Artikel 242, WIB 92

Art. 242, § 1/1 (invoeging), en § 2, enig lid, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2023 (art. 28 en 46, 5de lid, W 21.12.2022 - B.S. 29.12.2022; Numac: 2022043130)


§ 1. Wanneer de belastingplichtige in België belastbare beroepsinkomsten heeft behaald of verkregen die tenminste 75 % bedragen van het geheel van zijn in het belastbaar tijdperk behaalde of verkregen binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten, zijn de in artikel 104 vermelde bestedingen aftrekbaar van het totale bedrag van de in artikel 232 vermelde nettoinkomsten.

§ 1/1. De in artikel 104 vermelde bestedingen zijn eveneens aftrekbaar van het totale bedrag van de in artikel 232 vermelde netto-inkomsten voor zover en in de mate dat de belastingplichtige aan de hand van een inkomensverklaring van de belastingautoriteit van zijn woonstaat aantoont dat hij en, desgevallend, de echtgenoot van de belastingplichtige die aftrek in de woonstaat niet kan/kunnen genieten omwille van de geringe omvang van zijn, desgevallend hun, in die staat belastbare inkomsten en die aftrek niet kan worden overgedragen naar een volgend belastbaar tijdperk.

De in het eerste lid bedoelde aftrek wordt enkel toegepast indien ook aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

1° de belastingplichtige is een inwoner van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte;

2° de in artikel 232 vermelde netto-inkomsten van de belastingplichtige omvatten beroepsinkomsten;

3° de belastingplichtige behaalt niet het geheel of nagenoeg het geheel van zijn beroepsinkomsten in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

De Koning legt de inhoud en de vorm van de in het eerste lid bedoelde inkomensverklaring vast.

§ 2. De in de paragrafen 1 en 1/1 vermelde uitgaven zijn slechts aftrekbaar onder de in de artikelen 104 tot 106 bepaalde voorwaarden.