Commentaar van art. 246, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking d.d. 01.12.2015
TITEL V: BELASTING VAN NIET-INWONERS
HOOFDSTUK IV: Berekening van de belasting
Art. 246, WIB 92
I. WETTEKST 246/0
II. BUITENLANDSE LICHAMEN MET WINSTOOGMERK 246/1-2
III. BIJZONDERE GEVALLEN 246/3
I. WETTEKST
Laatste becommentarieerde wettelijke of reglementaire bepaling(en): de PW 19.12.2014 (BS 29.12.2014, Ed.2).
246/0
Art. 246. - In gevallen vermeld in artikel 233:
1° onverminderd de toepassing van artikel 218, wordt de belasting berekend volgens de tarieven en regels bepaald in de artikelen 215 en 217, met dien verstande dat, met betrekking tot de in dat artikel 215, tweede en derde lid, 4°, vastgestelde regels, alleen de winst vermeld in artikel 233, eerste lid, in aanmerking wordt genomen;
2° wordt de afzonderlijke aanslag op niet verantwoorde kosten en voordelen van alle aard, op verdoken meerwinsten en op de financiële voordelen of voordelen van alle aard bedoeld in artikel 233, tweede lid, berekend tegen 100 pct., tenzij kan worden aangetoond dat de verkrijger van die kosten of voordelen een rechtspersoon is, of dat de verdoken meerwinsten terug zijn opgenomen in de boekhouding overeenkomstig artikel 219, vierde lid, in welke gevallen de aanslag gelijk is aan 50 pct.;
3° onverminderd de toepassing van artikel 218, wordt de afzonderlijke aanslag vermeld in artikel 233, derde lid berekend tegen 5 pct.
In het in artikel 231, § 2, tweede lid, vermelde geval, wordt de belasting berekend tegen het in artikel 217, 1°, bepaalde tarief, onverminderd de toepassing van artikel 218.
In afwijking van het eerste lid, wordt het tarief bepaald op 5 pct., met betrekking tot de kapitaal- en interestsubsidies die, met inachtneming van de Europese reglementering inzake staatssteun, door de bevoegde gewestelijke instellingen aan landbouwers, die in artikel 227, 2°, vermelde belastingplichtigen zijn, worden toegekend in het raam van de steun aan de landbouw, om immateriële en materiële vaste activa aan te schaffen of tot stand te brengen.
Het in het derde lid vermelde tarief geldt als de subsidies betrekking hebben op investeringen in materiële vaste activa of immateriële vaste activa die afschrijfbaar zijn en die niet als herbelegging worden aangemerkt krachtens de artikelen 44bis, 44ter, 47 en 194quater.
Geen van de bij de artikelen 199 tot 206 bepaalde aftrekken noch enige compensatie voor het verlies van het belastbaar tijdperk mag worden verricht op de grondslag van de in het derde lid vermelde belasting.
In geval van vervreemding van een in het derde lid vermeld vast actief, anders dan bij schadegeval, onteigening, opeising in eigendom of een andere gelijkaardige gebeurtenis, die gedurende de eerste drie jaren van de investering plaatsvindt, wordt het verlaagde tarief met betrekking tot dat vast actief niet meer verleend vanaf het belastbaar tijdperk waarin de vervreemding heeft plaatsgevonden en wordt het bedrag van de voorheen vrijgestelde winst geacht een winst te zijn van dit belastbaar tijdperk.
II. BUITENLANDSE LICHAMEN MET WINSTOOGMERK
246/1
De BNI/ven. die die lichamen verschuldigd zijn op het totaal van de winst opgebracht door bemiddeling van Belgische inrichtingen en de winst zoals vermeld in art. 228, § 2, 3°, a en e, WIB 92, opgebracht zonder bemiddeling van dergelijke inrichtingen (zie commentaar op art. 233, WIB 92) wordt berekend volgens de tarieven en regels bepaald in de art. 215 en 217, WIB 92 (zie commentaar op de art. 215 en 217, WIB 92).
Met betrekking tot de in art. 215, tweede en derde lid, 4°, WIB 92, vermelde regels wordt enkel rekening gehouden met de winst zoals vermeld in art. 233, eerste lid, WIB 92, d.w.z. het geheel van de winst zoals vermeld in het vorige lid (Parl. St., Kamer, zitting 1997-1998, DOC 49-1608/1, blz. 22).
Met betrekking tot de in art. 215, derde lid, 1°, 2°, 3° en 6°, WIB 92, vermelde regels, moeten die regels beoordeeld worden gelet op de buitenlandse vennootschap in haar geheel (Parl. St., Kamer, zitting 1997-1998, DOC 49-1608/1, blz. 22 en 23).
De afzonderlijke aanslag zoals bedoeld in art. 233, derde lid, WIB 92, die wordt gevestigd volgens de regels zoals bepaald in art. 219ter, WIB 92, wordt berekend tegen 5% (zie commentaar op die art.).
In art. 231, § 2, tweede lid (lees het vierde lid, na de wijziging door art. 27, W 11.12.2008 (BS 12.01.2009) WIB 92, vermelde geval met betrekking tot vennootschappen met vast kapitaal voor belegging in onroerende goederen of in niet genoteerde aandelen die zijn erkend door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten wordt de BNI/ven. berekend tegen 16,5% zoals voorzien in art. 217, 1°, WIB 92 (zie commentaar op art. 217, WIB 92).
Overeenkomstig art. 246, derde tot zesde lid, WIB 92, wordt het tarief bepaald op 5%, met betrekking tot de kapitaal- en interestsubsidies die, met inachtneming van de Europese reglementering inzake staatssteun, door de bevoegde gewestelijke instellingen aan landbouwers, die in art. 227, 2°, WIB 92, vermelde belastingplichtigen zijn, worden toegekend in het raam van de steun aan de landbouw, om immateriële en materiële vaste activa aan te schaffen of tot stand te brengen (zie commentaar op art. 217, WIB 92).
De belasting wordt berekend volgens de tarieven en regels zoals hiervoor beschreven, na aftrek van de voorheffingen en van de andere verrekenbare bestanddelen, verhoogd bij gebrek aan of wegens ontoereikende voorafbetalingen (toepassing van art. 218, WIB 92). Er mag echter geen voorheffing, forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting of belastingkrediet worden verrekend met de belasting van 5% zoals bedoeld in art. 246, derde lid, WIB 92 (toepassing van art. 276, tweede lid, WIB 92).
Bovendien wordt een afzonderlijke aanslag op niet verantwoorde kosten en voordelen van alle aard, op verdoken meerwinsten en op de financiële voordelen of voordelen van alle aard zoals bedoeld in art. 233, tweede lid, WIB 92, berekend tegen het tarief van 100%. Die aanslag wordt beperkt tot 50% indien wordt aangetoond dat de verkrijger van de kosten of de voormelde voordelen een rechtspersoon is, of dat de verdoken meerwinsten terug zijn opgenomen in de boekhouding, zoals bedoeld in art. 219, vierde lid, WIB 92 (zie commentaar op art. 219, WIB 92). Op die afzonderlijke aanslag is geen vermeerdering bij gebrek aan of wegens ontoereikende voorafbetalingen van toepassing, en mag geen enkele verrekening worden verricht.
246/2
De aanvullende crisisbijdrage van 3 opcentiemen zoals bedoeld in art. 463bis, WIB 92, moet worden gevestigd op de aldus berekende BNI/ven., na aftrek van de belasting van 5% berekend overeenkomstig art. 246, derde lid, WIB 92.
III. BIJZONDERE GEVALLEN
246/3
…