Parlementaire vraag nr. 1420 van mevrouw Ellen Samyn van 28.03.2023

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/111 d.d. 12.05.2023, blz. 163


Boete belastingdienst op vrijgesteld bedrag pensioenen

VRAAG (van de mevrouw Samyn)

Er bereikte mij een bericht over een koppel ouder dan 70 jaar met een gezamenlijk pensioen van 1.540 euro. Zij moeten zelfs, omdat ze op het einde van de maand niet rondkomen, bijwerken om te kunnen overleven. Door een vergetelheid hebben betrokkenen een buitenlands pensioentje van 45 euro per maand niet aangegeven. Zij kregen hiervoor een opmerking van de belastingdienst met de vermelding dat dit bedrag wordt vrijgesteld. Toch wordt hen een boete opgelegd van 10 % omdat er hier geen melding van werd gemaakt. Vindt u deze werkwijze door de belastingdienst te rechtvaardigen? Zo neen, zal u contact opnemen met de betreffende dossierbeheerder en zoeken naar een passende oplossing?

ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)

Aangezien detailgegevens van het dossier niet werden verstrekt, formuleert de administratie haar antwoord als volgt en zal de betreffende dossierbeheerder niet gecontacteerd worden: Een belastingverhoging wordt opgelegd volgens de geldende richtlijnen en overeenkomstig het artikel 444 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) en wordt vastgesteld volgens het artikel 226 (bij onvolledige aangifte, andere dan inzake roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing) van het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Deze verhoging wordt evenwel slechts toegepast wanneer de niet aangegeven of laattijdig aangegeven inkomsten 2.500 euro bereiken. De belastingverhoging heeft dus geen uitwerking gehad vermits de niet aangegeven inkomsten (45*12= 540) deze minimumgrens niet hebben bereikt. Bovendien werd het buitenlands pensioen vrijgesteld volgens de ontvangen informatie en was er geen belasting verschuldigd op de ontvangen pensioenen en werd er dus ook geen verhoging toegepast. In het bericht van wijziging wordt de oplegging van een belastingverhoging vermeld (in overeenstemming met de wetgeving) om de belastingplichtige te wijzen op zijn aangifteplicht en ervoor te zorgen dat de inkomsten in de toekomst worden aangegeven. Uit het aanslagbiljet blijkt duidelijk welke belastingverhoging werd toegepast en of deze uitwerking heeft. Het feit dat deze geen uitwerking heeft (omdat het niet-aangegeven bedrag te gering is) is geen reden om de belastingverhoging niet op te leggen. Deze verhoging neemt immers rang in voor de toekomst. De belastingverhogingen worden immers toegepast volgens de schalen bepaald in artikel 226 KB/WIB92. Een overtreding begaan zonder opzet dient een belastingverhoging te ondergaan van 10 % (bij een eerste overtreding) tot 30 % (vanaf de vierde overtreding wordt de schaal van de opzettelijke ontduiking toegepast) en dit om een gelijke behandeling van de belastingplichtigen die hun aangifteverplichtingen inzake directe belastingen niet correct nakomen.