Parlementaire vraag nr. 1214 van de heer Jaak Gabriëls van 13.09.1994
Bull. nr. 745, pag. 153
Beroepskosten - Auto - Afschrijving
Tot en met het aanslagjaar 1992 kon een belastingplichtige zijn auto afschrijven en het bedrag in mindering brengen van zijn belastbaar inkomen door de werkelijke beroepskosten te bewijzen. Een aantal belastingplichtigen krijgen nu moeilijkheden met de afschrijvingsperiode van de auto. Terwijl voorheen probleemloos een afschrijvingsperiode van 5 jaar werd aanvaard verlengt men die termijn nu tot 6, 7 of 8 jaar.
Bestaan daarover richtlijnen aan de controles van de belastingen en past iedere controle die richtlijnen strikt toe ?
ANTWOORD
Er bestaat geen algemene regel die voorschrijft een wagen in vijf jaar af te schrijven. Overeenkomstig artikel 61, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 kunnen afschrijvingen immers slechts als beroepskosten worden aangemerkt voor zover ze noodzakelijk zijn en samengaan met een waardevermindering die zich in het belastbare tijdperk werkelijk heeft voorgedaan.
Bij het vaststellen van de afschrijvingsannuïteit moet dan ook steeds rekening worden gehouden met een gebruiksduur die de werkelijkheid zo dicht mogelijk benadert.
Beroepskosten - Auto - Afschrijving
Tot en met het aanslagjaar 1992 kon een belastingplichtige zijn auto afschrijven en het bedrag in mindering brengen van zijn belastbaar inkomen door de werkelijke beroepskosten te bewijzen. Een aantal belastingplichtigen krijgen nu moeilijkheden met de afschrijvingsperiode van de auto. Terwijl voorheen probleemloos een afschrijvingsperiode van 5 jaar werd aanvaard verlengt men die termijn nu tot 6, 7 of 8 jaar.
Bestaan daarover richtlijnen aan de controles van de belastingen en past iedere controle die richtlijnen strikt toe ?
ANTWOORD
Er bestaat geen algemene regel die voorschrijft een wagen in vijf jaar af te schrijven. Overeenkomstig artikel 61, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 kunnen afschrijvingen immers slechts als beroepskosten worden aangemerkt voor zover ze noodzakelijk zijn en samengaan met een waardevermindering die zich in het belastbare tijdperk werkelijk heeft voorgedaan.
Bij het vaststellen van de afschrijvingsannuïteit moet dan ook steeds rekening worden gehouden met een gebruiksduur die de werkelijkheid zo dicht mogelijk benadert.