigingen en erelonen die ze aan derden hebben uitbetaald en die ze als beroepskosten willen aftrekken (artikel 57 van het Wetboek van de inkomstenbelasting). Indien die fiches ontbreken, kunnen er zeer zware sancties worden opgelegd (aanslag gelijk aan 300 procent van die bedragen, cf. artikel 219 van het WIB). Tot voor kort dienden de belastingplichtigen papieren formulieren te gebruiken, die ze binnen bepaalde termijnen moesten indienen. Bij een koninklijk besluit van 3 juni 2007 werd artikel 30 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 92 gewijzigd. Dat artikel regelt nu de indiening langs elektronische weg van de fiches en opgaven. Naar verluidt zou de website www.belcotaxonweb.be echter niet naar behoren werken, waardoor een aantal belastingplichtigen hun verplichtingen niet konden nakomen langs elektronische weg. Voormelde documenten dienden vóór 30 juni 2009 ingediend te worden, maar de administratie heeft zelf beslist die termijn te verlengen tot 31 augustus 2009... Teneinde hun verplichtingen binnen de oorspronkelijk gestelde termijnen na te komen, hebben sommige belastingplichtigen overeenkomstig de geldende wetsbepalingen papieren fiches ingediend. De administratie zou echter weigeren die papieren documenten te aanvaarden. Ze meldt dat aan de belastingplichtigen door middel van een standaardbrief en eist dat de documenten langs elektronische weg opnieuw worden overgezonden. In die niet ondertekende standaardbrief wordt er geen gewag gemaakt van de mogelijkheid om een papieren versie in te dienen, terwijl er wel wordt verwezen naar bovenvermeld koninklijk besluit!
1. Kan u bevestigen dat de belastingplichtigen nog steeds het recht hebben om die papieren documenten in te dienen en dat er ter zake geen enkele voorwaarde geldt, temeer daar het niet indienen ervan voor hen nadelige gevolgen zou hebben?
2. Heeft de bevoegde administratie het recht om rechtsgeldige documenten te weigeren, en zo ja, op grond van welke wetsbepalingen?
ANTWOORD (van de heer Reynders, Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen)
Het koninklijk besluit van 3 juni 2007 (Belgisch Staatsblad van 14 juni 2007) voert de verplichting in om de fiscale fiches 281.10 tot en met 281.50 in te dienen via elektronische weg en voorziet dat de schuldenaars hiervan vrijgesteld kunnen worden zolang zijzelf of, in voorkomend geval, de personen die zij aangesteld hebben voor de indiening van deze fiches en van de samenvattende opgave niet beschikken over de nodige geïnformatiseerde middelen om aan deze verplichting te kunnen voldoen. Datzelfde besluit voorziet dat het de minister van Financiën of zijn gedelegeerde is die de modellen van de fiches en de samenvattende opgaven vastlegt en die de modaliteiten voor de indiening van deze documenten bepaalt. Deze delegatie van bevoegdheden werd aan de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde toegekend om hem toe te laten de modellen van de fiches, de samenvattende opgaven en de aangiften in de bedrijfsvoorheffing vast te leggen en, conform het systeem van de elektronische BTW-aangifte (artikel 2 van het koninklijk besluit van 31 januari 2007, Belgisch Staatsblad van 7 februari 2007), de modaliteiten voor de indiening van deze documenten te bepalen. Het is de minister van Financiën of zijn gedelegeerde die de werking van de indiening via elektronische weg concretiseert en die de formaliteiten vastlegt die vervuld moeten zijn om nog op papier of op elektronische informatiedrager te mogen blijven indienen. De procedure voor de terugzending van opgaven en fiches die op papier bij de Administratie zijn toegekomen is gesteund op dit koninklijk besluit. Ze geeft de Administratie de mogelijkheid zich ervan te verzekeren dat de schuldenaar van de inkomsten die zijn documenten op deze manier indient dat niet doet uit onwetendheid betreffende de nieuwe richtlijnen, ondanks de publiciteit die daaromtrent gevoerd is. Door zich te vergewissen van de context waarin deze indiening op papier is gebeurd en door de schuldenaar in kwestie te informeren over de modaliteiten van de verzending via elektronische weg doet de Administratie niets anders dan de schuldenaar aanmoedigen en ondersteunen in de effectiviteit van zijn missie.