Parlementaire vraag nr. 1259 van mevrouw Katja Gabriëls van 19.10.2016
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2015-2016, QRVA 54/93 dd. 28.10.2016, blz. 285
De fiscale vrijstelling voor vrijwillige ambulanciers
VRAAG (van mevrouw Gabriëls)
Ongeveer een jaar geleden stelde ik in de commissie een vraag over de bestaande ongelijkheid tussen vrijwillige hulpverlener-ambulanciers actief bij een ziekenwagendienst en bij de vrijwillige brandweer. De ziekenwagendiensten vragen al enige tijd om een vergoeding voor de vrijwillige hulpverlener-ambulanciers conform de regeling voor de vrijwillige brandweermannen, zoals vastgelegd in artikel 38, paragraaf 1.12 van het WIB 92. Deze regeling van de vrijwillige brandweermannen laat namelijk een ruimere vergoeding voor geleverde prestaties toe. Als antwoord op de vraag of deze vrijstelling ook toegepast kon worden op de vergoedingen van vrijwillige ambulanciers-niet-brandweermannen antwoordde u destijds positief. Echter, de financiële inspecteurs handelen momenteel nog niet volgens dat antwoord, noch werd de wetgeving aangepast om de onduidelijkheid weg te werken. Dit leidt tot problemen binnen de sector van de ambulancezorg. Ziekenwagendiensten kregen door uw antwoord immers de indruk dat zij aan hun vrijwillige hulpverlener-ambulanciers dezelfde vergoeding konden uitkeren als de brandweerzones. Momenteel heeft dit ertoe geleid dat er reeds ziekenwagendiensten financieel gestraft werden, in een volgende stap zouden ook de hulpverlener-ambulanciers zelf gestraft kunnen worden. Hierdoor bestaat het risico dat er steeds minder vrijwillige hulpverlener-ambulanciers beschikbaar zijn om de eerste zorgen binnen het 112-systeem te kunnen garanderen voor de Belgische bevolking.
1. Bent u op de hoogte van het feit dat uw antwoord tot verwarring geleid heeft?
2. Bent u van plan alsnog duidelijkheid te creëren? Zo ja, zal dat dan zijn door middel van een aanpassing van artikel 38, paragraaf 1.12 van het WIB 92? Of ziet u de oplossing van het probleem anders?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
Vooreerst wil ik duidelijk stellen dat het eerste deel van uw betreffende vraag van vorig jaar enkel betrekking had op een eventueel fiscaal verschil tussen de vrijwilligersvergoeding van de ambulancier-brandweerman en een ambulancier niet-brandweerman voor zover zij behoren tot het operationeel personeel van een hulpverleningszone. Uit mijn antwoord op uw vraag bleek duidelijk dat de vrijstelling van de vergoeding enkel de vrijwilligers van de hulpverleningszone betreft. Artikel 38, § 1, 12°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen zal dan ook in die zin worden aangepast. Wat de vergoedingen aan vrijwilligers van private ziekenwagendiensten betreft, heb ik mijn administratie de opdracht gegeven een onderzoek ter zake uit te voeren. Momenteel zijn de betrokken vrijwilligers volgens de administratieve commentaar op het wetboek van de inkomstenbelastingen nog uitgesloten van de vrijstelling.