Artikel 292ter, WIB 92
Art. 292ter (ingevoegd) is van toepassing vanaf aanslagjaar 2025 (art. 26 en 28, 3de lid, W 12.05.2024 - B.S. 29.05.2024; Numac: 2024004641)
[Vanaf 2026 worden ieder jaar de effecten van het belastingkrediet voor innovatie-inkomsten geëvalueerd waarbij er bijzondere aandacht besteed wordt aan de budgettaire kostprijs van de maatregel en de concurrentiepositie van België ten opzichte van de buurlanden. Het verslag van deze evaluatie wordt door de minister van Financiën overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers (art. 27, W 12.05.2024 - B.S. 29.05.2024; Numac: 2024004641)]
§ 1. Het belastingkrediet voor innovatie-inkomsten wordt volledig met de vennootschapsbelasting of met de belasting van niet-inwoners voor de in artikel 227, 2°, vermelde belastingplichtigen verrekend.
De belastingplichtige kan er voor opteren om een deel of het geheel van het in het eerste lid bedoelde belastingkrediet voor innovatie-inkomsten niet te laten verrekenen.
Indien een aanslagjaar geen of onvoldoende belasting oplevert om het belastingkrediet voor innovatie-inkomsten te kunnen verrekenen en/of indien de belastingplichtige er overeenkomstig het tweede lid voor opteert om het geheel of een gedeelte van het belastingkrediet niet te verrekenen, wordt het voor dat aanslagjaar niet verrekende belastingkrediet overgedragen naar de volgende aanslagjaren.
§ 2. Indien, in de loop van het belastbare tijdperk, een verwerving van of een wijziging van de controle over een vennootschap plaatsgrijpt die niet beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften, wordt het nog niet verrekende belastingkrediet niet overgedragen op de vennootschapsbelasting met betrekking tot dat belastbare tijdperk, noch tot enig ander later belastbaar tijdperk.