Parlementaire vraag nr. 1275 van de heer Benoît Piedboeuf van 13.12.2022

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/102 d.d. 31.01.2023, blz. 140


Onroerende goederen die verhuurd worden aan vennootschappen voor het beheer van landbouwgronden

VRAAG (van de heer Piedboeuf)

In Europa en met name in België is de situatie met betrekking tot de generatiewisseling in de landbouw zorgwekkend, want nog geen 6 % van de landbouwers is jonger dan 35 jaar en de gemiddelde leeftijd van de landbouwers ligt op 58 jaar. Met andere woorden, als er niets verandert, komt het bestaan zelf van het Belgische landbouwmodel op korte termijn in het gedrang. Een van de redenen die aan de basis liggen van die situatie is de moeilijke toegang tot grond, of het nu gaat over kopen of huren. Grond is evenwel een onmisbaar productiemiddel voor het voortbestaan van een landbouwbedrijf. De indirecte wijze van uitbating via pacht biedt de beste bescherming voor de landbouwer, want zo heeft hij voldoende bedrijfszekerheid en beschikt hij over de bebouwingsvrijheid die nodig is voor de keuzes met betrekking tot de bedrijfsvoering. In ruil biedt pacht bepaalde voordelen voor de verpachters, met name van fiscale aard. Op de pachtprijs waarvan het bedrag vastgesteld wordt via een wettelijk mechanisme is immers een specifiek fiscaal regime van toepassing overeenkomstig artikel 7, § 1, 2°, b) van het WIB 1992. De eigenaar-verpachter wordt niet belast op de ontvangen pacht, maar op basis van het geïndexeerde kadastraal inkomen van de verhuurde percelen, maar dat voordeel bestaat enkel wanneer de ontvangen pachtprijs niet hoger is dan het maximumbedrag zoals vastgesteld bij het decreet tot beperking van de pachtprijzen. Dat betekent dus dat als de verpachter meer ontvangt dan de wettelijke pachtprijs, de inkomsten uit onroerende goederen geherkwalificeerd worden als huurinkomsten en niet beschouwd worden als inkomsten uit pacht. Men kan er echter niet omheen dat steeds meer eigenaars zich afkeren van het pachtstelsel, omdat ze niet willen vastzitten aan een verhuurperiode die in hun ogen te lang is en ze bovendien een hoger huurbedrag kunnen opstrijken. Vennootschappen voor het beheer van landbouwgronden bieden eigenaars al verscheidene jaren die mogelijkheid. Die hogere huur kan in elk geval niet gelijkgesteld worden aan pachtgeld, maar wordt wel als dusdanig aangegeven door de eigenaars. 1. Bent u op de hoogte van die problematiek? 2. Welke maatregelen zult u nemen om te voorkomen dat er op die manier voordeel getrokken wordt van de situatie? 3. Zal het WIB herzien worden?

ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)

1. De dienst Tax Audit en Compliance Management - P van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit is niet op de hoogte van dit probleem en heeft daarom geen controleactie ter zake opgesteld. 2. Er zal hierover een risicoanalyse uitgevoerd worden. 3. Op dit moment is er geen wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 voorzien.